CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2021

Treur Nederland! Rampliederen door de eeuwen heen

Camerata Trajectina: Wendy Roobol (sopraan), Sytze Buwalda (altus), Nico van der Meel (tenor), Andreas Goetze (bariton), Saskia Coolen (blokfluit, viola da gamba), Constance Allanic (harp, viola da gamba), Cassandra Luckhardt (viola da gamba), Arjen Verhage (luit, gitaar), Lidewij van der Voort (viool), Vaughan Schlepp (fortepiano, piano)

Globe 8711525528109 • 78' •
Opname: febr. 2021, Zeeuwse Concertzaal, Middelburg

Zie ook https://www.camerata-trajectina.nl/project/wat-een-ramp/

 

Rampen zijn van alle tijden, maar we meestal worden we ons er pas echt van bewust als ze ons daadwerkelijk treffen. Als we ons er middenin bevinden, in plaats van dat we er op een nogal afstandelijke manier kennis te nemen. Dan raakt het ons diep en realiseren we ons hoe kwetsbaar we in feite zijn. Wat ons nu ten diepste heeft geraakt: de coronacrisis, al zal ook deze de wereld omspannende pandemie eens niet meer zijn dan een vleugje geschiedenis en net zo een keurig plaatsje krijgen in de kronieken als al die andere rampen, om het even of die zijn veroorzaakt door de mens of door de natuur, of door een combinatie van beide.

Ook rampliederen waren er door de eeuwen heen, te beginnen bij het oudst bekende lied over de ernstigste droogte die ons land ooit teisterde: die van 1611. Jammer genoeg is het niet bewaard gebleven, in tegenstelling tot vele andere liederen uit die tijd, zoals het lied over de Friese muggenplaag in 1664. Of anders wel de Zeeuwse watersnood in 1682, een voorproefje van wat ons in 1953 nog te wachten zou staan.

Anders dan nu waren die rampliederen boodschappers waarmee het slechte nieuws over het land werd verspreid, al waren ze ook bedoeld om de getroffenen een hart onder de riem te steken en het gevoel van verbondenheid aan te wakkeren. En niet in de laatste plaats ook om een kunstzinnige rol te vervullen die zich niet beperkte tot de adel en de welgestelden, maar die was gericht aan alle boeren, burgers en buitenlui. Dit waren de liederen die klonken op markten en pleinen, in herbergen en allerlei gelegenheden van vermaak.

Menige tekst riep tevens op tot een vromer levensstijl, om God aldus vriendelijker te stemmen of te behagen (dacht men) en diens ‘straf' in de vorm van natuurrampen niet over zich uit te roepen. De teksten waren zo geconcipieerd dat eenieder bij wijze van spreken aan een half woord genoeg had. En wie niet kon lezen of schrijven kreeg ze wel van deze of gene overgeleverd. Tekst en muziek als een uitgelezen middel om het volk niet alleen te manen, maar ook te troosten, met de melodie als drager van zowel de meest eenvoudige als hoogst eloquente teksten.

Het in Utrecht in 1974 opgerichte ensemble Camerata Trajectina dat zich heeft gespecialiseerd in de Nederlandse muziek uit de zestiende en zeventiende eeuw en zich alleen al in dit opzicht mag beroepen op het ‘muzikale geheugen' van Nederland, daarbij mede puttend uit de enorme databank van vaderlandse liederen waarin Louis Peter Grijp, hoogleraar Nederlandse liedcultuur aan de Universiteit van Utrecht, een belangrijk aandeel heeft gehad en waarnaar hij uitgebreid onderzoek heeft gedaan op het bekende Meertens Instituut in Amsterdam (onder meer bekend van Het Bureau van J.J. Voskuil). Het veelzijdige repertoire strekt zich van literaire en politieke tot religieuze en sociale thema's, zoals we die deels ook terugvinden in deze rampliederen, waarin de voortdurende strijd tegen het water evengoed wordt verbeeld als de verschrikkingen van datzelfde water (de laatste watersnood, van 1 februari 1953, staat menigeen nog vrij vers op het netvlies), de pest (1636) en het afbranden van de (uit hout opgetrokken) ‘Amsteldamsche Schouwburg' (1772).

Een deel van deze liederen komt tot ons in smaakvol gemaakte arrangementen, zowel van enige ensembleleden als van onder anderen Jan Pieterszoon Sweelinck, Loys Bourgeois, Claude Le Jeune. Geïmproviseerd wordt er ook, door de violiste Lidewij van der Voort. Het merendeel van de gezongen teksten is, het spreekt welhaast vanzelf, in het Oud-Nederlands gevat. Dat levert wonderlijke passages op, zoals deze tekst naar aanleiding van de brand in de Amsterdamse Schouwburg:

Wanneer ik sat in myn Vertrek,
Den elfden Dag van Mey,
Soo keek ik uit dat klein Bestek
en sag de Brand naby.
Dit was des Avonds neegen Uur,
De Nagt was als de Dag,
Den Heemel toonde als een vuur,
Ik hoorde 't naer Geklag.
Met schrik sag ik dat schouw-tooneel,
In deese Waereld-stad;
De speel Rol wierd verbrand geheel,
De Vlam vernield haer schat.
(enz.)

En deze, uit ‘het treur-toneel van den vloed':

De Rijn en Maas, de Lek en Waal,
De IJssel rukken aan om vaderlandsche streeken,
Hoe zwaar bedykt, bedamd, ter borst – weer in te breeken;
Geen hei- of krib- werk helpt, noch stelt der woede paal;
Terwyl een winter-storm van 't westen,
Met donderend gebrul, verschrikt en veld en vesten.
(enz.)

Of zowel troostrijk als vermanend:

Hoe vloeit myn oog van dankb're traanen;
Daar liefde en macht den doortocht baanen
Voor vloed en ys, die zeewaard vliên;
Uw liefde en magt, ô God der goden!
Waar voor wel eer de wat'ren vlooden,
Toen ge ons uw trouw en hulp deedt zien.

(enz.)

Er zijn in deze bundel ook rampliederen van meer recente datum opgenomen, zelfs nog zeer recent de Scènes uit ons lot van Willem Wander van Nieuwkerk, dit jaar nog gecomponeerd op een uit 2020 stammende tekst van Ester Naomi Perquin. Henk Badings is vertegenwoordigd met Ballade van den watersnood uit 1953 op tekst van Johan Willem Frederik Werumeus Buning.

We mogen uiterst dankbaar zijn dat ons muzikale erfgoed door Camerata Trajectina niet alleen met zoveel liefde wordt omgeven, maar dat ook zoveel moeite en energie is gestoken in deze uitermate geslaagde bewerkingen, naast het vele voorbereidende veldwerk dat deze kostelijke uitgave met zich mee moet hebben gebracht. De verhelderende toelichtingen, de fraaie historische afbeeldingen en de gezongen teksten geven dit album niet alleen zijn hoge muzikale maar tevens documentaire waarde. Jakko van der Heijden (van Zefir Records) tekende voor de uitstekende opname in zijn 'thuisstad' Middelburg. Van de 1300 genummerde exemplaren ontving ik nr. 632.

Tot slot: deze uitgave is gestoeld op het historisch onderzoek van hoogleraar Lotte Jensen. Van haar hand zijn ook de toelichtingen. Samen met het aan de Nijmeegse Radboud Universiteit verbonden Radboud Fonds startte zij een crowdfundactie die uiteindelijk tot dit fraaie album heeft geleid. Om bijzonder trots op te zijn!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links