CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2016

 

A breath of new life - Dutch baroque music performed on original Dutch 18th century recorders from private collections

(van) Wassenaer: Sonata seconda in g
Hacquart: Suite 10 in a - Prélude in a
(de) Fesch: Sonata 3 in c
Bustijn: Suite 8 in A
Bolthuis-collectie: vijf korte stukken
Schenck: Suite in d
Nozeman: Sonate in a, op. 1

Saskia Coolen (blokfluit en viola da gamba),
Patrick Ayrton (klavecimbel),
Rainer Zipperling (viola da gamba)

Globe GLO 5264 76'

Opname: november 2015, Oude Dorpskerk, Bunnik

 

 
 
Huys Dever in Lisse

Het idee dat ondanks overweldigend musicologisch onderzoek, tomeloos gespit in bibliotheken, obscure archieven en op rommelzolders alles zo langzamerhand wel is (her)ontdekt en onderzocht blijkt in de praktijk toch steeds weer anders uit te pakken. De verrassingen blijven immers komen. Zo kwam, diep verscholen in de modder van de slotgracht van het Huys Dever, een eeuwenoude sopranino-blokfluit tevoorschijn die wonder boven wonder zelfs bespeelbaar bleek. Misschien wat minder spectaculair maar niet minder belangrijk was de vondst van een kopstuk van een altblokfluit van de hand van Engelbert Terton in het Historisch Museum Den Briel door Saskia Coolen. Er werd een expert bijgehaald, de blokfluitbouwer Jan Bouterse, die de kop eerst grondig reinigde en het geheel daarna restaureerde en reconstrueerde.
Het is en blijft dan een fascinerend avontuur: spelen op oeroude instrumenten met ieder hun eigen unieke karakteristiek, al blijft de geschiedenis die erachter steekt vaak geheel of gedeeltelijk verborgen.
Dat een intensieve zoektocht naar het onbekende loont blijkt zonneklaar uit deze nieuwe cd. Saskia Coolen heeft uiteindelijk maar liefst zes 'vergeten' achttiende-eeuwse blokfluiten weten op te sporen: vijf altblokfluiten en een sopranino. Deze zes mogen op deze cd stralen en schitteren.

De sopranino en de kop van de Terton komen uit regionale musea: Lisse en Brielle. De overige vier stammen uit particuliere collecties en zijn soms zelfs vele generaties lang in de familie. Alle zes blokfluiten werden aan het einde van zeventiende of in de eerste helft van de achttiende eeuw door bekende Amsterdamse 'fluytenmakers' gebouwd. In het begin van de achttiende eeuw was Amsterdam een verzamelplaats van instrumentbouwers en muziekuitgevers. Geen wonder: er was geld genoeg bij de welgestelde burgerij die in de Gouden Eeuw (bijna letterlijk!) goud had verdiend. Veel families hielden bovendien van muziekbeoefening.

Vissen in de slotgracht
Die sopranino in de modder van de slotgracht van Huize Dever is wat nader beschouwd zo vreemd nog niet. Immers, de vroegere bewoners kenden nog geen vuilnisman en het gemak diende tenslotte de mens: alles wat overbodig was geworden, werd gewoon vanuit het raam de gracht ingekieperd. Dat tijdens opgravingen die sopranino boven water werd gehaald lag dus bij wijze van spreken 'in de natuur der dingen', maar dat deze zelfs nog speelbaar bleek was meer dan slechts een speling van diezelfde natuur. Zij het dat Coolen wel eerst moest improviseren: een rolletje papier nam de plaats in van de ontbrekende ring onderaan de blokfluit. Er werd net zo lang mee heen en weer geschoven tot de blokfluit zuiver klonk. Een geduldklusje. Helaas is niets bekend over de bouwer van het instrument, terwijl over de oorspronkelijke kleur evenmin iets zinnigs te zeggen valt. Het hout mag dan zwart zijn, dat kan door een eeuwenlang verblijf in de modder zijn veroorzaakt.

Een altblokfluit uit Schoonebeek
Gebouwd door de Amsterdamse 'fluytenmaker' Willem Beukers stamt deze altblokfluit uit de privéverzameling van een Schoonebeekse familie. De huidige bezitters hebben er geen idee van hoe het instrument daar verzeild is geraakt, maar dat maakt het plezier erom niet minder.

Een altblokfluit uit Den Haag
Bij toeval werd deze blokfluit vrij recent ontdekt. De Beukers-fluit bevond zich zomaar in een doos temidden van willekeurige blokfluitonderdelen. Zonder overigens de waarde te kennen stelden de eigenaren het instrument ter beschikking van het instrumentendepot van het Leerorkest in het kader van de actie 'Klassiek geeft' van Radio 4. Een mooi gebaar met verstrekkende gevolgen!

Een altblokfluit uit Alphen aan den Rijn
De best klinkende blokfluit in dit illustere gezelschap komt eveneens uit een privécollectie. Het instrument is gebouwd door een Amsterdamse 'fluytenmaker' uit de familie Van Heerde.

Nog een altblokfluit uit Den Haag
We blijven nog even bij de familie Van Heerde, want in Den Haag ~bevindt zich nog een altblokfluit van Van Heerde. De klankeigenschappen bleken helaas minder goed. Het instrument werd in de achttiende eeuw aangeschaft door de Groningse advocaat Michiel van Bolhuis (1713-1764) en is, dat is wel heel bijzonder, zonder onderbreking in het bezit van de familie gebleven. De Haagse bet-achterkleindochter van de jurist heeft de altblokfluit spontaan ter beschikking gesteld van dit project. Interessant is ook dat de welgestelde advocaat niet alleen muziekinstrumenten verzamelde maar ook bladmuziek. Hij kocht zowel sonates als muziek voor grotere bezetting, waaronder de concerti grossi van Van Wassenaer. Er is een klein muziekboekje overgeleverd waarin Van Bolhuis zelf gecomponeerde dansmelodieën optekende. Een aantal daarvan wordt op deze cd uitgevoerd (tracks 21 t/m 25).

Weerbarstig
Anders dan strijkinstrumenten worden, naarmate de tijd vordert, de technische en klankeigenschappen van blaasinstrumenten er niet beter op. Afgezien van de natuurlijke veroudering slijten ze door het gebruik, maar ook als ze er langdurig werkloos bijliggen gaan ze achteruit: het hout droogt uit, ze krimpen en worden vals. Zorgvuldige restauratie kan hier enigszins een dam tegen opwerpen, maar het is uiteindelijk aan de bespeler om de ziel van zo'n instrument te ontdekken. "Het is de blokfluit die bepaalt hoever je kunt gaan. Toewijding doet de rest," aldus Coolen. Zoeken naar het midden van de klank, daar gaat het om. Ze legt uit: "Als je zoekt met je ademdruk, kun je vinden wanneer het hout optimaal resoneert. Dat is een fysieke sensatie. Je voelt de lucht trillen tegen je vingertoppen. Je oren registreren meer klank, terwijl je niet per se harder blaast. Het hout is altijd een beetje elastisch en geeft mee. Als de klank opengaat functioneert de blokfluit optimaal. In elk instrument zit een midden. Hoe beter het instrument, hoe meer ruimte er om dat midden zit." En: "Elke blokfluit heeft een andere benadering nodig om op zijn best te klinken. Bij het bepalen van het repertoire is rekening gehouden met de eigenaardigheden en beperkingen van elk instrument."

Deze cd blijkt een ware trouvaille, een artistieke vondst waarvan de muzikanteske inhoud niet minder groot is. Dat laat zich niet zo moeilijk verklaren: Saskia Coolen (à propos: ze is ook een uitstekend gambiste!) speelde in onder meer het Freiburger Barockorchester, The King's Consort, Brisk en Camerata Trajectina, ensembles van grote naam en faam. Haar spel is - hoe kan het anders - historisch zeer goed geïnformeerd, maar ook ongemeen fris en energiek, rijk aan versieringen, met grote virtuositeit en technisch tot in de puntjes verzorgd. Haar twee muzikale partners sluiten zich er naadloos bij aan, terwijl de opname een juweeltje is. Een cd om niet te missen dus.

Postludium
A breath of new life markeert tevens het begin van de nieuwe vormgeving van Globe Records. Voortaan zijn de nieuwe uitgaven herkenbaar aan het 'digipack' met een verticale bandrol. Bovendien zullen ze worden uitgebracht in gelimiteerde, handgenummerde oplagen. Waarom een limiet is vastgesteld weet ik niet (ik ontving nummer 980 van de duizend, aldus opgetekend in keurig handschrift), maar wel vind ik dat deze productie bij tienduizenden barokliefhebbers terecht zou moeten komen... Waarvan akte, Globe!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links