Smetana: Uit mijn vaderland.

Dvořák : Vier romantische stukken op. 75 – Sonate in G, op. 100.

Fibich: Poem.

Novácek: Perpetuum mobile.

Janáček : Sonate.

Schulhoff: Sonate voor viool solo.

Martinů: Vijf madrigaalstanza’s.

Suk: Vier stukken op. 17.

Yvonne Smeulers (viool) en Sander Sittig (piano).

Quintone Q 07001 (2 sacd’s) • 50' + 58' •

---

Hoe goed moet je zijn om een dergelijk afwisselend en veeleisend programma van a tot z overtuigend over het voetlicht te brengen? Héél goed! En dát zijn ze, Yvonne Smeulers en Sander Sittig! Als ware kameleons verplaatsen zij zich door dit rijk gevarieerde Tsjechische muzikale landschap, waarbij ze bijna en passant ook nog bijna anderhalve eeuw overbruggen.

Het duo Yvonne Smeulers en Sander Sittig

De rode draad die door dit fascinerende programma loopt zijn de contacten die het merendeel van de hier vertegenwoordigde componisten met elkaar hebben onderhouden. Zo was Martinů een leerling van Suk, die op zijn beurt weer in de leer was geweest bij Dvořák . Terwijl de jonge Dvořák nog altist was geweest in het door Smetana geleide orkest in Praag. Dan was het ook Dvořák die het grote talent van Schulhoff had herkend en hem in staat stelde het conservatorium te bezoeken. Enzovoort.

De meeste op deze twee cd’s verzamelde, kostelijke miniaturen hebben nog iets anders met elkaar gemeen: de Boheemse achtergrond ervan, met zijn charmante dansen, zijn pregnante ritmes en hun sterke verweving met allerhande volksliedachtige elementen.

Het duo haalt er werkelijk álles uit, combineert Slavische passie en weemoed met virtuoze schittering en een glanzende toonzetting. Zelbewust, fier, soms ook gewoon onverschrokken, maar met een groot gevoel voor de rijk geschakeerde expressiviteit waaraan deze muziek zo rijk is, krijgen we het ene na het andere juweeltje voorgeschoteld. En als dit alles dan ook nog prachtig is verdoekt (sacd), lijkt de weg vrij voor het grote genieten. Verder commentaar overbodig!