Fauré: Nocturnes & Barcarolles
Klik hier voor het inhoudsoverzicht
Aline Piboule (piano, Gaveau, Parijs 1929)
Harmonia Mundi HMM 902510 • 63' •
Opname:
dec. 2023, Philharmonie de Paris
|
|
|
<iframe style="border-radius:12px" src="https://open.spotify.com/embed/album/4PCIM4SjFDAnZ0Z4gfay0t?utm_source=generator" width="100%" height="352" frameBorder="0" allowfullscreen="" allow="autoplay; clipboard-write; encrypted-media; fullscreen; picture-in-picture" loading="lazy"></iframe>
De Franse pianiste Aline Piboule hoedt zich in deze vier Nocturnes (Fauré componeerde er dertien) voor quasi diepzinnigheid, wat doorgaans eerder samenhangt met te trage tempi dan met interpretatief inlevingsvermogen. Haar verfijnde fraseringen en pedaalgebruik, gevoegd bij de goed gekozen tempi en de met zorg geplaatste accenten maken van deze Nocturnes een intiem en beeldend luisterfeest. In de zeven van de dertien Barcarolles verloopt het discours al even fraai gestileerd, met veel aandacht voor het detail zonder daarbij de grote lijnen uit het oog te verliezen. Een van de vele hoogtepunten is haar vertolking van de somber gestemde Barcarolle op. 104 nr. 2, waarin het gevoel van verlatenheid in het donker getinte a-klein een ijzige sfeer oproept en de turbulentie vervolgens stormachtige proporties aanneemt.
Piboules recital maakt glashelder duidelijk dat zij grote affiniteit heeft met het zo bijzondere idioom van Fauré, waarin, wat deze pianowerken betreft, het lyrisch-verhalende menigmaal uitmondt in explosieve expressie.
 |
De gerestaureerde Gaveau-vleugel |
In het cd-boekje is een exposé over de door Aline Piboule bespeelde Gaveau-vleugel (2.75 meter) afgedrukt van de hand van Jean-Claude Battault, curator-restaurateur van het Musée de la musique in Parijs:
Waarschijnlijk voltooid in november 1929, vertegenwoordigt deze Gaveau-vleugelpiano, model nr. 5 van het bedrijf, het hoogtepunt van de Franse pianobouw en is het een van de laatste concertvleugels die in de twintigste eeuw in Frankrijk werd vervaardigd.
Gaveau, opgericht in 1847 door Joseph Gaveau (1824-1903) en actief tot 1971, was samen met Érard en Pleyel een van de drie belangrijkste Franse pianofabrikanten. Het bedrijf won een bronzen medaille op de Wereldtentoonstelling van Parijs in 1855 en de hoogste onderscheiding op de tentoonstellingen van 1878 en 1889. Toch verwierf het merk eerst in het begin van de twintigste eeuw grote bekendheid, met name na de opening van de Salle Gaveau in 1907. Gaveau-piano's werden regelmatig gekozen door bekende pianisten als Marguerite Long, György Cziffra, Wilhelm Backhaus en Wilhelm Kempff.
[Het voor dit Fauré-recital gebruikte instrument] is zeker typerend voor de concertvleugels van Gaveau en het vertegenwoordigt een van de laatste ontwikkelingen van dit model, waarvan er tussen 1909 en 1969 in totaal 150 werden geproduceerd. Het bijzondere van deze vleugel is dat hij in 1952 werd aangeschaft door de concertvereniging Les Amis de la Musique de Pau, opgericht door Gonzalo Tintorer (1890-1960), een pianist en docent die bevriend was met Pablo Picasso, Francis Poulenc en Edgar Varèse. Het frame van de piano draagt de handtekeningen van drie kunstenaars, waaronder die van Jörg Demus in 1954, en uit het bezoekersregister van de vereniging blijkt dat het instrument werd bespeeld door onder anderen Wilhelm Kempff, Aldo Ciccolini, Youri Boukoff, Francis Poulenc, Robert Casadesus en Vlado Perlemuter.
 |
De vleugel, die aan de achterzijde nog steeds sporen vertoont van de transportrails die werd aangebracht toen het instrument zich in de regio Pau bevond, werd op verzoek van het Musée de la musique weer bespeelbaar gemaakt. Het herstelwerk omvatte het opnieuw bekleden van de hamers met vilt, vergelijkbaar met dat uit de eerste helft van de twintigste eeuw. De klank is zowel vol in de bas als kristalhelder in de discant, een kenmerk dat lange tijd het handelsmerk was van de Franse pianoklank.
Of Gabriel Fauré een of meerdere instrumenten van Gaveau heeft gekend? Het had uiteraard gemakkelijk gekund, maar we weten het niet, al was hij uiteraard goed op de hoogte van de typisch Franse pianoklank zoals hierboven omschreven. |