Dmitri Hvorostovski

Rimski-Korsakov: uit Sadko: 'Gorat kamennyi', 'Gorat prekrasnyi' - uit Kaseih de onsterflijke: 'Gluhaja noch' - uit Sneeuwmeisje: 'Na t'oplam sinem more' - uit De bruid van de tsaar: 'S uma nejdot krasavitsa!'.

Borodin: uit Vorst Igor: 'Ni sna, ni otdyha izmuchennaj dushe'.

Rubinstein: uit De Demoon: 'Ne plach dit'a', 'Na vazdushnam akeane', 'Ja tot, katoramu vnimala' - uit Nero: 'Paju tebe, Boh Gimenej!'.

Rachmaninov: uit Aleko 'Ves'tabar spit'.

Moesorgski/Sjostakovitsj: Liederen en dansen van de dood.

Dmitri Hvorostovksi (bariton), Orkest van de Kirov Opera St. Petersburg o.l.v. Valery Gergiev.

Philips 438872-2 • 63' •

---

De in 1962 in Siberië geboren bariton kent de melancholieke, sombere grondtonen van de Russische ziel in al zijn facetten. Hij beschikt niet alleen over een sonore, in alle liggingen zeer plastische, buigzame stem, maar weet ook hoe hij deze fragmenten met grote overtuigingskracht moet realiseren. Dankzij een werkelijk fabelachtige techniek neemt hij de luisteraar onweerstaanbaar mee op het soms glibberige pad van opperste eenzaamheid en troosteloosheid. Het siert Hvorostovsky dat hij niet gemakkelijke en platgetreden paden kiest, maar in dit recital ook aria's aan bod laat komen, die je zelden of nooit hoort (met name de vier fragmenten uit Rubinsteins The Demon en Nero).

Moesorgski's liederen en dansen van de dood in de orkestratie van Sjostakovitsj hoor je zelden zo indringend: om er kippevel van te krijgen. Gergiev zit op het zelfde spoor als de zanger en geeft het drama het volle instrumentale gewicht mee. De in het Mariinski-theater gemaakte opname registreert bijna iedere ademtocht van Hvorostovsky en het gekreun van Gergiev is bij menige inzet goed te horen. De opname plaatst de solist naar mijn smaak echter te veel op de voorgrond, waardoor menig orkestraal detail onderbelicht blijft. Een bekend probleem bij recital-opnamen. Vaak eist de solist het, maar ook opnametechnici willen het orkest nog weleens 'wegdrukken'.