|

CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2019
|
Messes de Barcelone et d'Apt - Sacred vocal music from the 14th century
Ensemble Gilles Binchois o.l.v. Dominique Vellard
Evidence EVCD060 • 64' •
Opname: september 2018, Vézelay (F)
|
|
|
Het Franse Ensemble Gilles Binchois (niet te verwarren met het Britse Binchois Consort) bestaat 40 jaar. Het werd in 1979 opgericht door Dominique Vellard (tenor en bespeler van de middeleeuwse gittern), die er nog steeds de artistieke scepter over zwaait. Drie decennia lang heeft het door zowel musicologisch onderzoek (die vele dan nog verborgen muzikale schatten boven water heeft gehaald) als uitvoeringen op hoog niveau een belangrijke bijdrage geleverd aan het bevorderen en stimuleren van de belangstelling voor muziek uit Middeleeuwen en Renaissance. Niet alleen in Europa, maar ook in Noord-Afrika, India, Azië en de VS. Dankzij een groot aantal opnamen hebben velen misschien wel voor het eerst kennis kunnen maken met de vroegste polyfonie. Dat geldt trouwens voor nog een beroemd ensemble of beter ensembles waarmee het Gilles Binchois sterke raakvlakken heeft: het Spaanse Hespèrion, het Concert des Nations en Capella Reial de Catalunya, alle geleid door een andere grootheid op dit gebied: Jordi Savall. Ook bij hem gaan musicologisch onderzoek en uitvoering hand in hand. Maar er zijn ook andere ensembles uit soortgelijk hout gesneden, zoals bijvoorbeeld de door Peter Philips geleide Tallis Scholars, het Britse kamerkoor dat in 1973 werd opgericht.
Maar Vellard en Savall hebben nog iets anders gemeen: belangstelling voor de oude muziek buiten Europa, uit onder meer het Nabije en Midden-Oosten. Ook de oude muziek van het Iberisch schierland heeft Vellards grote belangstelling. Zo is hij intensief betrokken bij het Spaanse ensemble Vox Suavis (door hem samen met Isabel Arnaz opgericht) dat zich heeft gespecialiseerd in de traditionele oude Spaanse muziek. En dan is er nog het Neuma Trio dat zich beweegt tussen het gregoriaans en eigentijds. Vellard geeft, zoals zoveel musici, zijn kennis en ervaring door aan een jonge generatie: hij doceert - naast nog een groot aantal andere activiteiten - sinds 1982 aan de in de oude muziek gespecialiseerde Schola Basiliensis in Bazel.
Een weerspannige paus
Messes de Barcelone et d'Apt, de titel van deze cd, verwijst zowel naar de veertiende-eeuwse miscultuur in Barcelona als naar de religieuze muziekpraktijk in het daarmee verbonden paapse Avignon. Om met het laatste te beginnen: aan het einde van de dertiende eeuw was de relatie tussen paus Bonifacius VIII en de Franse koning Filips de Schone op een dieptepunt geraakt. De ellende begon met een spilzuchtige vorst die dringend geld nodig had om zijn leger te onderhouden en daarvoor in 1295 zijn toevlucht nam in wat ook vandaag nog steeds een probaat middel is: de invoering van een nieuwe belasting, zij het dat die beperkt bleef tot uitsluitend de clerus. De reactie liet niet lang op zich wachten: de geestelijkheid met voorop de paus toonde zich furieus. Alom klonk de roep om excommunicatie van de roomse Filips. Het hielp niet. Sterker nog, in september 1303 werden de rollen omgedraaid met de gevangenneming van de paus die in de donkere en vochtige kerker in de drie dagen daarna bepaald niet zachtzinnig behandeld. Het was de zegelbewaarder, de minister van justitie in hoogsteigen persoon, die de in ongenade gevallen kerkvorst dusdanig martelde dat deze een maand later aan zijn verwondingen bezweek.
Spoedig einde
Al spoedig daarna meldde zich zijn door Rome benoemde opvolger: Benedictus XI, die alle moeite deed om de intussen zeer hoog opgelopen spanningen tussen kerk en staat in goede banen te leiden, maar in 1304, nauwelijks een jaar na zijn aantreden, maakte een hevige darmkoliek daaraan een rigoureus en definitief einde. De dood van Benedictus XI stortte het pausdom van de ene in de andere dag in de grootste crisis van zijn bestaan.
Franse afkomst betaalt zich uit
Er moest een nieuwe paus worden benoemd, en snel. Dat werd in 1305 paus Clement V, een geestelijke van - niet toevallig! - Franse origine. De verwachtingen waren hooggespannen en inderdaad, de Franse koning en de Franse paus bleken het uitstekend met elkaar te kunnen vinden. Zozeer zelfs dat Clement zich door Filips volledig beschermd wist. Dat klemde des te meer omdat vergeleken met het turbulente Rome het veel aanlokkelijker was om de instabiele Italiaanse hoofdstad te verruilen voor Avignon. Clement draalde niet al te lang en besloot om zijn pauselijke tenten dan maar voorlopig in Avignon op te slaan, een besluit dat echter steeds opnieuw werd verlengd: Avignon bleef zelfs tot 1377 de officiële zetel van de paus en zijn entourage. En de wijnen van het Rhônedal (Côtes du Rhône), gelegen tussen Avignon en Orange, waren toen al zéér goed.... Wie drinkt er niet graag een onvervalste Chateauneuf du Pape?
Ars Nova
We weten nauwelijks iets van het muzikale repertoire in het pauselijke Avignon, al ligt het voor de hand dat dit niet zal hebben afgeweken van wat toen in de Kerk van Rome gebruikelijk was: het gregoriaans, met nadruk op de tekst en niet op de muziek. Onder het pontificaat van Clemens VI (1342-1352) ontstond echter geleidelijk aan een nieuwe muziekstijl: de bekende Ars Nova of Nieuwe Kunst, daterend uit het begin van de veertiende eeuw en ontstaan in Noord-Frankrijk. Ook dit was in de behoudende katholieke kringen niet zonder slag of stoot gegaan: nog in 1324 had de toenmalige paus Johannes XXII zelfs het decreet 'Docta sanctorum' uitgevaardigd waarin iedere uiting van de Ars Nova ten sterkste werd veroordeeld. Maar Clemens VI schoof de bezwaren van zijn voorganger opzij en ging zelfs zo ver dat hij gekwalificeerde zangers uit Noord-Frankrijk aantrok om zijn zojuist gestichte 'Chapelle Intrinsèque' ('intrinsèque' te vertalen naar 'essentieel', 'onmisbaar') muzikaal te bemannen. Hun eerste verantwoordelijkheid: de uitvoering van de liturgische muziek. Een eredienst zonder muziek was immers ondenkbaar!
Kruisbestuiving
Wat heeft de Messe de Barcelone hiermee te maken? Veel, want er bestond al sinds de twaalfde eeuw een sterke band tussen Barcelona en het gebied eromheen (dat deel uitmaakte van het koninkrijk van Aragon) en Avignon. Niet verwonderlijk dus dat de Ars Nova rond het midden van de veertiende eeuw ook zijn weg vond naar Catalonië, in een tijd waarin een groot aantal Franse musici emplooi vonden bij de koninklijke kapel van het hof van Aragon. De meeste van hen, overwegend zangers, waren afkomstig van de 'Chapelle Intrinsèque' in Avignon. Op hun beurt waren het Catalaanse musici die in Avignon werk vonden. Die kruisbestuiving zorgde ervoor dat er nauwelijks verschil was tussen het repertoire in Aragon en dat in Avignon. Dat is duidelijk gebleken uit de talrijke manuscripten die in zowel in Catalonië als in Avignon zijn gevonden. Bijzonder waren dergelijke 'netwerken' overigens niet: ze waren overal in Zuid-Europa actief, wat ook de verspreiding van het repertoire verklaart over met name Zuid-Frankrijk en later zelfs heel Europa.
Zeer hoge kwaliteit
De Barcelona-mis dankt haar naam aan de plaats waar zij wordt bewaard: de Biblioteca de Catalunya in Barcelona. Er bestaat slechts één exemplaar van het manuscript (gearchiveerd onder MS 971) dat in 1926 werd aangetroffen in Vilafranca del Penedés, een plaatsje gelegen op zo'n vijftig kilometer van Barcelona. De zeer hoge kwaliteit van niet alleen de muziek, maar ook die van het perkament, de uitgelezen kalligrafie en de schitterende decoraties sluiten vrijwel uit dat het manuscript in Vilafranca ooit voor uitvoering werd gebruikt, zoals het ook onwaarschijnlijk is dat de opdrachtgever daar moet hebben gewoond. Het is veel aannemelijker - hoewel historisch en musicologisch enig bewijs daarvoor ontbreekt - dat het manuscript in het bezit was van de reeds genoemde koninklijke kapel tijdens het bewind van Martin I van Aragon en dat het om onverklaarbare redenen in Vilafranca terecht is gekomen.
Raadsels
Onbekend is ook wie het werk heeft of hebben geschreven. Ondanks zijn tamelijk gesloten aard kan niet worden uitgesloten dat er zelfs meerdere componisten aan hebben gewerkt. Zo zijn niet alle misdelen driestemmig (het Agnus Dei is vierstemmig) en staan niet alle delen in dezelfde toonsoort D: het Credo is in G genoteerd. Wel komt het cyclische karakter ervan grotendeels overeen met vergelijkbare missen, zoals die van Guillaume de Machaut en de latere Franco-Vlaamse polyfonisten. Treffend is ook dat de sequensen in het Gloria en Sanctus voor de symmetrische ordening van het Credo zorgen. Maar misschien is het belangrijkste aspect toch wel dat van een echt stilistische eenheid tussen de verschillende delen geen sprake is. En de enige verwijzing naar een (mogelijke) auteur, 'Sortes', staat niet aan het begin maar in het midden van het enige bewaarde manuscript (de kopie draagt hetzelfde handschrift). Waarmee de theorieën nog niet zijn uitgeput, want evenmin kan worden uitgesloten dat er wel degelijk sprake is geweest van slechts één componist, maar dan een die al bestaande misdelen voor een of meerdere uitvoeringen samen heeft gevoegd, een methode die - zo blijkt uit overgeleverde bronnen - in de Middeleeuwen vaak werd toegepast.
Van een van de drie daarop volgende stukken is de auteur wel bekend: het motet met bescheiden instrumentale begeleiding Colla jugo | Bona condit is van de hand van Philippe de Vitry (1291-1361), een van de beste theoretici op het gebied van de Ars Nova en een van de meest gevierde componisten uit de veertiende eeuw, verbonden aan de Notre-Dame in Clermont-en-Bauvais, in het departement Oise. Vanaf 4 januari 1351 was hij bisschop van Meaux.
Avignon
Het Apt-manuscript (ondergebracht onder cat. 16bis) wordt bewaard in de kapittelkamer van de kathedraal van Sainte Anne in Apt, een stad (het telt rond de 12.000 inwoners) in het Franse departement Vaucluse. Er is daar meer te vinden, waaronder het repertoire zoals dat werd gezongen aan het pauselijk hof in Avignon. Hoe het in Apt terecht is gekomen kan - evenals dat met Vilafranca het geval was - evenmin goed worden verklaard. Als het door het hof werd uitgeleend aan Apt is het in ieder geval niet teruggebracht. Het Apt-manuscript bestaat uit zes gekopieerde muziekboeken uit verschillende perioden, van rond 1350 tot ca. 1400. Alle daarin opgenomen werken zijn polyfoon, de meeste driestemmig, sommige twee- of vierstemmig. Het is allegaartje door de weliswaar complete, maar niet aan elkaar gerelateerde misdelen (Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus Dei), aangevuld door een groot aantal lofzangen en motetten. Alleen de hymnes kennen een logische ordening: ze zijn opeenvolgend geschreven en als zodanig gegroepeerd.
Iets minder dan de helft van de in Apt bewaarde, in totaal 49 stukken is voorzien van de naam van de componist of daarnaar te herleiden (op deze cd betreft dat de namen van Depansis en Johannes Tapissier). De rest is anoniem.
Enorme kloof
De volgorde van de op dit album vastgelegde werken is hoewel coherent wel arbitrair gekozen. Gezien de geschiedenis ervan kon dit ook niet anders. Wie de cd beluistert zal echter merken dat dit geen enkel beletsel vormt voor het genieten van deze a capella werken. Integendeel zelfs, er dringt zich bijna onbewust een logica op die weldadig aandoet. Wat daarbij zeker helpt is de schitterende muziek en de ongekende uitvoeringskwaliteit door een ensemble en onder een dirigent die de historiserende aspecten ervan als geen ander kent. Het grootste winstpunt: de musicologische achtergrond is geen enkele sta-in-de-weg om de uitvoering van deze muziek een stralende cachet mee te geven (musicologie en uitvoering zijn helaas maar al te vaak twee echt van elkaar verschillende werelden). Desondanks is er die enorme kloof van bijna zeven eeuwen die in onze belevingswereld met geen mogelijkheid te overbruggen valt. Die illusie moeten we ook niet hebben: dat we in de huid, nee in de geest kunnen kruipen van de Middeleeuwse mens. Wie dat toch denkt kan ik de klassieker 'Herfsttij der Middeleeuwen' van Johan Huizinga aanbevelen, al verschenen in 1919, maar nog steeds volop verkrijgbaar. Een 'eye-opener' van de bovenste plank die volmaakt past bij een 'ear-opener' van nog een bovenste plank: deze nieuwe uitgave in de nog steeds uitdijende reeks van het Ensemble Gilles Binchois, voor deze gelegenheid bestaande uit twee (manlijke) alten, twee tenoren, bariton, twee middeleeuwse vedels en een eveneens middeleeuwse gittern (Google helpt u daarin ongetwijfeld verder). Ik vermoed dat deze hemelse muziek voor menigeen balsem op de al of niet getormenteerde ziel zal opleveren. Toch iets om even bij stil te staan.
|
|