CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2016

 

Rózycki: Pianokwintet in c, op. 35 (1913)

Friedman: Pianokwintet in c (1918)

Jonathan Plowright (piano), Szymanowski Quartet

Hyperion CDA68124 • 80' •

Opname: oktober 2015, Potton Hall, Dunwich, Suffolk (VK)

 

Een niet alledaagse combinatie, deze twee pianokwintetten van respectievelijk Ludomir Rózycki (1883-1953) en Ignacy Friedman (1882-1948), twee componisten die vrijwel even oud waren maar in het toen verdeelde Polen in twee verschillende gebieden opgroeiden: Rózycki in het in de Russische sector gelegen Warschau en Friedman in Kraków, in het Oostenrijkse deel. Toch kruisten hun wegen zich, zij het pas in de Eerste Wereldoorlog, in Berlijn. Twee jonge twintigers die het in muzikaal opzicht al gemaakt hadden. Rózycki als musicus en componist in Polen en Friedman als de pianist die internationaal was doorgebroken en daarmee in het voetspoor trad van zijn beroemde landgenoot Ignacy Jan Paderewski.
Rózycki maakte met onder meer Mieczyslaw Karlowicz, Grzegorz Fitelberg en Karol Szymanowski deel uit van Mioda Polska, Jong Polen, waartoe ook schilders als Stanislaw Wuspianski, Wladislaw Podkowinski en Olga Bozanska behoorden. De groep stelde zich teweer tegen de Poolse kunst en cultuur die in hun ogen vastgepind leek aan de ' ouderwetse' Romantiek. Maar het was tevens een uitvloeisel van de tegenbeweging die ontstond tegen de onderdrukking van Polen door het keizerlijke Rusland na de Poolse opstand van januari 1863. De oprichters en deelnemers wilden een Poolse cultuur die paste bij hun generatie, maar de veranderingen moesten weer niet zo ingrijpend zijn dat daardoor het verafschuwde modernisme de overhand zou krijgen. Soortgelijke groepjes, zij het in andere varianten, waren er ook elders in Europa te vinden, zoals de Groupe des Six in Frankrijk. Opgericht in 1905 hield het echter al in 1918 op te bestaan.

Toen Rózycki in de zomer van 1913 in Parijs aan zijn Pianokwintet werkte gonsde het daar van de opwinding rond Debussy's 'Jeux'. Stravinsky's 'Sacre' en Diaghilevs Ballets russes. Op Rózycki heeft dat echter weinig invloed gehad, althans afgaande op zijn Pianokwintet dat zich in een exotisch klankgewaad hult (zoals kort daarvoor Szymanowski met zijn Liefdesliederen van Hafiz), maar toch wortelt in de laatromantische stijl van Richard Strauss en Max Reger, en dan ook nog eens vermengd met een forse dosis César Franck en Juliusz Zarebski. Eenvoudig samengevat klinkt het werk zeker niet Pools (de typisch Poolse volksmelodiek is in geen velden of wegen te bekennen), waarschijnlijk eerder sterk beïnvloed door Rózycki's intensieve studieuren bij Engelbert Humperdinck in Berlijn. Toch, zo bewijst dat Pianokwintet, kan in een dergelijke op de traditie gestoelde mengelmoes nog wel enige oorspronkelijkheid doorschemeren, met dank aan dat exotisme. Wat niet wegneemt dat vergeleken met componisten als Debussy en Stravinsky Rózycki door de bank genomen nogal traditioneel componeerde.

Ignacy Friedman
Dat geldt niet minder voor Ignacy Friedman. Ze hebben elkaar, zij het misschien vluchtig, persoonlijk gekend, getuige een concert rond Kerstmis 1915 in Berlijn met een geheel aan Rózycki gewijd programma. Daarin ook Rózycki's Pianokwintet en een aantal door hem gecomponeerde Poolse dansen, met als pianist Ignacy Friedman. Het exotisme van Rózycki en Szymanowski vond, zo valt af te lezen uit het in 1918 gecomponeerde Pianokwintet, bij Friedman niet of nauwelijks weerklank. Evenals bij Rózycki is de Poolse folklore ver weg. Wat zeker mede een rol zal hebben gespeeld was zijn cosmopolitische inslag. De toen 36-jarige Friedman trad overal op en moet zich daardoor een wereldburger hebben gevoeld. Het werk concentreert zich vooral op poëtische expressie en is daardoor van nature al 'zachtaardiger' dan het Pianokwintet van Rózycki. Evenals het Pianokwintet van Rózycki mist dat van Friedman de bijzondere kenmerken waardoor het zich onderscheidt van wat er als grootste gemene deler in en rond de Eerste Wereldoorlog zoal werd gecomponeerd. Het is daarom niet zo verwonderlijk dat het werk van Friedman en in iets mindere mate dat van Rózycki geleidelijk uit het zicht is verdwenen en pas nu (al is het sporadisch) weer opduikt. Het heeft zeker ook iets met de muziekhistorische ontwikkeling te maken, de voortdurende zoektocht naar minder bekende composities naast het speuren in bibliotheken en archieven naar muziek die nog op (her)ontdekking wacht. Soms zitten er pareltjes tussen maar vaak is het niet meer dan terecht dat het in vergetelheid is geraakt.

Geweldig ensemble
De Britse pianist Jonathan Plowright en het in 1995 opgerichte Szymanowski Quartet hebben zich al eerder voor het werk van Poolse componisten ingezet, zoals onder meer blijkt uit hun cd met het Pianokwartet op. 61van Wladislaw Zelenski en het Pianokwintet op. 34 van Juliusz Zarebski, eveneens op het Hyperion-label. Het blijkt een geweldig ensemble dat beide werken net niet te prozaïsch en te ingetogen over het voetlicht brengt. Tempi, dynamiek en agogiek zijn perfect afgemeten in deze temperament- en gloedvolle uitvoeringen. De homogeniteit binnen het gehele ensemble is exemplarisch, er wordt bevlogen gemusiceerd en het idiomatische karakter van deze muziek staat hoog genoteerd. De opname is van de hoge Hyperion-kwaliteit. Het is zeker een aanwinst voor het kamermuziekrepertoire al blijft overeind dat de beide werken binnen de stilistische kaders blijven die we al in ruime mate kennen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links