CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2023 |
Wie het cd-boekje openslaat krijgt prompt de geloofsbrief van het ensemble aangereikt:
Een muzikale snoepdoos? Reken maar, deze ‘fantastische stijl' die zijn oorsprong had in het zestiende-eeuwse Venetië, met als grondlegger Claudio Merulo (1533-1604), de organist die verbonden was aan de San Marco basiliek. Waarna het in Italië meer vaste voet kreeg en vervolgens overwaaide naar Noord-Europa, waar de stijl vooral werd gepraktiseerd in Noord-Duitsland, met onder de ‘voortrekkers' ervan bepaald niet de minsten, waaronder Johann Adam Reincken, Vincent Lübeck, Nicolaus Bruhns, Diet(e)rich Buxtehude en Johann Sebastian Bach. Met name in hun orgelcomposities kwam deze zo fantasierijke stijl tot uitdrukking, zoals in het preludium-pedaliter en de koraalfantasie. Het prikkelde de creatieve zinnen, stimuleerde de verbeelding, met als absoluut hoogtepunt Bachs fenomenale koraalfantasieën. Stylus phantasticus Een andere bekende theoreticus, Johann Mattheson beschreef het in zijn lijvige Der Vollkommende Capelmeister uit 1739 gedetailleerder:
Kortom, als componist of improvisator kon men er alle kanten mee uit. Geen wonder dus dat de stijl zeer geliefd en alom toegepast werd, in Italië onder meer door Girolamo Frescobaldi (1583-1643) (hij is eveneens op dit album vertegenwoordigd). Een van de eerste componisten die de stijl buiten Italië introduceerde was de Johann Jakob Froberger (1616-1667). Een andere naam die de 'fantastische stijl' een indrukwekkend reliëf gaf was Heinrich Ignaz von Biber (1644-1704), met op dit album de Prelude uit diens Sonate voor viool solo (Neurenberg, 1681), door Padding in progressieve klanken eer bewezen in diens Hommage to Biber.
Het Castello Consort over Fantastissimus, hun debuut-cd:
De samenwerking met de Nederlandse componist Martijn Padding (*1956) lag in die zin voor de hand dat de drie leden van het Castello Consort vertrouwd waren met zijn werk, terwijl Matthijs van der Moolen tijdens zijn studie Paddings Three Pieces voor trombone had ingestudeerd, volgens Matthijs een van de beste repertoirestukken.
Padding, leerling en vriend van Louis Andriessen die in 2021 overleed, is bovendien een componist die net als zijn grote leermeester het liefst 'buiten de lijntjes blijft. Hij neemt ook graag bestaande 'oude' muziek als uitgangspunt voor zijn oorspronkelijk getinte verkenningen. Eigenschappen die ook naar voren komen in het (lange!) vraaggesprek dat ik in de lente van 2011 met hem had (u vindt het hier). Padding omarmt in zijn werk het verrassingseffect, vaak gekruid met humoristische invallen die zijn muziek iets innemends meegeven. Ook zijn instrumentatie is verre van conventioneel, een meester als hij is in het scheppen van nieuwe, verrassende 'soundscapes' waarmee veelal ook een geheel nieuw licht wordt geworpen op vertrouwde klankstructuren. Een in de Oude Muziek gespecialiseerd ensemble (ook op YouTube vertegenwoordigd) dat de samenwerking zoekt met een eigentijdse componist: het is verre van alledaags en moet voor de betrokken musici welzeker een behoorlijke uitdaging zijn geweest, maar merkwaardig genoeg kan de luisteraar zich met de verschillende stijlelementen juist vrij gemakkelijk vereenzelvigen, al moet hij soms wel over de horde heen van het traditionele barokidioom heen. Het zorgvuldige en met kennis van zaken samengestelde programma op deze cd zal het ongetwijfeld gemakkelijk maken, want de muziek van Padding wisselt contrastrijk af met die van de zeventiende-eeuwse componisten die in de 'vrije' stijl excelleerden, met in volgorde van opkomst Marco Antonio Ferro, Antonio Bertali, Dario Castello, Girolamo Frescobaldi, Heinrich Ignaz von Biber, Johann Rosenmüller, Giovanni Maria Trabaci en Giovanni Valentini. Hoe verhouden zich Paddings dertien zo verschillende deeltjes onder de noemer Stylus Phantasticus tot die van zijn zeventiende-eeuwse voorgangers, uit een periode die geboekstaafd staat als de Vroege Barok? De enige vrijwel direct herkenbare overeenkomst huist in het 'authentieke' (deels replica's) instrumentarium - met inbegrip van het kist orgel - dat in deze werken zijn kleurrijke rol speelt. Duidelijk is ook dat Padding in zijn composities niet over een nacht ijs is gegaan en zijn oren eerst goed te luisteren heeft gelegd bij de muziek van zijn uiterst getalenteerde voorvaderen. Elementen eruit heeft 'op zijn Paddings' gebruikt, hetgeen de kloof tussen dat Oude en Nieuwe enerzijds groot maar anderzijds overbrugbaar heeft gemaakt. Het mag een bijzonder knappe, met veel inventiviteit omringde prestatie heten. Neem bijvoorbeeld zijn drie Intonazione, waarin Padding meer dan een loopje wordt genomen met de zeventiende-eeuwse stijlfiguren: ze zullen er in dat zo verre verleden niet aan hebben gedacht om op het orgel door het aanslaan van slechts één toets daaruit meerdere noten te laten opborrelen. Het levert bovendien bijzondere harmonieën op, zoals we die - zij het geheel anders geconstrueerd - aantreffen in menig zeventiende-eeuwse compositie: luister bijvoorbeeld maar naar Sonata Undecima à 4 van Marco Antonio Ferro (1649-1662). Paddings Stylus Phantasticus maakt de indruk van een willekeurige, losse set muzikale gedachten die als inventie spontaan op papier zijn gezet. Of het nu wel of niet zo is gegaan (vrijwel zeker niet) is hier niet relevant: die indruk maakt het, waardoor het naadloos in die 'fantastische stijl' past. Los ook in die zin dat dit dertiental echt op zichzelf staat, er geen coherente bindingen valt aan te wijzen. Áls er tóch sprake van is dan ligt die er buiten, is het de samenhang tussen Paddings Nieuwe en het zeventiende-eeuwse Oude. In overkoepelende zin geldt dat zeker voor - wonder, o wonder! - de 'microtonaliteit' in de oude muziek, met de vele schurende dissonanten die gehoormatig 'harmonieus' aansluiten bij de niet minder ingenieuze creraties van Padding. In dit album ligt véél verborgen voor de argeloze muziekliefhebber annex cd-koper (of 'streamer') die alleen afgaat op de albumtitel of slechts een vluchtige blik werpt op de inhoud van de 23 tracks, zonder dus te beseffen wat zich daarachter schuilhoudt. Maar wie de moeite tot verder kijken wel neemt kan op een riante muzikale traktatie rekenen die misschien zelfs wel tot nieuwe inzichten leidt. Want let wel: van de op cd bijeengebrachte zeventiende-eeuwers kunnen we ook vandaag de dag nog menig lesje leren in termen van melodie en harmonie, stemvoering en instrumentale kleuring. Tot die 'ontdekking' zal Padding ook zijn gekomen, toen hij zich voor zijn Stylus Phantasticus project dienaangaande oriënteerde. Hij zal met mij ongetwijfeld hebben geconcludeerd hoezeer die componisten van toen, veelal ook uitvoerende musici, de speelwijze van de instrumenten waarvoor ze schreven tot in het kleinste detail kenden. Dit album pakt uit als een regelrechte ontdekkingsreis, die we primair te danken hebben aan de drie jonge oprichters van het Castello Consort: Anne-Linde Visser (cello, viola da gamba), Elise Dupont (barokviool) en de reeds genoemde Matthijs van der Moolen (replica van de enige overgebleven Italiaanse trombone uit de Renaissance, ca. 1580, afkomstig van een anonieme maker). Voor grotere bezettingen wordt, al naar gelang het programma, gebruikgemaakt van gastmusici. Interessant is ook dat het ensemble in 2020 door orgelmakerij Reil in Heerde een kistorgel lieten bouwen naar oude Italiaanse barokmodellen en dat op dit album een belangrijke rol vervult.
De schitterende opname werd gemaakt door Daan van Aalst, tevens grondlegger en eigenaar van het muzieklabel Navis, op onze site zeker geen onbekende. Zijn registratie in de voor de luisteraar ideale akoestische ruimte van de Doopsgezinde Kerk in Haarlem past volmaakt bij het zo kleurrijke en pregnante spel van dit fenomenale ensemble dat de vele verschillende karakteristieken van deze zo sterk uiteenlopende stukken op werkelijk schitterende wijze tot uitdrukking heeft gebracht. Partituren die dankzij deze negen uiterst getalenteerde musici op grandioze wijze tot leven komen. Nog een apart compliment voor het cd-boekje, waarin de uitgebreide en tot in de puntjes verzorgde documentatie hand in hand gaat met fraaie afbeeldingen van de musici en natuurlijk van de componist Martijn Padding. index |
|