CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2024 |
In het cd-boekje wordt het keurig uitgelegd: dat met My American Story – North Daniil Trifonov zijn immigrantenreis in de ‘Nieuwe Wereld' herbeleeft aan de hand van Amerikaanse muziek, variërend van jazz en swing tot modernisme, minimalisme en populaire soundtracks. "Ik wilde geen anthologie opnemen," zegt hij. "Dit zijn simpelweg stukken waarmee ik me persoonlijk verbonden voel. Mijn favorieten die me op muzikaal vlak aanspreken." Deze levendige mozaïek van repertoire, zegt Trifonov, "heeft me geïntroduceerd in veel van de perspectieven, stijlen, culturen, plaatsen, mensen, verhalen en uitdrukkingen die mijn Amerikaanse ervaring hebben gevormd en beïnvloed." Het project wordt omlijst door twee grote Amerikaanse pianoconcerten die bijna een eeuw uit elkaar liggen: George Gershwins gedurfde, jazzy Concerto in F uit 1925, en Mason Bates' al even sprankelende Pianoconcert, speciaal gecomponeerd voor Trifonov en voor het eerst in 2022 door hem uitgevoerd met het Philadelphia Orchestra onder leiding van Yannick Nézet-Séguin (tevens op dit album vertegenwoordigd). Beide werken bieden gelukkig inhoudelijk meer dan alleen maar een virtuoze showcase. Trifonov verhuisde in 2009 van Rusland naar de Verenigde Staten om er te studeren aan het Cleveland Institute of Music (CIM) bij Sergei Babayan. Hij ontdekte er Art Tatum en noemde diens opnamen zijn eerste ervaring met jazz. Opgegroeid met een constante stroom van Skrjabin, Rachmaninov en andere Russische grootheden, raakte de verblufte student diep onder de indruk door Tatums vindingrijkheid en sprankelende virtuositeit. Vladimir Horowitz heeft naar verluidt gezegd over Art Tatum: "Als hij serieus met klassieke muziek zou beginnen, zou ik de volgende dag mijn baan opzeggen." Tatum werd geboren in het nabijgelegen Toledo, Ohio, en jaren in Cleveland optrad voordat hij op het toneel van 52nd Street in New York belandde. Trifonov brengt hulde aan de Afro-Amerikaanse tovenaar op het toetsenbord en muzikale pionier met zijn eigen auditieve transcriptie van Tatums opname uit 1949 van I Cover the Waterfront. Gershwin was een tijdgenoot van Tatum die de riffs en grooves van Amerikaanse jazz uitbreidde naar de klassieke idiom. Trifonov hoorde voor het eerst Gershwins Concerto in F als tiener in Moskou en werd meteen gegrepen door de wens om het uit te voeren. Het album bevat ook misschien wel de meest canonieke Amerikaanse componist, Aaron Copland. In plaats van een werk dat de zacht glooiende heuvels en open prairies suggereert die vaak met Coplands naam worden geassocieerd, heeft Trifonov gekozen voor de gespannen, dissonante en zelden opgenomen Piano Variations (1930), die hij zowel een meesterwerk als het ‘meest uitdagende om te spelen" van de composities op My American Story noemt. Meer dan wat dan ook kan My American Story – North (het vervolg op het album, My American Story – South, zal de muziek van Latijns-Amerika presenteren) worden beschreven als een liefdesverhaal: over Trifonovs genegenheid voor zijn geadopteerde thuis en liefde voor het leven – en gezin – dat hij daar heeft opgebouwd. Dit sentiment horen we terug in de trage, contemplatieve, harmonisch weelderige versie van When I Fall in Love van jazzpianist Bill Evans. Trifonov hoorde Evans' opname van de jazzstandard uit 1960 voor het eerst terwijl hij door een afspeellijst scrolde en raakte inderdaad… verliefd. "Er is een oprechtheid in de expressie," zegt hij, "die voor mij de beste kenmerken van dit authentiek Amerikaanse muzikale genre karakteriseert." Filmmuziek is een andere typisch Amerikaanse genre. Voordat Trifonov in Cleveland aankwam, waren zijn eerste indrukken van Amerika gestoeld op Hollywoodfilms, waarvan hij er een paar in de bioscoop had gezien tijdens zijn jeugd in Moskou, aan het begin van het millennium. Eenmaal in Cleveland zorgden Babayan en zijn klasgenoten voor een complete onderdompeling in de Amerikaanse cultuur, waaronder ‘must see' films variërend als The Godfather-trilogie en Mel Brooks' The Producers. Herinneringen aan de zwart-komische film American Beauty van Sam Mendes uit 1999 en de verfilming van John Grishams roman The Firm uit 1993 lieten eveneens een memorabele indruk achter. Beide soundtracks boden Trifonov een passend muzikaal instappunt. Dave Grusins Memphis Stomp, uit The Firm, grijpt terug op de bruisende blues- en ragtime-ritmes van de Amerikaanse ‘Deep South' die pianisten als Little Richard en Jerry Lee Lewis in de jaren vijftig transformeerden tot het fundament van de rock-‘n'-roll. Ondertussen is het thema van Thomas Newman uit American Beauty pianomuziek op zijn meest cinematografisch: sfeervol en introspectief. Pioniers zoals Steve Reich en Philip Glass hebben minimalisme gekarakteriseerd als een stijl die ‘het Amerikaanse ethos van eeuwige beweging' samen laat vallen met modale patronen en harmonische progressies, wat volgens Trifonov een efficiënte, bedwelmende dynamiek creëert. John Adams' China Gates (1977) en John Corigliano's Fantasia on an Ostinato (1985) gebruiken allebij hun minimalistische ‘gereedschappen' met contrasterende effecten: terwijl Corigliano zijn meditatie baseert op een citaat uit Beethovens Zevende Symfonie, is China Gates een klankschildering van de natuur, waarbij de cyclische achtste noten de delicate tikken van regen in de Californische lente suggereren, een studie in contrasten van licht en schaduw. Voor Trifonov zijn minimalisme en naturalisme nauw met elkaar verbonden. Het Pianoconcert dat Mason Bates is in zekere zin een samenvatting van Trifonovs zeer persoonlijke Amerikaanse reis. Bates heeft veel van de muzikale kenmerken die Trifonov in zijn album een plek heeft gegeven, verkent. “Het eerste deel is een geestige, speelse hommage aan de Renaissance,” aldus Trifonov. “Het tweede deel, in de Romantische traditie, is een zielvol gesprek tussen het orkest en de pianist. Het derde deel is excentriek en ritmisch, met een cinematografische drive. Ik waardeer het wanneer je kunt horen waar muziek vandaan komt. Mason's stuk is een van de grote concerten van deze eeuw – en het had alleen in Amerika geschreven kunnen worden!” Na zijn studiejaren in Cleveland woonde Trifonov een tijd in New York City. Met zijn jonge Russisch-Latino gezin is hij tegenwoordig thuis in zowel de noordelijke als de zuidelijke Amerika's. Als hij geen pianist was, zegt Trifonov, zou hij graag stedenbouwkundige zijn geweest. Zijn gevoeligheid voor de kenmerkende eigenschappen van landschappen en stedelijke stadsgezichten blijkt uit de verbindingen die hij legt tussen de muziek die hij speelt en de omgevingen waarin hij leeft. Trifonov's ‘Field Version' van John Cage's iconoclastische 4'33” (1952) vangt de essentie van die verbinding: een reis van het metrostation Columbus Circle in New York City, door de drukte van de meest bevolkte, dichtste en diverse stad van Noord-Amerika, naar de groene, open ruimte van Central Park. Een wandeling van enkele honderden meters die Trifonov talloze malen heeft gemaakt, en die het geluid en de geest van dit hoofdstuk in zijn Amerikaanse verhaal omvat. Aldus de toelichting van Julian Sancton en Oscar Alan. Wat valt hier nog aan toe te voegen? Alleen nog dat het een gewéldige uitgave is, zowel wat betreft de idiomatisch gestileerde vertolkingen als de opnamen. index |
|