CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2025 |
Händel arriveerde in Rome in 1706, vrij kort voor zijn tweeëntwintigste verjaardag. Het betekende voor hem het begin van een uiterst vruchtbare periode als componist, mede ingegeven door wat de stad hem in creatief opzicht te bieden had. Het moet voor hem een ware ‘eye-‘ en ‘ear-opener' zijn geweest, hij die tot dan muzikaal sterk onder invloed had gestaan van het sobere lutheranisme. In Rome kon hij echter proeven van een geheel andere sfeer en kon hij bovendien samenwerken met de zich daar gevestigde belangrijkste musici. Daar bleef het echter niet bij, want Händels creatieve talenten reikten ver en kwamen er al vrij spoedig een aantal voor hem belangrijke notabelen in beeld, ware mecenassen die hem in hun kerkelijke en adellijke kringen opnam en hem financieel de helpende hand bood, waaronder de kardinalen Pietro Ottoboni en Benedetto Pamphili, en de markies Francesco Ruspoli. Het viel bij Händel in vruchtbare bodem, met als eerste belangrijke werk het oratorium Il trionfo del Tempo e del Disinganno op tekst van weldoener Pamphili. De cantate Ero e Lando was voorbestemd voor een andere mecenas: Ottoboni, de cantate Tra le fiamme voor een andere beschermheer: kardinaal Carlo Colonna, eveneens een belangrijke figuur in de kunstwereld. Pamphili (hij heeft in Händels carrière in Rome misschien wel de belangrijkste rol gespeeld) werd op zijn beurt bedacht met de cantate Dietro l'orme fugaci (ook bekend als Armida abbandonata). Händel reikte hoog in zijn seculiere cantates: het blijkt uit de weelderige schoonheid ervan en de inventief uitgewerkte contrasten tussen de mannelijke en vrouwelijke personages. We horen die weelderige schoonheid onverkort terug in deze vertolkingen, waarin de Britse sopraan Nardus Williams de hoofdrol vervult. Ze won in 2022 de Rising Talent Prize in het kader van de International Opera Awards en heeft zich sindsdien uiteraard verder kunnen ontwikkelen. Haar glanzende sopraanstem is strikt helder en bovendien uitstekend gearticuleerd, de versieringen zijn smaakvol aangebracht en haar expressie is zowel krachtig als beheerst. Er zijn hoogstens enige momenten waarin haar projectie een fractie scherper had gekund, maar dat maakt haar aandeel in deze cantates niet minder glorieus. Het in 1995 door Susan Hamilton en Ben Parry opgerichte in het Schotse Edinburgh gevestigde Dunedin Consort onder leiding van John Butt heeft in de historiserende uitvoeringspraktijk zijn sporen ruimschoots verdiend. Het geeft Williams de nodige ruimte om te kunnen schitteren en zorgt daarnaast voor een waar klankfeest. index |
|