|

CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2018
|
With Love from Russia
Glinka: Twijfel - Waar is je roos? - Wiegenlied - Verleid me niet nodeloos
Prokofjev: uit 'Chout' op. 21 (bewerking voor cello en piano door Roman Sapozhnikov): Chout en Chouticha - De droom van de koopman
Dargomisjki: Ik ben bedroefd - Elegie* - De jeugd en het meisje - De nachtelijke zefier
Rachmaninov: Gopak (uit Moesorgski's 'De jaarmarkt van Sorotsjinski) - Morceau de fantasie op. 3 - Zing niet mijn lief, tegenover mij op. 4 nr. 4 (bewerking voor viool en tenor door Fritz Kreisler) - Prélude in gis, op. 32 nr. 12
Borodin: The pretty girl no longer loves me *- The lonely fisher woman* - Listen to my song, little friend*
Prokofjev: uit 'Chout' op. 21 (bewerking voor cello en piano door Roman Sapozhnikov): Chouticha - De droevige koopman - Dans van Chouts dochters
Tsjaikovski: Milde sterren schijnen op ons neer op. 60 nr. 12 - Nacht op. 73 nr. 2 - Alleen hij weet wat verlangen is op. 6 nr. 6
*Bewerking voor stem, cello en piano door de componist. De overige liederen zijn bewerkt door Hans Eijsackers en Jan Bastiaan Neven
Henk Neven (bariton), Jan Bastiaan Neven (cello), Hans Eijsackers (piano)
Onyx 4193 • 63' •
Opname: september 2017, De Doelen, Jurriaanse Zaal, Rotterdam
|
|
|
Wie het in de Russische romantiek gewortelde, negentiende-eeuwse kunstlied als een geïsoleerde kunstvorm beschouwd heeft het bij het verkeerde eind. Het is immers niet alleen sterk verweven met de Russische literatuur, maar ook met die ongrijpbare, maar niet minder existentiële Russische identiteit (als we tenminste vinden dat 'ziel' niet de juiste karakterisering is, waarover verschillend kan worden gedacht). In die zin is het Russische lied vergelijkbaar met en zeker niet de mindere van de belangrijkste West-Europese romantische liedstromingen: die in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk.
Ziel
Wie overeenkomsten zoekt tussen literatuur en lied (of opera), hoeft niet eens te zoeken: ze zijn er gewoon. Is het wel zo nodig om een liedtekst te verstaan (jammer daarbij is wel dat nog steeds te veel zangers daar minder goed op letten) en te begrijpen? Ja, want wie niet weet wat er precies wordt gezongen, mist niet alleen de inhoud of 'boodschap' die in het lied is verpakt, maar zal waarschijnlijk tevens weinig tot niets begrijpen van de ware betekenis van de uitdrukkingsvaardigheid die de zanger maar ook de begeleider aan de dag moet leggen. Het betekent nogal wat, de tekst beeldend weergeven, met grote retorische overtuigingskracht, met dictie en articulatie goed op orde. Maar het is wel de essentie van ieder liedrecital. Het is niet, wat vaak wordt gedacht, vooral een kwestie van mooi zingen. Was het maar zo eenvoudig! Zeker, de esthetiek speelt een belangrijke rol, maar die is slechts een onderdeel van het gehele interpretatieve discours. De ziel van het liedrepertoire, daar gaat het om.
Perfecte drie-eenheid
In 'With Love from Russia' hebben zich drie Nederlandse heren over het Russische liedrepertoire gebogen en de ziel daarvan ontdekt. Hoewel de teksten van Russische dichters de hoofdmoot vormen is er ook poëzie van Heine, Rathaus, Von Kruse en Goethe. Dat de cello daarin deels de rol van de menselijke stem mag aanvullen of vervullen maakt het album nog fascinerender. Want als er een instrument is dat daar dichtbij komt is het wel de cello ((hoewel, volgens Mozart was dat de klarinet). De liederen worden in de taal waarin ze getoonzet zijn vertolkt.
Dit trio (de beide broers Henk en Jan Bastiaan Neven, en Hans Eijsackers) blijkt in dit bijzondere repertoire een perfecte drie-eenheid te vormen, met alle denkbare expressieve boven- en ondertonen die daarbij horen. Zoals er ook de historische context is die deze vertolkingen in woord en toon hun onweerstaanbaar aura meegeven. Ook als het om zoiets simpels gaat als een verloren liefde, nachtbeelden, een koele, zachte westenwind of alleen maar een instrumentaal tussenspel in de vorm van een gopak of een prélude. Het is een rijk uitgestalde bloemlezing in een facetrijk Russische temperament, met een volbloedig karakter, vervuld van vreugde, verdriet en verlangen. Zo worden we bijna ongemerkt deze rijke poëtische wereld binnengevoerd. De beelden die ontstaan komen uit een tijd die inmiddels heel ver van ons afstaat, maar tegelijkertijd toch ook weer heel dichtbij schijnt, in een creatieve mengeling van werkelijkheid en droom.
Grensverleggend
Drie musici doen wat Dostojevski een aankomend schrijver eens voorhield die hem om raad vroeg: voortdurend jezelf wagen, de eigen grenzen opzoeken en de durf hebben om die te verleggen. Zo 'lees' ik de vele muzikale onderstrepingen in de kantlijn en de krabbeltjes tussen de regels door waarmee een subliem interpretatief landschap wordt onthuld dat zich in een expressieve vonkenregen kan ontplooien.Met hen bewegen we ons door de kunst van het affectvol vertellen, onverschillig of dat vocaal of instrumentaal gebeurt, met in deze fijnzinnig vormgegeven myriade tevens de sterke suggestie van authenticiteit. Het wordt zo fraai voor ons uitgestald dat de scherpe scheidslijnen tussen verleden en heden menigmaal schuilgaan achter een weldadige tijdloosheid. We horen niet de sjablones die expressieve overdaad uitstralen en al evenmin nodeloze accentueringen die hardhandig een illusie verstoren, maar het ene kleurrijke tableau dat zich na het andere ontrolt. Alleen zo wordt het pad geplaveid voor wat iedere vertolker nastreeft, maar wat hij vaak niet bereikt: de bijzondere combinatie van ultieme schoonheid en grote zeggingskracht. Hier is dat meesterlijk gelukt.
Opvallend verschijnsel
Het romantische Russische kunstlied en de romantische Russische literatuur, natuurlijk, ze horen bij elkaar en het artistieke en historische belang ervan is groot. Toch, als er er over de Romantiek in de muziek of literatuur wordt gesproken, wordt daarmee meestal de Duitse en de Oostenrijkse aangeduid. Alsof de liedkunst en de literatuur aan het 'oostfront' minder mee zou tellen. Een tamelijk opvallend verschijnsel, dat wel. Met de viering van Bevrijdingsdag gaat het vrijwel net zo. Natuurlijk heeft men de mond vol van de Amerikanen, de Engelsen en de Canadezen als onze bevrijders, maar daardoor blijft het aandeel van het Russische leger in de geallieerde overwinning helaas sterk onderbelicht. Het lijkt niet meer plaats in te nemen dan slechts een donker hoekje in de Europese krijgsgeschiedenis: 'Im Osten nichts neues'.
Paar maten te groot
Hoe staat het met onze perceptie van de klassieke of romantische Russische literatuur? Toegegeven, die heeft naar westerse maatstaven nogal veel merkwaardige kenmerken. Want in de romans en novellen van de grote Russische schrijvers ontmoeten we veelal personages die naar ons lichaam en onze geest minstens een paar maten te groot lijken. Het is iets waar Russen toen en ook nu van houden: een forse dosis overdrijving.
De opgevoerde personages kunnen niet leugenachtig, vadsig, traag, loom (Oblomov!) of bezeten (Dostojevski!) genoeg zijn, terwijl de veelal bonte taferelen zich bovendien afspelen een land dat zo onmetelijk groot is dat we ons zelfs van zijn grenzen nauwelijks een redelijke voorstelling kunnen maken. Dus lezen we met een westerse, nogal bevangen blik een Russische negentiende-eeuwse roman. De overstap van nuchter, westers existentialisme naar het groteske van de Russische Romantiek kan dus op zijn zachst gezegd nogal lastig zijn.
Afkeer
Maar niet de Russen! Dostojevski zei eens dat een schrijver alles in het werk dient te stellen om over de eigen grenzen heen te gaan. Hij diende zich zelfs voortdurend vrijwillig aan literaire waaghalzerij bloot te stellen. Geen zee die voor Dostojevski te hoog ging.
De bekende slavist, vertaler en publicist Karel van het Reve had er zo zijn bedenkingen tegen. Voor hem was Dostojevski het uitgelezen voorbeeld van een hoogst vermoeiende literatuur die door een overmaat aan overdrijving, de vele opgevoerde onwaarschijnlijkheden en de als door de duivel bezeten personages zichzelf toch zo ongeveer wel had overleefd. Het was deze romantiek die hem afkeer inboezemde. Maar ook de romantische muziek moest het ontgelden. Zo schreef hij in 1966 in een column: 'Bij de Duitsers is het wat gekwelder, nobeler en broeieriger, maar bij allemaal hoor ik melodieën die me niets doen, bedoeld, lijkt het, om uitdrukking te geven aan diepe gevoelens van de componist - alsof mij die gevoelens iets kunnen schelen. Ik heb zelf gevoelens.'
Russische Bibliotheek
Begin jaren zeventig van de vorige eeuw stond de machtige Russische Bibliotheek van uitgever Geert van Oorschot in de schappen. De komst ervan was al in april 1953, in een persbericht van de uitgever, met veel gevoel voor decorum aangekondigd. Er werden ruim 33 werken in het vooruitzicht van 'klassieke Russische schrijvers der 19e eeuw' in het vooruitzicht gesteld. De dundrukuitgave werd geopend met het verzameld werk van Anton Tsjechov. Met regelmatige tussenpozen verschenen de fonkelnieuwe vertalingen van het werk van Dostojevski, Tolstoj, Toergenjev, Saltikov, Leskov, Pisemski, Gontsjarov, Poesjkin, Herzen, Kolorenko, Garsjin en Lermontov.
Er werkten maar liefst 25 vertalers aan mee, waaronder ook Karel van het Reve (hij verzorgde de Toergenjev-delen I en IV). Charles B. Timmer was naast vertaler de hoofdredacteur: alle vertaaldraden kwamen bij hem samen. Een enorm project, waarvan Timmer later zou zeggen dat hij en Geert van Oorschot de neiging tot maximalisme deelden, ofwel 'wat groot is kan nog groter'.
Zoveel stijlen
Zoveel vertalers betekende ook zoveel stijlen en niet in de laatste plaats zoveel verschillende naamspellingen. Russische namen (maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld de namen op de Balkan) laten zich nu eenmaal lastig 'vangen'. Het is ook een van de vele problemen in de samenstelling van een encyclopedie, maar tegenwoordig ook voor de zoekmachines op het internet. De een schrijft Ljermontov, de ander Lermontov. Rachmaninoff of Rachmaninov? Tsjechof of Tsjechov? Mandelstam of Mandelsjstam? Of zo'n 'onmogelijke' voornaam als Nadjezjda? Maar ook het vertalen zelf was steeds weer een lastige horde. Wat een gedoe is er bij Van Oorschot niet geweest over alleen al de eerste vertaling van Dostojevski's 'De Idioot'!
Een ander voorbeeld dat geen navolging verdiende: de door Hans Leerink ingediende vertaling van Poesjkins 'Schoppenvrouw' (Tsjaikovski schreef de gelijknamige opera). Een aantal saillante missers keurig op rij: juffrouw van gezelschap (moest zijn: pleegdochter); het personeel deed alles wat zij verlangde (het personeel deed alles wat het zelf wilde); de officier verdween maar sindsdien bleef hij in haar gedachten (.en zij dacht verder niet meer aan hem); het hoofdje gebogen over haar décolleté, waar de corsagebloemen nog op prijkten (het hoofdje, nog met bloemen getooid, gebogen over haar décolleté.); die het met kennersblik bekeek (die het vluchtig bekeek).
Balanceeract
Vertalen betekent in de literatuur zo dicht mogelijk bij het origineel blijven. Wat echter niet inhoudt dat een letterlijke vertaling doorslaggevend zou moeten zijn. Vertaling vraagt om een zekere mate van stilistische vrijheid, zoals dat ook voor het musiceren vanuit het starre notenbeeld geldt. Het belang van een goede (een perfecte vertaling bestaat niet) vertaling zal niemand betwisten: het - volgens Van Dale - van de ene taal overbrengen in de andere. In het geval van het Russisch betekent dit uiteraard ook het overbrengen van bijzondere, karakteristieke woorden en uitdrukkingen in die taal, maar ook van de daarmee verbonden bijzondere taal van de schrijver of dichter. En in de muziek de bijzondere, karakteristieke manier van vormgeving of formulering. Die is bij Glinka of Moesorgski bepaald anders dan bij Tsjaikovski of Prokofjev. Vertalen van literatuur, maar ook van muziek lijkt op een balanceeract.
Bouwstenen
Wie semantische overeenkomsten zoekt tussen de literatuur en de muziek wordt daarin niet teleurgesteld. Bij beide gaat het immers om de bouwstenen die essentieel zijn om te kunnen communiceren, zich te kunnen uitdrukken. Het is in dit verband niet zo merkwaardig dat liefhebbers van het Russische lied, het oratorium of de opera een voorkeur kunnen hebben voor Russische zangers. Meestal is het een kwestie van timbre of taal, of van allebei. Waarbij weleens de term 'onvergelijkbaar' valt. Dmitri Hvorostovski's huiveringwekkende vertolking van Moesorgski's 'Liederen en dansen van de dood', Olga Borodina en Sergej Leiferkus in liederen van Tsjaikovski, et cetera.
Inzicht
Als we eerlijk zijn ten opzichte van onszelf: als we van de liedvertolkers verlangen dat zij de materie tot in de finesse beheersen, mag van ons toch wel minstens worden verwacht dat we enig inzicht hebben in het creatieve proces dat daarmee samenhangt. Een proces dat begint bij de componist en de tekstdichter. Maar dat we ook enige weet hebben van de idiomatische achtergrond waaruit muziek en tekst zijn voortgekomen. Dat daarmee ook het besef groeit dat het een onverbekelijk hoort bij het ander. Is er dan, die lijn volgend, iets fascinerender dan de verbinding tussen die Russische Bibliotheek en 'With Love from Russia'? Liefde uit Rusland, het krijgt aldus een veel diepere betekenis. Voor 'kenners en liefhebbers' heet dat dan.
|
|