CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2025 |
In mei 2020 besprak ik het album Monsieur de Sainte-Colombe et ses filles (klik hier) door het Ricercar Consort op het Mirare-label. De ‘filles' waren de beide muzikale dochters van de Franse gambist die zijn werkzame leven in Parijs doorbracht en wiens doopceel in nevelen gehuld is. De verslagen van zijn tijdgenoten, allemaal gepubliceerd in Parijs, onthullen noch zijn voornaam noch zijn adres. Waarschijnlijk was hij rond 1692 nog in leven, aangezien zijn naam in dat jaar in een Parijse adreslijst voorkomt. In de belastingannalen van 1695 komt hij echter niet meer voor, wat erop kan duiden dat hij vrij kort daarvoor is gestorven. Over Sainte-Colombe's composities weten we gelukkig aanzienlijk meer, en zeker na de jaren 1960, toen een belangrijke ontdekking werd gedaan en daarmee tevens de ontsluiting van maar liefst 180 werken voor gamba solo en 67 Concerts à deux violes égales. Wat betreft de zoon, Monsieur de Sainte-Colombe le fils ofwel de jonge, kennen we alleen diens suites voor basgamba, in totaal 36 stukken, waaronder het omvangrijke Tombeau de M. de Sainte-Colombe le père. Ze zijn in één enkel manuscript overgeleverd, waarvan vijf suites op dit album zijn vertegenwoordigd. Ze zijn – helaas zonder baslijn - gekopieerd uit verschillende manuscripten. De titel ‘Suitte', gevolgd door een aanduiding van de tonaliteit in het Latijn, staat aan het begin van elke reeks, hoewel deze term pas bij de Franse gambisten verscheen vanaf Marais' Boek IV (1717). Deze aanduidingen zijn daarom waarschijnlijk later toegevoegd, aangezien ze elders in het manuscript ook voorkomen bij stukken van Marin Marais en Johann Schenck. De stukken in f-klein zijn de enige die niet als suites worden beschreven, terwijl de laatste twee delen van de Suite in g-klein worden gescheiden van de andere door vijf preludes van Christopher Simpson en een Suite die ten onrechte wordt toegeschreven aan de luitspeler François Dufault. Er zijn in het oeuvre van de zoon zeker reminiscenties aan de stijl van de vader, zoals in de vormgeving van de preludes, die variëren tussen langzame geïmproviseerde secties en snellere stukken met een sterk geprofileerd ritme. De muziek van Sainte-Colombe de jongere onderscheidt zich echter door het gebruik van minder gebruikelijke toonsoorten, zoals die van f-klein, en worden ideeën gelanceerd die hun tijd vooruit waren. De Franse gambist François Joubert-Caillet is niet alleen een groot virtuoos en interpreet op zijn instrument (in dit geval de basgamba), maar hij staat ook bekend om het herontdekken van lang vergeten juweeltjes uit het barokrepertoire. Samen met het ensemble L'Achéron doet hij alle recht aan de prachtige muziek van Sainte-Colombe de jongere. index |
|