CD-recensie
© Aart van der Wal, augustus 2021 |
In de door de violist Cibrán Sierra geschreven toelichting wordt het zo genoemd: Haydns ‘grote C-groot explosie': het (overbekende) Vogel'-kwartet, het derde van op. 33, en het eerste van de drie kwartetten op. 74 staan in het ferme en zonnige C-groot genoteerd. En eigenlijk ook wel die van Mozart, want hij is op dit album vertegenwoordigd met zijn bekende ‘Dissonanten'-kwartet KV 465 en het Strijkkwintet KV 515 (wát een verschil met het voorafgaande Strijkkwintet, in de donkere toonsoort van G-klein!), beide eveneens in C-groot genoteerd. Haydns ‘Vogel'-kwartet en het eerste van de drie kwartetten op. 74 staan eveneens in het ferme en zonnige C-groot genoteerd. Maar een grote C-groot explosie? In ieder geval wel wat dit album betreft. De gedachte erachter: deze drie kwartetten en het strijkkwintet stammen uit de periode 1781-1793 en passen daarmee vanuit ideologisch perspectief onverkort in de eeuw van de Verlichting. In de toelichting wordt verband gelegd met Haydns oratorium Die Schöpfung, waarin C-groot weliswaar een belangrijke functie vervult (na de knap geschilderde chaos in de entree: ‘Und es ward Licht!', in dubbel forte), maar eerst in in de loop van 1797 ontstond. Toen waren deze kwartetten en het strijkkwintet al lang en breed geschreven: het 'Vogel' in 1781, het 'Dissonanten' in 1785, het Strijkkwintet in 1787 en op. 74 nr. 1 in 1793. In puur muziekhistorisch opzicht is er - los van het muzikale tijdsbeeld - geen enkele relatie tussen deze kamermuziekwerken en dat oratorium, hoe graag de auteur (Cibrán Sierra, de tweede violist van het Cuarteto Quiroga) dat ook heeft gewild. Maar ook muzikaal valt er het nodige op af te dingen: C-groot heeft minder met Die Schöpfung en de Verlichting te maken en veel meer met het simpele feit dat het door de eeuwen heen en dus ook ruim vóór Haydn en Mozart het een veelvuldig toegepaste en bovendien niet al te lastige toonsoort was (de witte toetsen op de piano: c-d-e-f-g-a-b-c). Maar op de keper beschouwd: wat maakt het eigenlijk uit welk etiket erop wordt geplakt? De muziek is schitterend, met Haydn én Mozart als spirituele muziekvinders op hun best, grootmeesters ook in het genre van het strijkkwartet en samen de ideale combinatie vormend voor vrijwel ieder denkbaar album en concertprogramma (hoe vaak treden ze postuum niet samen op?) Het is de Weense Klassiek die het Spaanse Cuarteto Quiroga – en niet te vergeten de Duitse altvioliste Veronika Hagen in Mozarts Strijkkwintet – op het lijf geschreven lijkt (wat trouwens evengoed kan worden gezegd van de romantici en het werk van moderne en eigentijdse componisten - klik hier). Dit dubbelalbum bewijst het in overvloed: het technisch feilloze spel, de ideale balans, de onberispelijke stemvoering, het kernachtige, expressieve en daarmee pakkende, het briljante engespierde, maar ook verfijnde en subtiele spel, dat vier werken van van hun beste kant laat zien. Dat dit herinneringen oproept aan een ander bekend Spaans kwartet, het Cuarteto Casals (ik kan evengoed bijvoorbeeld het Matangi of Jerusalem noemen), mag geen verrassing heten. Het klinkt net zo verfrissend, het spel van licht en donker net zo fenomenaal uitgewerkt, het vibrato alleen als expressieve accolade en het fraaie dynamische discours dat zich bewijst door het subtiele karakter ervan. Zoveel spelvreugde en zoveel ravissante details: het moet daar in die bekende Westvestkerk in Schiedam al tijdens de opname een waar feest zijn geweest, door Tom Peeters zoals eigenlijk altijd tot in de puntjes vastgelegd, vervuld van detail en warmte die elkaar geen seconde in de weg zitten. Het instrumentarium (zonder gebruik van darmsnaren): index |
|