CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2022 |
De acht 'grote' Suites HWV 426 t/m 433 tonen ons Handel instrumentaal op zijn best, een grandioze potpourri van préludes, allemandes, courantes, gigues, sarabandes, airs en een passacaille. En als er geen sprake is van die bekende barokke dansvormen zijn het de allegro's, andantes en adagio's die de aandacht moeiteloos gevangen houden. Handel moet er zijn hele ziel en zaligheid in hebben gelegd, want deze stukken vormden feitelijk zijn Londense debuut als componist in dit genre. En als hij dat niet zou hebben gedaan? Dan klinken deze Suites de Pieces Pour le CLAVECIN Composees par G.F. Handel in ieder geval wel als zodanig! Grote muziek dus die - het heeft wel heel lang geduurd! - Ton Koopman als zodanig ook aan ons voorstelt, getuige deze schitterende uitvoeringen die alleen al daardoor doen verlangen naar de nog resterende drie Suites. Het had ook trouwens mijn voorkeur verdiend: alle acht samengebracht op een dubbelalbum, zoals dat door bijvoorbeeld Richard Egarr dat in 2012 voor Harmonia Mundi werd gedaan. Maar.het glas is meer dan halfvol en wie kan deze werken beter vertolken dan de in de historiserende uitvoeringspraktijk zozeer gepokte en gemazelde Koopman? Die, het is meer dan een gelukkige bijkomstigheid, de ornamentatie een kleurrijk gezag heeft meegegeven, een bewijs temeer van het verbeeldingsvolle spel waarmee hij de luisteraar verwent.
In het colofon komen we bekende namen tegen. Echtgenote Tini Mathot (zelf een klaveciniste van formaat) tekende voor de productie, Filippo Lanteri voor de opname en Adriaan Verstijnen (al jaren aan Koopman cum suis door dik en dun verbonden) voor de editing. Het klavecimbel staat bij Koopman thuis en is een door Willem Kroesbergen vervaardigde kopie van een Ruckers. De afbeelding die de cover siert stamt eveneens uit de Koopman-collectie: een gravure op papier uit 1735 van Jean Baptiste Scotin II (1698-ca. 1755), naar een schilderij van William Hogarth (1697-1764). Prachtig! index |
|