CD-recensie
© Aart van der Wal, juni 2023 |
Top! De combinatie (blok)fluit(en) en orgel, zoals dat ook geldt voor bijvoorbeeld zangstem en of trompet en orgel. Het zijn combinaties die ten aanzien van klankontplooiing zoveel mogelijkheden bieden dat het niet alleen een lust voor het oor is, maar ook voor de musici zelf een fascinerende ervaring moet zijn. Héérlijk om er samen aan te werken! Dit nieuwe album van het Zwitserse muzieklabel Claves biedt een uitgelezen kans om op een bijzondere manier kennis te maken met deze prachtige muziek uit de zestiende en zeventiende eeuw. Muziek ook die dit duo, bestaande uit de (blok)fluitiste Charlotte Schneider en de organist Guy-Baptiste Jacottet (ze vormen samen het Duo Aeoline) op het muzikale lijf geschreven lijkt. Het zijn weliswaar bewerkingen, maar wel van het uiterst smaakvolle soort en bovendien alleen al vanuit puur instrumentaal oogpunt zeker meerwaarde biedend. We horen op deze bijzonder fraaie opname alle bekende karakteristieken van de historiserende uitvoeringspraktijk, maar wat daarbij vooral treft is het uiterst muzikanteske spel van deze twee in het repertoire van de zestiende tot de achttiende eeuw gespecialiseerde musici. De opnamelocatie (over het Ahrend-orgel kom ik nog te spreken) mag bijzonder heten: de in Payerne, in het kanton Vaud gelegen grootste romaanse kerk die Zwitserland rijk is, in de regio rond het bekende Meer van Genève. Het niet meer als zodanig in gebruik zijnde klooster heeft de status van nationaal monument verworven en werd vrij onlangs, in juli 2020, na ruim tien jaar restauratie- en verbeteringswerk, voor het publiek weer opengesteld. Al zullen zich in die zomer slechts weinig zomerse toeristen hebben gemeld, want het coronavirus tierde ook daar in volle hevigheid. Zonder er een al te nadrukkelijke toeristische verkenning van te willen maken wil ik u toch wijzen op nog een bijzonder aspect van deze uit de elfde eeuw stammende abdijkerk: de fresco's stammend uit de overgang van de twaalfde naar de dertiende eeuw. In het museum op het complex kunt u voorts genieten van de schilderijen van Aimée Rapin (1868-1956) en een privécollectie ter herinnering aan de Zwitserse brigadegeneraal Antoine-Henri Jomini (1779-1869), die tevens naam maakte als luitenant-generaal (onder Russische vlag!), maar die vooral bekend is geworden als auteur van militaire standaardwerken, in die zin vergelijkbaar met zijn nog beroemder tijdgenoot, de Duitse militaire strateeg en tacticus Carl von Clausewitz (1780-1831). Het orgel is allesbehalve oud, zelfs nieuw te noemen, want het werd in 1999 gebouwd door Jürgen Ahrend (*1930, Göttingen). Het instrument kreeg het opusnummer 156 mee, waarvan ik zonder meer veronderstel dat het aantal restauratiewerken is meegeteld.
Ahrends specialisatie is de klankwereld van de oude orgels in Oost-Friesland en Noord-Nederland. Samen met Gerhard Brunzema (evenals Ahrend een vroegere leerling van de bekende orgelbouwer Paul Ott, een groot kenner en restaurateur van orgels uit de Barok), maakte hij studiereizen naar Nederland, Scandinavië, Zwitserland en Italië, om in 1954 in het Duitse Loga zelf de orgelbouw ter hand te nemen. Daarbij heeft hij tevens meerdere orgels, die door zijn leermeester danig onder handen waren genomen, weer in hun (oude) luister hersteld. Ahrend maakte er geen geheim hem dat Ott zijns inziens in diens streven naar 'authenticiteit' én klank niet altijd de zijns inziens juiste weg gevolgd. In ons land restaureerde Ahrend het Schnitger-orgel in de Groningse Martinikerk, het Van Gruisenorgel in de Hervormde Kerk in het Friese Sloten, het De Swart/Van Hagenbeer-orgel in de Hooglandse Kerk in Leiden, het Husz-orgel in de Antoniuskerk in Kantens en bouwde hij een nieuw orgel in de Hobbe van Baerdt Tsjerke in Joure. Daarmee is het beeld wat Nederland betreft nog niet eens compleet, want samen met Brunzema bouwde Ahrend de orgels van de Scheveningse Zorgvlietkerk, de Emmäus-kerk in Rutten, de voormalige Hervormde Kerk in Bant, de St.-Walburgiskerk in Zutphen, Una Sancta in Espel, de Oude Kerk in Amsterdam (koororgel), de Johanneskapel in Den Haag, de Magnaliakerk in Groningen, Zuiderkerk in Aalten, de Doopsgezinde Kerk in Haarlem en restaureerden ze het Müller-orgel in de Waalse Kerk in Amsterdam. Brunzema emigreerde in 1971 naar Canada om daar een eigen orgelbouw op te gaan zetten. Jürgen Ahrend stopte in 2004, waarna zijn zoon Hendrik Ahrend het bedrijf overnam. Tot zover misschien wat nuttige informatie voor met name de orgelliefhebber, maar nu dan terug naar dit album dat zowel muzikaal als wat betreft de door dit muzikanteske duo voortgebrachte waaiers van klankkleuren een schot in de roos is en waar het spelplezier vanaf spat. Uit het boekje:
Een magnifieke uitgave, die volledig in het teken staat van cultureel erfgoed van groot belang, zowel wat de muziek als de abdijkerk met zijn orgel betreft. Over het instrumentarium kunt u hier meer lezen. index |
|