CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2010

 

 

Ning Feng Solo

Milstein: Paganiniana, Variations.

Tárrega/Ricci: Recuerdos de la Alhambra.

Berio: Sequenza VIII.

Paganini: Duet in C voor viool solo.

Schnittke: A Paganini.

Schubert/Ernst: Der Erlkönig, Grand Caprice op. 26 - Étude nr. 6 (The last rose of summer).

Ning Feng (viool).

Channel Classics CCS SA 31210 • 64' • (sacd)


In de bespreking van zijn cd Hello Mr. Paganini (klik hier voor de recensie) schreef ik o.a. dat Feng kon lezen en schrijven met zijn viool en dat hij speelde als een god in Frankrijk, speels, zwierig, charmant, poëtisch, maar ook op het scherpst van de snede, met groot virtuoos vertoon en in grote stijl.

De 'duivelskunstenaar' Paganini hebben we helaas nooit gehoord, maar wel die breed uitgewaaierde violistengeneratie uit zowel de eerste als de tweede helft van de vorige eeuw die ons deelgenoot hebben gemaakt van hun onvoorstelbare virtuoze capaciteiten. Een aantal van hen was zelfs nog te zien, in die uitstekende documentaire van Bruno Monsaigeon, The art of violin. Dat Ning Feng tot de grootste violisten behoort staat wat mij betreft buiten kijf. Zeker, door de twee cd's kan de schijn worden gewekt dat Feng 'alleen maar' een vioolvirtuoos is of wil zijn die de diepere kanten van de muziek langs zich heen laat glijden, maar het tegendeel is het geval, getuige de diepte die hij weet te bereiken in bijvoorbeeld Schnittkes A Paganini (ook inhoudelijk een razend moeilijk stuk), Berio's Sequenza VIII en Ernsts grandioze bewerking van Schuberts Der Erlkönig. Als u dan bovendien weet dat Feng heeft gestudeerd bij o.a. Antje Weithaas, dan begrijpt u wel dat Fengs spel heel wat verder reikt dan virtuoos vertoon. Misschien maken we het zelfs nog mee dat Feng, in navolging van sommige grote violisten, zelf stukken voor viool solo gaat arrangeren, wat stellig een verrijking van het op dit vlak niet al te dik gezaaide repertoire zou kunnen betekenen.

Uit het colofon blijkt dat niet alleen Jared Sacks als producer, recording enigneer en editor heeft gefungeerd, maar ook Ning Feng. Nu moet ik erbij zeggen dat ik me de violist nauwelijks als opnametechnicus kan voorstellen, maar wel dat hij zich met de editing heeft bemoeid. Het tegenovergestelde komt helaas veel vaker voor: dat musici na de 'klus' in de studio het verder aan de producer overlaten om de uiteindelijke keuzes voor de master te maken. Als ze er dan later toch nog ongelukkig mee zijn en hun vinger onverbiddelijk richting producer wijst, zijn ze meestal te laat. Gedane zaken blijken dan geen keer meer te kunnen nemen. Voor Feng gold dit dus in ieder geval; niet: hij zat erbij en luisterde ernaar. De opname zelf, gemaakt in de Doopsgezinde Kerk in Deventer, biedt een schitterende afbeelding van zowel de viool als de akoestiek. Maar zelden hoor je de eenzame viool zo mooi in de ruimte staan. Of er wat galm aan toe is gevoegd weet ik niet (ik ken de kerk niet), maar als het is gebeurd, is het wel met meesterhand gedoseerd. Heel bijzonder, deze uitgave!

In het cd-boekje wordt de piano aangeduid als de 'koning van de instrumenten', maar volgens mij is dat toch nog steeds het orgel. Hoewel, na Feng te hebben gehoord...


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links