CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2013

 

Bruch: Schotse fantasie op. 46

Tsjaikovski: Vioolconcert in D, op. 35

Ning Feng (viool), Deutsches Symphonie-Orchester Berlin o.l.v. Yang Yang

Channel Classics CCS SA34913 • 71' • (sacd)

Opname: november 2012, Teldex Studio, Berlijn

   

Wie op het internet wil uitzoeken wanneer Ning Feng is geboren, stoot zijn neus, tenzij men de spreekwoordelijke speld in de hooiberg wil zoeken (of gewoon op onze site kijkt...). Het is helaas maar al te vaak zo: geen enkele informatie hierover, zelfs niet op de site van de desbetreffende artiest, maar evenmin in het cd-boekje. Waarom is dat eigenlijk, wil men eeuwig jong blijven, of juist niet? Geen idee, maar u weet, als u dit leest, tenminste dat Ning Feng is geboren in 1981, in het Chinese Chengdu. Hij studeerde in zijn vaderland, maar zoals alle Chinese muziekmastodonten studeerde ook Feng verder in Europa, in dit geval eerst in Londen bij Hu Kun (Royal Academy of Music) en vervolgens bij Antje Weithaas in Berlijn. Natuurlijk, dat zijn studies die alleen aan de grote talenten zijn voorbehouden: zo'n student kan al heel wat alvorens hij bij pedagogen als Kun en Weithaas mag aanschuiven, waarbij niet alleen de meest fijne kneepjes aan de orde komen, maar ook wordt ingezet op de puur fysieke aspecten van het vioolspel, opdat het niet uitmondt in allerlei fysieke ongemakken die een schitterende carrière al te vroeg doen eindigen. Wie heel veel speelt, en meestal ook nog op vijf continenten met de daarmee verband houdende tijdverschillen, moet heel goed op zijn lichaam passen, in puike conditie zijn en niet worden gehinderd door lichamelijke ongemakken, en al helemaal niet als die worden veroorzaakt door een onjuiste, menigmaal ongemerkt erin geslopen houding ten opzichte van het instrument. Als men daar eenmaal achterkomt, is het vaak te laat.

Tegenwoordig steekt er nog een buitengewoon hinderlijk ongemak de kop op: de reizende violist die in februari 2013 op de luchthaven van Frankfurt zijn Stradivarius uit 1721 geconfisceerd zag nadat hij had geweigerd om 19 procent invoerrecht te betalen over de door de douane geschatte waarde van 700.000 euro. Jawel, het instrument werd 'formeel' wel ingevoerd, maar alleen om er een concert op te spelen en vervolgens weer uit het land te vertrekken. In de dagbladpers werd de suggestie gewekt dat de luchthavendouane de pik had op Aziatische musici: het was al de vierde keer in nog geen zes maanden dat een dergelijk incident plaatsvond, waarbij uitsluitend Aziaten op de korrel werden genomen.

Ning Feng is een violist die zich zonder enige beperking mag scharen onder de wereldtop (die in de laatste paar decennia overigens stevig is uitgedijd, niet in de laatste plaats door het groeiend aantal dames dat het instrument tot in de kleinste finesse beheerst). Er waren al drie cd's van hem verschenen die geen enkele twijfel lieten bestaan over zijn muzikale kwaliteiten (u vindt de bespreking ervan elders op onze site), en met deze spiksplinternieuwe vierde is het al niet anders: zowel Bruchs Schotse Fantasie (eigenlijk een vijfdelig concert in de vorm van een poëtische fantasie) als het Vioolconcert van Tsjaikovski mogen zich verheugen op een dróómvertolking, zowel door de solist als door het orkest dat - ik had het eerlijk gezegd niet verwacht - onder leiding van (de eveneens Chinese) Yang Yang een rijk gedetailleerd en idiomatisch klankbeeld neerzet. Wat dat laatste betreft had ik natuurlijk beter kunnen weten, want deze artistiek leider van het symfonieorkest van Hangzhou was in 2006 wel eerste-prijswinnaar van het Griekse Mitropoulos Concours, geen geringe prestatie.

Vanaf het aarzelende, bijna tastende en o zo breekbare begin van de Schotse Fantasie tot Tsjaikovski's triomfantelijke slot zijn dit uitvoeringen uit één stuk. Ning Fengs muzikale verbeeldingskracht in de Schotse folklore is exemplarisch, de fonkelende combinatie van passie en lyriek in Tsjaikovski een wereld op zich. Indrukwekkend hoezeer Feng de in het Vioolconcert zo gemakkelijk voorhanden zijnde virtuoze glamour en glitter eenvoudigweg naast zich neerlegt en zich juist concentreert op het 'binnenwerk', daar waar het volgens mij ook moet gebeuren, met meesterhand door hem vormgegeven, subliem articulerend en gedompeld in muzikale schoonheid in haar meest pure vorm. Er zijn violisten die de beide hoekdelen iets meer in vuur en vlam zetten, maar Fengs benadering heeft mijn volle sympathie.

De opname is een waar wonder, en dat terwijl de meeste opnamen van Channel Classics in het bovenste kwaliteitssegment thuishoren. Het brede podiumbeeld (ook in stereo!), de schitterende viool- en orkestklank, de volmaakte balans tussen zowel solo-instrument en orkest als binnen het gehele ensemble, gevoegd bij de algehele, bijzonder fraai gekleurde sonoriteit maken dit een registratie van demonstratiekwaliteit.

Feng bespeelt een viool uit 2007 van de Duitse bouwer Stefan-Peter Greiner (hoewel hij de Stradivarius op de luchthaven van Frankfurt wel degelijk heeft teruggekregen.), die werkelijk schitterend klinkt. Onlangs was er de uitkomst van een 'blindtest' die afrekende met de alom levende opvatting dat violen van Stradivarius en Guarneri, om de twee bekendste te noemen, het enige ware speel- en klankparadijs zouden vertegenwoordigen. Niet dus. Sterker nog, het is je reinste flauwekul. Feng bewijst het, klip en klaar. Deze nieuwste aanwinst van Channel Classics is in alle denkbare opzichten wat het is: een 'Meisterstück'.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links