![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2014
|
Het pakt menigmaal goed uit: het combineren van Chopin en Debussy, hetzij in een recital, hetzij in de opnamestudio, afhankelijk van de vertolkingskunst van de pianist. Het gaat dan om zaken als toonkleur, dynamische nuancering, toucher, legato, rubato, accelerando, en daarmee is deze 'lijst' nog niet eens compleet. Debussy hield al vanaf het begin van zijn muzikale exploraties van de pianomuziek van Chopin. Die liefde vinden we in zekere zin terug in sommige pianostukken van Debussy. Niemand zal de bloedverwantschap tussen Chopins dromerige Berceuse (Andante) op. 57 en het niet minder dromerige Clair de lune (Andante tres expressif) van Debussy missen, terwijl een soortgelijke overeenkomst is te vinden tussen Chopins Étude op. 25 nr. 1 en de Arpeggio-Étude (nr. 11) van Debussy. Dan is er natuurlijk Chopins Barcarolle op. 60 die bijna de hand reikt reikt naar Debussy's L'Isle joyeuse. Het valt gewoon niet te missen. Er zit een generatie tussen, maar Perianes dicht de kloof met het grootste gemak. Hij toont ons hoe modern Chopin feitelijk voor de piano, zijn lijfinstrument, componeerde en hoe fabuleus Debussy die draad wist op te pakken. We horen het de gehele cd door. Van Chopins expressionisme naar Debussy's impressionisme? Perianes ziet dat - zijn spel straalt het uit - als een groot en wat hem betreft uitroeibaar misverstand. Ik hoefde niet te worden overtuigd: het was er al vanaf de eerste maten van Chopin en Debussy. Wát een rijkdom in klank, deze les sons et les parfums..tourent dans l'air du soir... index |
|