CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juni 2025

Sergio Fiorentino - The Legacy

Klik hier voor het inhoudsoverzicht

Brilliant Classics 97423 (26 cd's)
Opname: 1953-1997

Ook op o.a. Spotify

 

Hoe kan het pianospel van Sergio Fiorentino (Napels, 1927-1998) het beste worden samengevat? Dat het in veel opzichten uitmuntend is zullen slechts weinigen bestrijden, maar er zijn zoveel facetten mee verbonden dat een passende omschrijving desondank verre van eenvoudig is.

Om toch maar een schamele poging te wagen: zijn rijke klankpalet, zijn fenomenale inzicht in de werkstructuur (hij was een ware klankarchitect), de ongekunstelde virtuositeit, diepgevoelde expressie (dramatiek en lyriek waren bij hem in de best denkbare handen), de sublieme contrastwerking en de onopgesmukte oprechtheid die van zijn vertolkingen uitging.

Fiorentino, een groot musicus met een eigen stem die ieder recital, iedere opname tot een waar luisteravontuur deed uitgroeien en er niet voor schroomde om op het notenbeeld zijn eigen stempel te drukken. Voor hem was die persoonlijke stem, die daaruit voortvloeiende interpretatieve vrijheid van groter belang dan de trouwhartige weergave van het notenbeeld. Een representatief voorbeeld daarvan vormen de walsen van Chopin, waarin hij naast rubati en accelerandi bepaalde ritmische vrijheden en pedaalgebruik inzette voor betoverende pure sfeertekening; zoals ook Alfred Cortot 1877-1962) dat vrijwel onnavolgbaar kon. Men kan er bezwaren tegen opwerpen, maar het overrompelend effect van dergelijke interpretaties is er niet minder om. Wat overigens geenszins betekent dat Fiorentino partituuraanduidingen zomaar aan zijn laars lapte, of uit was op ijdel pianistisch vertoon. Alles was vooraf wel degelijk goed overdacht (anders zou hij nooit en te nimmer een ferme greep op de werkstructuur hebben gehad) en wist hij spontaniteit daarvan blijkbaar moeiteloos af te leiden.

Des te merkwaardiger eigenlijk dat Fiorentino tijdens zijn zo werkzame leven door zijn musicerende tijdgenoten nauwelijks werd opgemerkt en dat eerst na zijn dood – ik registreer het bepaald niet voor het eerst – zijn muzikale erfenis tot zelfs legendarische proporties kon uitgroeien; om vervolgens door de voortschrijdende tijd weer in te zakken. Het heeft tegelijkertijd iets diep tragisch, die late opleving van een oeuvre dat toch vooral werd gekenmerkt door Fiorentino's grootse toewijding aan de muziek, zonder enige andere ambitie. Deze aristocraat-van-de-piano wist talent en hard werken tot een synergetische symbiose om te smeden, met de vele voorliggende opnamen als het onomstotelijk bewijs.

Fiorentino's muzikale talent werd al vroeg in zijn jeugdjaren herkend, want anders was hij als elfjarige niet toegelaten tot het Napolitaanse conservatorium San Pietro a Majella. Om al vrij spoedig daarna – hij was toen pas rond vijftien jaar – al een aantal concoursen op zijn naam te hebben gebracht. Zijn uiterst succesvoll debuut in Carnegie Hall volgde in oktober 1953, maar in 1954 sloeg het noodlot toe, toen hij tijdens een concertournee in Argentinië en Uruquay betrokken raakte bij een vliegtuigcrash die hem bijna het leven kostte. De muzikale prijs van zijn ernstige verwondingen was hoog: er wachtte hem een moeizaam verlopend revalidatieproces van maar liefst vier jaar, dat hij opvulde met lesgeven aan datzelfde conservatorium in Napels.

Van de in de door Briliant Classics uitgebrachte box met 26 cd's stammen er 16 uit de jaren vijftig en zestig, een periode die vanuit opnametechnisch perspectief niet tot de meest gelukkige behoort (al zijn er enige uitzonderingen). Dat was in de tijd waarin Fiorentino uitsluitend opnam voor een aantal kleine labels (Fidelio, Delta, Concert Artist en Saga), gelieerd aan de Britse platenproducer en impresario William Barrington-Coupe, die was getrouwd met de pianiste Joyce Hatto. In 2007 kwam aan het licht dat hij opnamen van andere pianisten onder de naam van Hatto had uitgebracht. Het leidde tot een schandaal dat de voorpagina's haalde en later naam maakte als de grootste fraudezaak in de wereld van de klassieke muziek.

In 1989 was het de Duitse mecenas Ernst A. Lumpe (hij speelde een belangrijke rol in de ‘herontdekking' van de Italiaanse pianist) die Fiorentino – die zich al geruime tijd eerder uit het openbare muziekleven had teruggetrokken - ertoe wist over te halen om opnieuw opnamen te maken. Als opnamelocatie werd gekozen voor de bekende Siemensvilla in Berlijn, onder toeziend oor en oog van Lumpe, in de periode 1994-1997 (de overige 10 cd's in deze box). Fiorentino zocht in die jaren ook het concertpodium weer op, waarbij hij zich eerst nog beperkte tot optredens in kleine concertzalen in Duitsland. Later ging hij op tournee naar Frankrijk, de Verenigde Staten en Taiwan. Totdat het noodlot opnieuw toesloeg, maar nu zonder enige kans op herstel: in augustus 1998 trof hem een herseninfarct, waarna hij kort daarop, op 22 augustus, in zijn geboortestad Napels overleed. Waarmee ook Lumpes verdere opnameplannen voorgoed van de baan waren.

Gewend als we zijn geraakt aan het eindeloze editen, niet zelden op de seconde nauwkeurig, hield Fiorentino het in de opnamestudio op hoogstens een paar maal in zijn geheel doorspelen, met vervolgens hoogstens een incidentele correctie. Geen wonder dus dat in zijn opnamen de spanningsbogen optimaal worden gerealiseerd.

Fiorentino's speelstijl mag zeker romantisch (hoewel het begrip aan inflatie onderhevig is geraakt) worden genoemd. Zoals er ook raakvlakken zijn met de stijl van bijvoorbeeld tijdgenoot Shura Cherkassky (1909-1995) en tegenwoordig Arcadi Volodos. Expressief, dichterlijk, een rijk kleurenpalet, niet strak aangelijnd (frasering, accentuering, ritmiek, pedaalgebruik), en altijd weer die fenomenale techniek. Waarbij het in de lijn der verwachting ligt dat dergelijke pianisten bijzonder goed raad wisten of weten met de muziek van componisten als Chopin, Liszt, Rachmaninov, Skrjabin, Brahms en Schumann; en zonder dat van geromantiseerde overdaad sprake is.

De Fiorentino Edition stamt oorspronkelijk van Piano Classics, dat vanaf 2011 vier, uit meerdere cd's bestaande, releases uitbracht die nu door Brilliant zijn gebundeld tot 26 cd's, gemasterd door Jochem Geene en voorzien van twee interessante toelichtingen door respectievelijk het duo Christoph Schlüren en Ottavia Maria Maceratini, en de reeds genoemde Ernst A. Lumpe.

Toegegeven, wat de opnamekwaliteit betreft zijn we de laatste jaren behoorlijk verwend geraakt, waardoor het wat deze editie betreft menigmaal best wel even slikken is, en vooral als sprake is van een mengeling van origineel bandmateriaal en overzetting vanaf de (originele) lp's. Blijkbaar zijn bepaalde banden beschadigd of in het ongerede geraakt, waardoor deze noodgreep noodzakelijk werd. De cd's 11 t/m 15 zijn aldus samengesteld, al is, met deze beperking in het achterhoofd, de auditieve ‘schade' gelukkig redelijk beperkt gebleven (zeker wanneer niet via een elektrostatische of anderszins zeer kritische hoofdtelefoon wordt geluisterd).

De cd's 1 t/m 10 bevatten de studioregistraties uit de jaren negentig, geproduceerd door Ernst A. Lumpe (pseudoniem Remus Platen). Deze bieden zonder meer de beste opnamekwaliteit.

Wat op deze 26 cd's evenwel ongebroken overeind blijft is Fiorentino's monumentale vertolkingskunst: gloedvol, sonoor, kleurrijk, helder, lyrisch en beheerst, evocatief, en vervuld van grandeur en coherentie. Zijn tempi zijn over de gehele linie zo goed gekozen dat er een zekere mate van intuïtie aan ten grondslag lijkt te liggen. Subliem is ook de stemvoering, waardoor ook de middenstemmen fraai tot gelding komen. Zoals ook het evenwicht tussen rechter- en linkerhand even exemplarisch is.

Minder gelukkig ben ik met het aandeel van het Guildford Philharmonic en Hamburg Pro Musica, die klinken vanuit de periferie, al speelt de minder geslaagde verdoeking eveneens een rol. De meeste begeleidingslacunes zijn te vinden in Liszts Tweede pianoconcert door het Guildford onder leiding van Vernon Handley (die later nog zoveel moois aan de discografie zou toevoegen).

In mijn verzameling bevindt zich nog een set met live-opnamen van Rachmaninovs complete werken voor piano solo op het label Rhine Classics (catalogusnr. RH-006), en bovendien in uitstekende geluidskwaliteit. Al zit er ook nog een (live)opname van 21 december 1991 tussen van de Paganini-rapsodie, met de Accademia Nazionale di Santa Cecilia onder leiding van Vladimir Fedoseyev. Een set die nog steeds verkrijgbaar en bepaald niet te versmaden is (wat helaas niet meer geldt voor Sergio Fiorentino live in Taiwan en Sergio Fiorentino live in USA 1996-1998, al weet je nooit of het alsnog tot een heruitgave leidt).

Wie zijn oor te luisteren wil leggen bij Fiorentino's pianostijl uit een relatief ver verleden zal rijkelijk worden beloond!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links