CD & DVD-recensie
© Aart van der Wal, december 2023 |
Een riante uitgave, deze box, want niet alleen wordt u getrakteerd op de gebruikelijke twee cd's ( Messiah neemt om en nabij de tweeënhalf uur in beslag), maar ook op de beeldregistratie van de complete uitvoering. Een uitvoering overigens die er niet om liegt (maar daarover straks meer). Terwijl er bovendien in zekere zin sprake is van een 'world prremiere' Dirigent John Nelson heeft deze Messiah in elkaar gezet aan de hand van de verschillende overgeleverde varianten stammend uit Händels uit 1741 stammende manuscript, de door de componist later aangebrachte wijzigingen naar aanleiding van de eerste uitvoeringen in Dublin (1742) en voorts nog zijn aanpassingen naar aanleiding van de uitvoeringen in het Londense King's Theatre (1745) en in Covent Garden (1749 en 1750). Dat heeft alleen al op dit punt nogal wat gevolgen gehad voor de beleving van deze uitvoering van Messiah. Want neem bijvoorbeeld de nieuwe zetting van de alt-aria 'But who may abide' in het eerste deel, die Händel pas later, in 1750, speciaal voor de alom gevierde - en zeker niet in de laatste plaats door Händel zelf - Italiaanse castraatzanger Gaetano Guadagni (1728-1792) schreef. Het was vooral Guadagni's 'bravura'-stijl en het virtuoze karakter daarvan die diepe indruk maakte en die door Händel in de aria op zeldzame wijze werd uitgebuit (de lage noten in de virtuoze setting van 'For he is like a refiner's fire' hadden toen waarschijnlijk alleen door deze mezzo zo fenomenaal kunnen worden gezongen). Een ander voorbeeld, in extenso toegelicht in het cd-boekje:
Over de acht bonustracks:
Ook interessant zijn twee ongebruikelijke varianten die alleen betrekking hebben op de eerste herneming van het oratorium in het theater in Covent Garden in 1743:
Dan zijn er nog twee nummers in het eerste deel die in meerdere versies zijn overgeleverd. De eerste setting van 'Thou art gone up on high' in het voor de uitvoeringen in Dublin gebruikte manuscript had Händel speciaal bedoeld voor de basstem, maar werd in 1743 door hem alsnog grondig herschreven voor mezzosopraan (naar wordt aangenomen voor de reeds genoemde Kitty Clive). Händel nam de aria later evenwel nog eens onder handen, speciaal voor uitvoering in 1750 door Guadagni (en nu ook onder Nelson). In Händels manuscript vinden we ook de dal segno ('vanaf het teken') sopraan-aria 'How beautiful are the feet' met het middendeel op de woorden 'Their sound is gone out into all lands', dat echter nooit het podium heeft bereikt: Händel verving de aria al vóór de première in Dublin door een kort duet dat vervolgens naar het nieuw ontworpen koordeel 'Break forth into joy' leidt. Daar bleef het evenwel niet bij, want met het oog op de uitvoering in Londen in 1743 verving hij in een van de solopartijen de alt door de sopraan. Om dan voor de uitvoeringen in 1745 in het King's Theatre weer een nieuwe versie te componeren van het geschrapte eerste deel van de sopraan-aria uit de versie van 1741; blijkbaar ook met de bedoeling om zodoende een logische overgang te creëren naar de nieuwe koorsetting van 'Their sound is gone out'. Mogelijk speelde daarbij op de achtergrond de kritiek van Händels librettist Jennens mee, terwijl eerst daarna de volgorde van de delen haar definitieve vorm kreeg. Alleen nog in 1750 herschreef Händel de korte aria 'How beautiful are the feet' (in het donkere c-klein) nog speciaal voor Guadagni. Zeker voor degenen die het oratorium tenminste enigszins kennen zijn deze bijzonderheden niet zonder belang. Ze grijpen immers - en in dit geval zelfs relatief fors - in wat vaak als 'origineel' wordt aangezien. Onze westerse muziekgeschiedenis wemelt ervan en houdt ons ook vandaag de dag, ondanks al die jaren van muziekwetenschappelijk bronnenonderzoek, nog volop bezig. In het geval van Messiah is gelukkig veel, zo niet alles terug te vinden aan de hand van de overgeleverde oorspronkelijke bronnen. Bronnen die ook nog eens duidelijk maken dat Händel - en hij was daarin bepaald de enige niet - zijn composities vrij gemakkelijk aan de dan geldende praktische omstandigheden aanpaste, daarbij als het zo uitkwam de smaak van het publiek liet meespelen, maar ook zangers die bij hem in hoog aanzien stonden van speciaal op hun zang- en vertolkingstalenten toegespitste partijen voorzag. Voor ons geldt dan als 'bonus' dat we daardoor meer dan slechts een globale indruk krijgen van waartoe die zangers toen vocaal in staat waren, zoals dat ook uitstraalde naar de overige vocale partijen. Componisten schreven niet voor de bureaulade, maar in de kaders van de uitvoeringspraktijk: wat technisch niet of nauwelijks haalbaar was werd immers niet uitgevoerd, terwijl opgelegde vereenvoudiging ten behoeve van stersolisten die juist wilden schitteren door niemand op prijs werd gesteld.
Dat brengt me dan ten slotte op de uitvoering van Messiah onder leiding van John Nelson, die wat mij betreft mag worden gerekend tot de beste die de catalogus tot heden te bieden heeft en waarbij tevens een al lang gekoesterde wens van Nelson in vervulling ging: om het evenement plaats te laten vinden in New St Michael's Cathedral in Coventry, in 1962 voltooid, pal gelegen naast de 'oude' St Michael, de kathedraal die tijdens WO II tijdens de Coventry Blitz herhaaldelijk door de Duitse Luftwaffe werd bestookt en in de nacht van 14 op 15 november 1940 uiteindelijk in een ruïne veranderde. Het was ook in New St Michael dat - heel symbolisch - de première plaatsvond van Brittens War Requiem, tevens deel uitmakend van de inwijdingsplechtigheden van de nieuwe kathedraal. Voor Nelson betekent Händels Messiah een niet mis te verstaan teken van hoop in een turbulente tijd die wordt gekenmerkt door talloze conflicten en zorgen. Daarnaast was deze uitvoering in november 2022 in zekere zin een wereldpremière, want nog niet eerder werd het werk gepresenteerd in een compilatie van de in totaal zeven versies die Händel componeerde. Dankzij The English Concert & Choir in topvorm en een fabuleus solistenteam horen we de Messiah als een lichtend voorbeeld van klankschoonheid, transparantie, stemvoering, dictie, souplesse, balans en - zeker niet in de laatste plaats! - gloedvolle expressie. Ook de verbeelding in de verschillende scènes kluistert de luisteraar aan zijn stoel, worden de transities van majeur naar mineur met het nodige reliëf omgeven, is de ritmische precisie geheel in lijn met de tekstbeleving (zoals in 'Lift up your heads, o ye gates'). Waar het nog weleens aan wil schorten is aan de tempokeuze (en daardoor uiteraard ook de afgeleiden daarvan), maar ook in dit opzicht is Nelsons 'vaste hand' een ware weldaad: geen moment dat daarover ook maar enige twijfel rijst, de algehele werkstructuur een verbrokkelde indruk maakt. Grote waardering ook voor de beeld- en geluidregistratie waarin helderheid en sonoriteit in fraai evenwicht met elkaar zijn gebracht. De beeldregie is terecht sober gehouden, maar daardoor wel zo effectief. Prachtig, deze uitgave! ________________ 'But who may abide the day of His coming?' (1741 - bas) index |
|