CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2019

 

Café Zimmermann

Alpha 434 (16 cd's)
Opname: 2000-2016

Klik hier voor de tracklisting en hier voor het cd-boekje

 

Mijn zeer gewaardeerde, goede vriend Professor Doktor Peter Wollny, directeur van het fameuze Bach-Archiv en motor achter het jaarlijkse 'Bachfest' in Leipzig, schreef de - zoals altijd in een uiterst verzorgde en heldere stijl gevatte - toelichting bij deze geweldige set van maar liefst zestien cd's, die alle tot heden voor Alpha gemaakte opnamen van Café Zimmermann vertegenwoordigen. Je hoeft niet - zoals Wollny - een Bach-kenner te zijn om bij de naam van het ensemble terstond te denken aan dat gelijknamige, eens zo beroemde koffiehuis in Leipzig, waar Johann Sebastian Bach vanaf 1723 met zijn 'Collegium Musicum' (het instrumentaal ensemble werd in 1702 opgericht door Georg Philipp Telemann) zonder enige twijfel voor veel 'Spielfreude' heeft gezorgd.

Een koffiehuis als dat van Zimmermann was zeker in die tijd niets bijzonders. Ze waren in de tweede helft van de zeventiende eeuw ontstaan, blijkbaar omdat er bij de gegoede burgerij behoefte was aan zowel geestrijke conversaties als het luisteren naar muziek. Het koffiehuis als ontmoetingsplek, waar bovendien een spelletje kaart of schaak kon worden gespeeld en waar de laatste politieke, literaire, muzikale of maatschappelijke ontwikkelingen desnoods breed konden worden uitgemeten. In de meeste Europese metropolen waren er van dergelijke koffiehuizen te vinden. De stad Leipzig telde er acht, waarvan het koffiehuis van Gottfried Zimmermann ongetwijfeld het meest geliefd, zo niet het meest bekend was. Aan de hand van een kopergravure uit die tijd blijkt de bijzonder fraaie barokke uitstraling van het gebouw aan de Katharinenstrasse. Helaas viel het pand tijdens de Tweede Wereldoorlog ten offer aan een geallieerd bombardement (*).

Gottfried Zimmermanns koffehuis aan de Katharinenstrasse 14 (kopergravure van Johann Georg Schreiber, 1720, met afgebeeld de panden 16, 14 en 12)

Met uitzondering van de vastentijd (rond Pasen en Advent) vonden in het koffiehuis wekelijks concerten plaats. Tijdens de jaarbeuzen zelfs tweemaal per week. De tussendeuren van de verschillende gastenkamers werden voor de gelegenheid opengesteld opdat zoveel mogelijk bezoekers (er was plaats voor ruim tweehonderd toehoorders) van de muziek konden genieten. En anders dan nu was het voor hen uiteraard een verrassing welke muziek zij voor het eerst zouden gaan horen! Daaronder niet alleen werken van Johann Sebastian Bach, maar ook van een keur van andere Europese componisten. Daaruit ontstond zelfs een heuse 'sport': het raden van de componist (ongetwijfeld met een gratis rondje voor de winnaar) van een tot dan onbekend werk, getuige ook het volgende gedicht van de Leipziger dichteres Marianne von Ziegler (1695-1760):

O reizungsvoller Klang! Der uns, geschickter Chor,
durch Süße Zauberei das Ohr
wie durch Sirenen kann betören.
Das ließ sich wahrlich horen!
Wir muss davon wohl Komponiste sein?
Ist's Telemann? Bach? Oder Händel?
Ihr schweigt, und räumt mir keines ein.
Jedoch, er sei nun, wer er will,
so kann man doch so viel
nach dem Gehöre schließen:
Das selbiger hieran ein Meisterstück bewiesen.

Deze rijke verzameling van maar liefst 16 cd's zou, en niet eens met zoveel fantasie, beschouwd kunnen worden als de weerslag van een lange rij optredens van Bachs Collegium Musicum in dat café van Zimmermann. Het repertoire is er in ieder geval naar, hoewel we helaas niets weten van de ensembletechniek in die dagen. Toch moet, het virtuoze karakter van de muziek in ogenschouw genomen, het uitvoeringspeil best hoog hebben gelegen, tenzij aangenomen wordt dat Bach, zijn musici én niet in de laatste plaats het publiek genoegen zouden hebben genomen met krakkemikkige uitvoeringen. Het valt niet goed voor te stellen.

Bach had, toen hij zich aan het Collegium Musicum ging wijden, zo'n zes jaar noeste arbeid met zijn kerkensemble achter de rug en bovendien drie jaargangen gecomponeerde kerkcantates achter de hand. Dat gaf hem voldoende gelegenheid om een nieuw werkgebied te ontginnen: zowel het componeren van de meest uiteenlopende concerten ('avec plusieurs instruments') als het bewerken van ouder materiaal, met natuurlijk als ideale uitvoeringslocatie het koffiehuis van Zimmermann, waar Bach met zijn ensemble bovendien naar hartenlust kon experimenteren. Het leidde tot grandioze muziek, waarvan dit rijk gevulde album spiritueel getuigenis aflegt.

Interessant is ook dat in deze concertreeks zo duidelijk naar voren komt hoezeer de Duitse componisten uit het begin van de achttiende eeuw eraan gelegen was om de Italiaanse en de Franse stijl in hun muziek te verwerken. Zoals vóór hen de 'strenge' Heinrich Schütz de Venetiaanse stijl als het ware had meegenomen naar Duitsland. Zo zette Bach zich al vroeg aan de studie van de muziek zoals die toen in Venetië en Parijs werd gepubliceerd en hij raakte daarvan blijkbaar dusdanig onder de indruk dat hij belangrijke elementen daaruit in zijn eigen werk ging gebruiken. Voorbeelden daarvan zijn onder meer de 'Pièces de Clavessin' (1689) van de Parijse organist Jean-Henry d'Anglebert en de opera's van Jean-Baptiste Lully (waarbij Bach zich tevens kon bekwamen in de transcriptietechniek: van orkest- naar klavecimbelpartij).

De naam van het ensemble doet vermoeden dat het uit Duitsland stamt, maar niets is minder waar: het is gehuisvest in Frankrijk, opgericht in 1998 door de violist Pablo Valetti en de klaveciniste Céline Frisch (apropos: zij speelt de Goldberg-variaties voortreffelijk!) met als een van de nobele doelen de herbeleving van de concerten in dat beroemde café van Zimmermann. Niet dat dit al te letterlijk moet worden opgevat (we weten immers niets van de uitvoeringspraktijk in het koffiehuis), want iedereen kan begrijpen dat het eerder naar de geest dan naar de (onbekende!) letter is bedoeld. En wat die geest betreft: ik heb het ensemble (met de musici merendeels staande op het podium) diverse malen 'live' gehoord, onder meer in Leipzig, en was steeds diep onder de indruk van de bijna improviserende levendigheid en lenigheid dat het uitstraalde. Een spiritualiteit bovendien die gepaard ging met een vlekkeloze techniek. Het is en blijft een kunst op zich: de symbiose van spontaniteit en technische perfectie. Dat impliceert tevens ook dat Café Zimmermann de wereldtop op het gebied van de barokorkesten vertegenwoordigt. Want laat ik daarover helder zijn: dit kan echt niet beter, wel (uiteraard!) anders. Deze heruitgave van in totaal 16 cd's vormt de staalkaart van bijna twee decennialang schitterende opnamen voor het Franse Alpha, het hoofdlabel van Outhere Music, waarin Café Zimmermann zich liet bijstaan door coryfeeën als Gustav Leonhardt, Robin Blaze, Markus Schäfer, Stephan MacLeod, Dominique Visse, Rupert Charlesworth en Les Chantres du Centre de Musique Barorque de Versailles.

U zult begrijpen dat de tracklist wel erg lang moest uitpakken en daarvoor verwijs ik u danook graag naar de site van Outhere, waar u zo het een en ander kunt vinden. Ook op Spotify e.a. vindt u trouwens het nodige van dit ensemble.

Tot slot: u zult misschien denken: 16 cd's, dat is een hele kluif. Maar misschien heeft u het al uit de recensie kunnen opmaken: het is absoluut geen corvee, geen krachttoer. Sterker nog, op mijn gemak, met slechts drie cd's per dag had ik binnen een week alles beluisterd en daarbij geen enkel spoortje oneffenheid kunnen bespeuren. Ik zal er bovendien nog vele malen naar terugkeren, want dit is interpretatief niet alleen een fabuleuze set, maar er wordt ook nog een representatief overzicht geboden van het 'barokke' componeren in de achttiende eeuw in Duitsland, Italië, Frankrijk en Engeland.

___________________
(*) Het koffiehuis van Gottfried Zimmermann was gehuisvest in een in 1717 door Christian Schellhafer gebouwd en door Christian Döring ontworpen patriciërshuis dat vanaf 1727 het 'Oertelsches Haus' werd genoemd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links