CD-recensie
© Aart van der Wal, januari 2023 |
Het Naxos-label heeft heeft inmiddels voor een ruime Enescu-catalogus gezorgd en dat valt om meerdere redenen niet genoeg te prijzen. Ten eerste omdat het werk van deze uiterst inventieve Roemeen alle aandacht verdient en ten tweede omdat zowel de kwaliteit van de uitvoeringen als de opnamen ronduit uitstekend is. Voor menige liefhebber zal de pianist in dit gezelschap, Josu De Solaun, sowieso geen onbekende zijn, want hij nam al eerder, voor Grand Piano, op drie cd's het complete pianowerk van Enescu op, een onderneming die alom veel lof oogstte (door Siebe Riedstra hier besproken). Wat dit album eveneens duidelijk maakt is de belangrijke stilistische progressie die de componist binnen een tijdsverloop van niet meer dan zo'n jaar of vijf doormaakte: immers, het snelle rijpingsproces dat we vanaf het Pianokwartet in aanloop naar het Pianotrio horen kan niemand eigenlijk ontgaan. Wat overigens zeker niet betekent dat het Pianokwartet daardoor minder gewaardeerd zou moeten worden, want dit is toch bepaald geen jeugdwerk: Enescu voltooide het in zijn 28ste levensjaar, toen hij de compositietechniek al ruim en breed machtig was en ook qua scheppingsproces zijn mannetje bepaald wel stond. Misschien is het juist wel dat expressief stevig gedimensioneerde driedelige Pianokwartet (tijdsduur rond de veertig minuten) dat door zijn inherente vuur-en-vlam-karakter nog wel het meest tot de verbeelding van de luisteraar spreekt. Het met zijn speelduur van rond de twintig minuten relatief korte Pianotrio in a maakt meer indruk dan het weinig karakteristieke Pianotrio in g, dat wel tot de jeugdwerken van de componist mag worden gerekend omdat het ontstond in 1897 (en waarvan het manuscript niet zo lang geleden pas werd teruggevonden). De jonge Enescu studeerde toen nog ijverig in Parijs bij Jules Massenet en Gabriel Fauré, waar hij ook Maurice Ravel leerde kennen. Van diens invloed in evenwel in het jeugdwerk geen spoor te bekennen. Zoals gezegd maakt het Pianotrio heel wat meer indruk: het is knap geconstrueerd, het expressief gehalte is hoog en een waar hoogtepunt daarbij is zeker het tweede deel, een kostelijk en bekoorlijk Allegretto dat met zijn ingenieus ontworpen variaties op basis van een onvervalse Sicilienne menigeen zeker niet onberoerd zal laten. De vier musici die zich in dit Enescu-programma presenteren behoren alle tot prijswinnaars op Enescu-concoursen. Geen wonder dus dat deze vertolkingen zowel technisch als interpretatief staan als een huis. Josu De Solaun trad tevens op als de producer van dit album, gesteund door opnametechnicus Jorge Garcia Bastidas, die voor de fraaie omlijsting zorgde. index |
|