CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2025 |
Vreemd genoeg is de fagot geen al te populair instrument; en dit ondanks zijn unieke en rijke klankeigenschappen, de warmte en expressiviteit die het uitstraalt. Dat mag merkwaardig heten, want menige componist heeft de fagot uiterst verbeeldingsvol een belangrijke plek in de partituur gegeven. Bovendien: geen symfonieorkest, geen kamermuziekensemble kan het zonder de fagot stellen, maar toch staat de fagot evenals bijvoorbeeld de altviool in het muziekonderwijs niet vooraan. Een jaar of tien geleden werd Red de fagot opgericht om het tij te keren en het instrument nieuw leven in te blazen. Ik citeer uit de oprichtingsformule: 'van lyrische hoogte tot koddige laagte; venijnig, maar ook breekbaar en teer. Welk instrument heeft zo'n expressief bereik als de fagot? Toch behoort de fagot tot de bedreigde soorten onder de instrumenten. Daarom is ‘Red de fagot' opgericht om dit bijzondere instrument weer leven in te blazen. Vaandeldrager is fagottist Bram van Sambeek'. Volgens de Volkskrant 'is het misschien wel het instrument met de allerfraaiste klank, maar toch heeft de fagot het moeilijk: niet sexy genoeg. Wie leert nu blazen op zo'n lange kachelpijp?' De fagot is alleen maar te redden door erop te blazen. Nieuwe aanwas dus, daar gaat het op termijn om. Dat begint misschien ergens thuis, of anders wel op de muziekschool. Men 'valt' voor het instrument. Of niet. Heeft het geholpen? Die extra aandacht voor de fagot? Ik heb de indruk van niet, maar dat neemt niet weg dat het een fascinerend instrument is én blijft. Eind vorig jaar viel het album Nieuw Amsterdam New York van het Glass Farm Ensemble in mijn brievenbus, met daarbij gevoegd een brief van Freek Sluijs, die twee jaar eerder met pensioen ging, waarmee een einde kwam aan zijn loopbaan als fagottist bij het Radio Filharmonisch Orkest. Wel bleef hij (gelukkig!) actief als opnameproducer en recording engineer, zoals ook uit dit nieuwe album blijkt. Samen met zijn collega-fagottist Jos Lammerse nam Sluijs het initiatief tot het maken van een aantal cd-opnamen, met mede als aanleiding hun overstap van hét fagotmerk Heckel naar Leitzinger, een kleinschalige onderneming die volgens Sluijs prachtige instrumenten bouwt en op vrijwel ieder vlak beter presteren dan die van Heckel, maar ook van andere merken. Bovendien zijn de fagotten van Leitzinger redelijk geprijsd en is de ‘wachtlijst' van een halfjaar tamelijk goed te overzien. Maar, zoals het zo vaak gaat, is toch het meest belangrijk dat een zojuist ontdekt instrument van een dusdanige makelij, klankkwaliteit en speelbaarheid is dat het voor de musicus een nieuwe inspiratiebron betekent. Daar legt deze cd onmiskenbaar getuigenis vanaf. Yvonne Troxler was een belangrijke spil in dit fascinerende project. Deze van oorsprong een Zwitserse pianiste en componiste woont in New York, waar ze ook lesgeeft en speelt in haar eigen groep: het Glass Farm Ensemble. Speciaal voor deze cd heeft zij Spots van Frederic Rzewski geïnstrumenteerd voor de bezetting van één of meer fagotten en andere instrumenten (de dertien deeltjes zijn inventief door het gehele programma heen 'geweven'). Daarnaast componeerde zij een fagottrio, Lagrangian Relaxation I & II, hier door Sluijs en Lammerse gespeeld samen met de aan het NedPho verbonden fagottiste Margreet Bongers (zij schafte zich eveneens een Leitzinger aan). Henk de Vlieger heeft veel bekendheid verworven als arrangeur, maar ook als slagwerker kan hij bogen op een glanzende carrière die maar liefst veertig jaar heeft omspand, bij diverse orkesten, waaronder het Radio Filharmonisch Orkest, waaraan hij van 2011 tot zijn pensioen in 2013 tevens als artistiek adviseur verbonden is geweest. De Vlieger studeerde aan het Rotterdams Conservatorium bij Willem Heesen (percussie), en bij Theo Loevendie en Klaas de Vries (compositie). Mijn eerste kennismaking met zijn werk als arrangeur dateert al van minstens vijftien jaar geleden, toen zijn Wagner-transcripties op cd verschenen. Hij heeft daarnaast talloze bewerkingen gemaakt voor de meest uiteenlopende ensembles. Op deze cd is De Vliegers Aulos voor twee fagotten vertegenwoordigd, speciaal gecomponeerd voor Lammerse en Sluijs. Het stuk ging in 2021 in première op het festival Bassoons for Future in Maastricht. Lammerse en Bongers spelen van Louis Andriessen Lacrimosa voor twee fagotten. Een interessante ontdekking is Flights of Fancy voor viool, fagot en piano (een verre van alledaagse combinatie) van de Amerikaanse Elizabeth Hoffman, een net zo welkome aanvulling als de beide stukken voor fagot en piano van de Zwitserse componisten Willy Burkhard (Romanze) en Edward Stämpfli (Duo). De zes musici spelen werkelijk de sterren van de hemel, zowel individueel als in samenspel. De balans is ideaal, zoals dat ook geldt voor toonvorming, articulatie, frasering en ritmiek. De fraai gestileerde opname is niet alleen te danken aan muziekregisseur Freek Sluijs, maar ook aan Jaap de Jong, die voor dit project twee door hem gemodificeerde microfoons met bijbehorende voorversterkers leverde, maar daarnaast ook adviseerde omtrent de meest gunstige opstelling van de musici. Ik ken Jaap goed: mínder (microfoons) is bij hem altijd méér (klank). index |
|