CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2022 |
Onaardse schoonheid bestáát. En wie het niet gelooft weet zich misschien toch nog gekoesterd door de illusie of de suggestie. Gothic Voices maakt het in ieder geval wáár in The Splendour of Florence with a Burgundian Resonance, oorstrelende koorwerken, waarvan een aantal met harpbegeleiding en verder uitgebreide vocale bezetting. Florence (Firenze) staat dus centraal in dit facetrijke programma, al zal men onder de namen van de componisten er geen een aantreffen die überhaupt van Florentijnse afkomst is. Of het zou muziek van een of meerdere anonieme toondichters zijn geweest (al is er, het anonieme karakter ervan zegt het reeds, geen enkele aanwijzing voor te vinden). Het fundament dat deze koorstukken draagt is juist getekend door de Franse snit zoals die toen populair was: dat van het typische 'rondeau', een van de 'formes fixes' zoals die in de Renaissance opgeld deed. Het 'rondeau' dus als perfect passend muzikaal 'maatkostuum' wat betreft ritmiek en refrein. Aldus konden alle mogelijke gemoedsstemmingen tot uitdrukking konden worden gebracht. Het waren in de Renaissance de 'formes fixes' die als kapstok dienden voor de enorme variëteit aan exploraties en aldus menige componist als het ware aan het hart gebakken was. In de Florentijnse muziekarchieven bevindt zich een groot aantal manuscripten van componisten die van heinde en verre naar Florence waren gekomen. Onder deze zogenaamde 'oltremontani', ofwel zij die 'over de bergen' waren getrokken, klinkende namen als die van Guillaume Dufay (ca. 1397-1474), Johannes Ockeghem (ca. 1410-1497), Loyset Compère (ca. 1445-1518), Antoine Busnois (ca. 1430-1492) en Alexander Agricola (ca. 1445-1506). Ze waren naar het rijke Florence getrokken om er te componeren en hun muziek te laten uitvoeren, puur Frans georiënteerd (Italiaanse invloeden waren vrijwel afwezig). Het heeft schitterende muziek opgeleverd. Muziek ook die elders in Europa, en met name aan de hoven en in de huizen van allerlei adellijke families met open armen werd ontvangen omdat zij zo betoverend was. Anno nu, met achter ons een rijk uitgedoste westerse muziekgeschiedenis die zo'n zes eeuwen omvat is het misschien voor menigeen vrij lastig om die muziek als zodanig na te voelen. Niet iedereen heeft immers nog voldoende oog en oor voor het middeleeuws of renaissancistisch klankraffinement, maar wie dat wel heeft wacht vijf kwartier pure schoonheid in afwisselende timbres en volmaakte dictie (Latijn en Frans). index |
|