CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juni 2023

ClairObscur - Oeuvres du 16e et du 17e Siècle

Klik hier voor het inhoudsoverzicht

Duo Æoline: Charlotte Schneider (blokfluiten & traverso), Guy-Baptiste Jaccottet (orgel)
Claves CD 3065 • 64' •
Opname: juli 2022, l'Abbatiale de Payerne (Zwitserland)

 

Top! De combinatie (blok)fluit(en) en orgel, zoals dat ook geldt voor bijvoorbeeld zangstem en of trompet en orgel. Het zijn combinaties die ten aanzien van klankontplooiing zoveel mogelijkheden bieden dat het niet alleen een lust voor het oor is, maar ook voor de musici zelf een fascinerende ervaring moet zijn. Héérlijk om er samen aan te werken!

Dit nieuwe album van het Zwitserse muzieklabel Claves biedt een uitgelezen kans om op een bijzondere manier kennis te maken met deze prachtige muziek uit de zestiende en zeventiende eeuw. Muziek ook die dit duo, bestaande uit de (blok)fluitiste Charlotte Schneider en de organist Guy-Baptiste Jacottet (ze vormen samen het Duo Aeoline) op het muzikale lijf geschreven lijkt. Het zijn weliswaar bewerkingen, maar wel van het uiterst smaakvolle soort en bovendien alleen al vanuit puur instrumentaal oogpunt zeker meerwaarde biedend.

We horen op deze bijzonder fraaie opname alle bekende karakteristieken van de historiserende uitvoeringspraktijk, maar wat daarbij vooral treft is het uiterst muzikanteske spel van deze twee in het repertoire van de zestiende tot de achttiende eeuw gespecialiseerde musici.

De opnamelocatie (over het Ahrend-orgel kom ik nog te spreken) mag bijzonder heten: de in Payerne, in het kanton Vaud gelegen grootste romaanse kerk die Zwitserland rijk is, in de regio rond het bekende Meer van Genève. Het niet meer als zodanig in gebruik zijnde klooster heeft de status van nationaal monument verworven en werd vrij onlangs, in juli 2020, na ruim tien jaar restauratie- en verbeteringswerk, voor het publiek weer opengesteld. Al zullen zich in die zomer slechts weinig zomerse toeristen hebben gemeld, want het coronavirus tierde ook daar in volle hevigheid.

Zonder er een al te nadrukkelijke toeristische verkenning van te willen maken wil ik u toch wijzen op nog een bijzonder aspect van deze uit de elfde eeuw stammende abdijkerk: de fresco's stammend uit de overgang van de twaalfde naar de dertiende eeuw. In het museum op het complex kunt u voorts genieten van de schilderijen van Aimée Rapin (1868-1956) en een privécollectie ter herinnering aan de Zwitserse brigadegeneraal Antoine-Henri Jomini (1779-1869), die tevens naam maakte als luitenant-generaal (onder Russische vlag!), maar die vooral bekend is geworden als auteur van militaire standaardwerken, in die zin vergelijkbaar met zijn nog beroemder tijdgenoot, de Duitse militaire strateeg en tacticus Carl von Clausewitz (1780-1831).

Het orgel is allesbehalve oud, zelfs nieuw te noemen, want het werd in 1999 gebouwd door Jürgen Ahrend (*1930, Göttingen). Het instrument kreeg het opusnummer 156 mee, waarvan ik zonder meer veronderstel dat het aantal restauratiewerken is meegeteld.

Het Ahrend-orgel in de abdijkerk van Payerne

Ahrends specialisatie is de klankwereld van de oude orgels in Oost-Friesland en Noord-Nederland. Samen met Gerhard Brunzema (evenals Ahrend een vroegere leerling van de bekende orgelbouwer Paul Ott, een groot kenner en restaurateur van orgels uit de Barok), maakte hij studiereizen naar Nederland, Scandinavië, Zwitserland en Italië, om in 1954 in het Duitse Loga zelf de orgelbouw ter hand te nemen. Daarbij heeft hij tevens meerdere orgels, die door zijn leermeester danig onder handen waren genomen, weer in hun (oude) luister hersteld. Ahrend maakte er geen geheim hem dat Ott zijns inziens in diens streven naar 'authenticiteit' én klank niet altijd de zijns inziens juiste weg gevolgd.
In 1955, begonnen Brunzema en Ahrend aan de fabricage van eigen orgelpijpen, daarbij geadviseerd door Cor Edskes uit Groningen, een eveneens bekende orgeldeskundige.

In ons land restaureerde Ahrend het Schnitger-orgel in de Groningse Martinikerk, het Van Gruisenorgel in de Hervormde Kerk in het Friese Sloten, het De Swart/Van Hagenbeer-orgel in de Hooglandse Kerk in Leiden, het Husz-orgel in de Antoniuskerk in Kantens en bouwde hij een nieuw orgel in de Hobbe van Baerdt Tsjerke in Joure.

Daarmee is het beeld wat Nederland betreft nog niet eens compleet, want samen met Brunzema bouwde Ahrend de orgels van de Scheveningse Zorgvlietkerk, de Emmäus-kerk in Rutten, de voormalige Hervormde Kerk in Bant, de St.-Walburgiskerk in Zutphen, Una Sancta in Espel, de Oude Kerk in Amsterdam (koororgel), de Johanneskapel in Den Haag, de Magnaliakerk in Groningen, Zuiderkerk in Aalten, de Doopsgezinde Kerk in Haarlem en restaureerden ze het Müller-orgel in de Waalse Kerk in Amsterdam.

Brunzema emigreerde in 1971 naar Canada om daar een eigen orgelbouw op te gaan zetten. Jürgen Ahrend stopte in 2004, waarna zijn zoon Hendrik Ahrend het bedrijf overnam.

Tot zover misschien wat nuttige informatie voor met name de orgelliefhebber, maar nu dan terug naar dit album dat zowel muzikaal als wat betreft de door dit muzikanteske duo voortgebrachte waaiers van klankkleuren een schot in de roos is en waar het spelplezier vanaf spat.

Uit het boekje:

Love at first sight for the building, the history, the acoustics and the outstanding organ of the Payerne Abbey: following a first concert programme in 2021, the desire to record in this magnificent setting immediately became obvious.

The abbey's Ahrend organ - a true musical jewel in the centre of this Romanesque masterpiece - is the programme's cornerstone. The different pieces have been chosen to highlight the instrument's multiple facets, from the depth and serenity of the Principal to the elegant clarity of the Ripieno . The immense richness of its meantone temperament with split sharps and its keyboard descending to F (12') allow the performer to make the most of a huge palette of sound and harmonic colours.

Apart from the solo works, each piece is arranged to suit the specificities of the different flutes and the organ. In the sonatas, for example, specific passages had to be octavated or rewritten for the recorder, and the continuo was arranged so that the whole instrument could be heard. The gaillardes written for solo keyboard have been set for organ and flute, and Palestrina's madrigals are broadly performed on the keyboard to avoid certain voice crossings that the organ cannot render correctly.

This constant arrangement and transcription process is part of our work as a duo. We endeavour to remain as faithful as possible to the text while considering the needs of our instruments at an individual and joint level.

In this duo programme, the works are played in pairs.

Een magnifieke uitgave, die volledig in het teken staat van cultureel erfgoed van groot belang, zowel wat de muziek als de abdijkerk met zijn orgel betreft.

Over het instrumentarium kunt u hier meer lezen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links