CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2025 |
In dit liedrecital worden we door de bariton Raoul Steffani en de pianist Julius Drake op uiterst muzikale wijze door het Weense fin de siècle geleid, het tijdperk dat zo meesterlijk en indringend is beschreven door Carl Schorske in zijn gelijknamige standaardwerk: de crisis van het liberalisme en het ontstaan van de moderne kunst. Wenen, toen de hoofdstad van de Habsburgse dubbelmonarchie, was politiek uiteengevallen en werd geteisterd door een vrijwel alles en in iedereen rakende chaos. De liberale klasse die het bijna een halve eeuw voor het zeggen had kon geen weerstand meer bieden aan de inmiddels sterk gegroeide sociale beweging. Rond 1900 kwam daardoor de macht in handen van socialisten, pangermanisten en anti-joodse krachten. De liberalen raakten gedemoraliseerd, hetgeen de voorbode werd van de politieke aardverschuiving die nauwelijks twee decennia later een groot deel van Europa in haar greep zou krijgen. Steffani en Draka openen - aldus de bariton - met hun recital de weg naar 'een wereld van passie, schoonheid en intellectuele inspiratie. Een tijdperk van grote welvaart en ongekende artistieke bloei, waarin muziek, literatuur en beeldende kunst op een unieke manier samensmolten. In deze bruisende culturele omgeving was Alma Mahler een muze en een jonge componist, centraal binnen verschillende invloedrijke stromingen. De diepgevoelde emoties, esthetische verfijning en innerlijke onrust die deze periode kenmerkten, klinken door in haar eigen muziek en in die van de componisten in haar kring, vertegenwoordigd op dit album door Erich Wolfgang Korngold, Hans Pfitzner, Franz Schreker, Bruno Walter en Alexander Zemlinsky.' Steffani's fascinatie voor Wenen in de schemering van de dubbelmonarchie groeide tijdens zijn studie aan de Universität für Musik und darstellende Kunst aldaar. Steffani: 'Een stad waar de sporen van vele muzikale genieën, zoals Gustav Mahler, nog steeds duidelijk zichtbaar zijn. Zijn vrouw, Alma Mahler, die vooral de geschiedenis zou ingaan als muze van grote kunstenaars, spreekt nog altijd tot de verbeelding. Het waren [ook] tijden waarin vrouwelijke componisten nauwelijks erkenning kregen, tijden waarin Alma haar eigen artistieke stem zocht als jonge, getalenteerde pianiste aan het eind van de negentiende eeuw. Haar bekendste liederencyclus, Fünf Lieder, vormt de rode draad door dit album, verweven met liederen van haar geliefden en muzikale vrienden. Alma Mahler schreef deze vijf liederen in de twee jaar voorafgaand aan haar huwelijk met Gustav Mahler in 1902. Toch verschenen ze pas in 1910, nadat Sigmund Freud Gustav Mahler ertoe had aangezet om zich in de composities van zijn vrouw te verdiepen en hun publicatie mogelijk te maken. De liederen op dit album weerspiegelen de diepste verlangens en melancholie van een tijdperk op de drempel van de turbulente veranderingen die de twintigste eeuw met zich mee zou brengen.' Wat deze liederen met elkander gemeen hebben is hun bijzondere vaardigheid voor melodie en harmonie, afwisselend sensueel, charmant, koket en idyllisch, maar soms ook uitgesproken droefgeestig. In handen van deze beide eminente vertolkers ontluiken ze in hun bijzondere schoonheid en zeggingskracht. Steffani excelleert in tekstbegrip en tekstverbeelding, volmaakte articulatie en dictie (de teksten kunnen moeiteloos worden gevolgd), terwijl Drake de ideale partner is die evocatief nuanceert, met de zanger meeademt maar ook subtiel aanstuurt. Precieze timing is hier alles. De 'gouden traan' op de linkerwang van de bariton, ongetwijfeld verwijzend naar het werk van Gustav Klimt, is een vondst op zich. index |
|