CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2023 |
In 2005 bracht het Duitse muzieklabel MDG een met pianomuziek van Skrjabin gevuld album uit met in de hoofdrol de Duitse pianist Severin von Eckardstein (*1978). Ik kreeg het album niet (als recensent) toegestuurd, maar kocht het in de winkel nadat ik er eerst even van had geproefd. Ik was er diep van onder de indruk. En nu, maar liefst 18 jaar later, ben ik het opnieuw, want ik herken in Vers la Flamme, naar de gelijknamige titel van Skrjabins 'Poème pour le piano' (1914), diezelfde speltechnische en interpretatieve karakteristieken van toen. Anders gezegd: dit is opnieuw een prachtige uitgave, al voeg ik er gelijk aan toe dat de door Avi-Music gemaakte opname niet beter is dan die uit het MDG-huis. Op de nieuwe opname is de basweergave mij te wollig en daardoor te weinig gedefinieerd, wat zich tevens uitstrekt tot de doorzichtigheid van het lage-middenregister (zeg maar het octaaf naast de centrale C). De discant munt evenmin uit in helderheid. Zo heeft het 'ondes-Martenot-effect' in Messiaens Regard de l'Église d'amour er duidelijk onder te lijden. Zeker gelet op Von Eckardsteins geweldige spel is dit dubbel jammer, terwijl de uitmuntende klankeigenschappen van de Bechstein (ik spreek uit ervaring) zo minder goed uit de verf komen. Aan het instrument en de pianotechnicus Torben Garlin kan het zeker niet liggen, maar wel aan andere factoren, zoals de studio-akoestiek, de opnametechniek of de Dolby Atmos Mix. Wat zijn die zo bijzondere kenmerken van deze vertolkingen? Dat Von Eckardstein echt - in de meest letterlijke zin - durft te ‘spelen' met de tempi, vanuit het volmaakt gekozen hoofdtempo, zonder daarbij te vervallen in gebroken structuren, want hij houdt een ferme greep op vorm én inhoud. Dan zijn er de sonore veelkleurigheid, de fraai uitgewerkte contrasten, het (voort)stuwende element en het krachtige, doch nergens overdreven relief. Sterk is ook de pulserende onderstroom die de pianist zich volkomen terecht veroorlooft en de improvisatorische illusie die hij weet te creëren, naast de smaakvol toegepaste, goed gedoseerde versnellingen en vertragingen, de feilloos geplaatste accenten en zijn omgang met cesuren: alsof de drukinkt van deze partituren nog maar net droog is. Dat de spanningen menigmaal hoog oplopen past in dit illustere concept dat de toehoorder daardoor onverbiddelijk aan zijn stoel bindt, onverschillig of het nu Skrjabin of Beethoven betreft. Melodisch, harmonisch, ritmisch en dynamisch zoekt Von Eckardstein de grenzen op, wat anderen mogelijk doet uitwijken naar een 'veiliger' vertolking, maar ik viel opnieuw voor dit zowel uiterst gepassioneerde en sensuele als hartveroverende pianospel dat zeker iets heeft van ‘de componist zelf aan de piano'. Wat op zich weer niet zo vreemd is want de pianist ontpopt zich op dit album tevens als de zeer verbeeldingsvolle bewerker van een uiterst facetrijk orkestwerk: Richard Strauss' Tod und Verklärung. Voeg daarbij Von Eckardsteins ingelaste, uit 2021 daterende Improvisation en u hoort op slag niet alleen een uiterst virtuoze maar ook buitengewoon verbeeldingsvolle pianist, die zich tevens als componist-in-de-dop weet te presenteren. index |
|