CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2023 |
Dit is een programma dat geknipt is voor de Belgische tenor (hij staat niet geboekstaafd als countertenor!) Reinoud van Mechelen met zijn uitgelezen falset die subliem mengt met het lagere borstregister. Helderheid en sonoriteit gaan aldus hand in hand. De muziek op dit album hangt ten nauwste samen met de Franse zanger (én componist!) Joseph Legros (1739-1793) die aan de Parijse Opéra ware triomfen vierde dankzij zijn volgens tijdgenoten ongekende muzikale vaardigheden. Zijn stemvoering grensde evenals zijn dictie aan de perfectie, hij klonk nooit geforceerd en bovendien had hij, anders dan menige collega, een uitgesproken hekel aan stem- en podiummaniertjes. Voor Van Mechelen is de aan de haute-contre gewijde trilogie (dit is het derde en tevens laatste album in de reeks) vooral een eerbetoon aan het belangrijkste stemtype van de Franse opera in de zeventiende en achttiende eeuw, met daarmee samenhangend de opera's die daarmee rechtstreeks verbonden zijn. Want zoals het zo vaak in de westerse muziekgeschiedenis is gegaan: een bepaald stemtype riep de interesse op van operacomponisten die er dan graag voor wilden schrijven. Dat gold ook voor componisten als In dit laatste album draait het niet alleen om Gluck, de meest bekende van de vertegenwoordigde componisten. De overige toondichters mogen zich dan in de periferie ophouden, de meeste ervan zelfs obscuur zijn, ze hebben wel degelijk juweeltjes voortgebracht en is het Van Mechelen die ze met zijn buitengewoon fraaie stem de vele ravissante kleuringsfacetten meegeeft. Dat per saldo de lyriek het daarbij wint van de virtuositeit vind ik bovendien een uitgesproken pré. Als ik al een nadeel kan noemen dan is het dat in de incidenteel optredende heldhaftigheid – zou dat bij Legros ook zo zijn geweest?, zo vroeg ik me prompt af – enige overdrijving op de loer ligt die zijn stem onnodig op de proef stelt. Een tandje minder en het zou volmaakt zijn geweest. Maar het is niet meer dan een geringe smet op dit exquis vormgegeven en uitgevoerde recital. Het Belgische ensemble A Nocte Temporis (het betekent in het Latijn zoiets als ‘sinds mensenheugenis') geeft Van Mechelen zowel de vereiste ademruimte als het instrumentale cachet mee om deze aria's gestileerd te kunnen laten schitteren. Het was Van Mechelen die het ensemble in 2016 uit de grond stampte met als voornaamste doel om binnen de kaders van de historiserende uitvoeringspraktijk het publiek – ik citeer – ‘emotioneel te raken'. En gezegd moet worden: dat is met vlag en wimpel gelukt. index |
|