![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, januari 2012 |
||||||
Buxtehude - Opera Omnia XIV Vocale werken - deel 5 Je höher du bist BuxWV 55 - Herr, wenn ich nur dich hab' (I) BuxWV 39 - Herr, wenn ich nur dich Hab' (II) BuxWV 38 - Ich bin die Auferstehung und das Leben BuxWV 44 - Bedenke Mensch das Ende BuxWV 9 - Ich bin eine Blume zu Saron BuxWV 45 - Jesu, komm, mein Trost und Lachen BuxWV 58 - Jesu, dulcis memoria II; Ciacona BuxWV 57 Miriam Meyer, Siri Karoline Thornhill, Bettina Pahn en Dorothee Wohlgemuth (sopraan), Bogna Bartosz (alt), Jörg Dürmüller (tenor), Klaus Mertens (bas), Challenge Classics CC72253 • 72' •
Dit is een serie om - het klinkt misschien wat platvloers - de vingers bij af te likken. En dan te bedenken dat we intussen alweer bij de veertiende uitgave zijn aanbeland en dat we uiteindelijk het complete oeuvre van Dieterich Buxtehude op cd tegemoet mogen zien. Een enorm en tegelijkertijd groots project dat heel veel van alle uitvoerenden heeft gevraagd en nog zal vragen, maar waarbij aanstekelijke inspiratie en hoge technische kwaliteit op de een of andere, wat mij betreft onnavolgbare manier, hand in hand gaan. Nadat ik een aantal repetities met het gehele ensemble had meegemaakt ging ik steevast naar huis met het gevoel iets heel bijzonders te hebben meegemaakt. Niet alleen in puur muzikaal, maar niet minder in musicologisch opzicht, want dit zijn stukken die herhaaldelijk vraagtekens oproepen die ter plekke moeten worden opgelost. Niet altijd zijn de bronnen eenduidig of ze ontbreken zelfs geheel. Ik heb daarover in mijn eerdere recensies over dit Buxtehude-project bericht. Dit is in alle opzichten grote muziek. Of nog beter misschien: grootse muziek die het alleszins waard is om uitgevoerd en dus gehoord te worden. Ik geloof niet dat Buxtehude als componist onderdoet voor de grote cantor van de Thomaskerk in Leipzig: Johann Sebastian Bach. Het idioom van Buxtehude is bepaald anders (gelukkig maar, want in de muziek speelt afwisseling een uiterst belangrijke, zo niet doorslaggevende rol), met als een van de meest aantrekkelijke aspecten ervan de enorme variëteit van de stukken zelf. Evenals bij Bach staat bijvoorbeeld iedere cantate, iedere aria en ieder concert op zichzelf: ieder stuk schept een uniek beeld dat voortvloeit uit de sterke verbeeldingskracht van zijn schepper. Zo heb ik eindeloos genoten van de door Klaus Mertens gezongen basaria's (Ich bin die Auferstehung und das Leben' en 'Ich bin eine Blume zu Saron'), maar laat ik de dames niet tekort doen: Siri Karoline Thornhill en Dorothee Wohlgemuth in het onvergelijkelijk schone 'Je höher du bist', een stuk waarin concert en aria meesterlijk samenvloeien. Niet minder bijzonder zijn de beide ciaccona's 'Herr, wenn ich nur dich hab' II en 'Jesu, dulcis memoria'. Dan zijn er de instrumentale solisten die zoveel kleuring in hun vaak uitermate lastige partijen weten aan te brengen dat zij heel wat meer bieden dan gloedvolle interactie. Ik denk bijvoorbeeld aan Wouter Verschuren (dulciaan), Mike Fentross (luit) en de beide organisten: Ton Koopman en Kathryn Cok (tevens op regaal). Fascinerend is ook hoe de vocale en instrumentale stemmen zich mengen (o.a. in 'Bedenke Mensch, das Ende' en 'Jesu, komm, mein Trost und Lachen'). Misschien is het wel de grootste verdienste van zijn uiteindelijke complete uitgave van de werken van Buxtehude dat er voortdurend sprake is van een zeldzame frisheid die als dauw over de muziek ligt. Het is diep ontroerend en indrukwekkend om dit allemaal mee te maken. Ongehoord, in één woord! index | ||||||