CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2021


English Music for Strings

Britten: Variations on a Theme of Frank Bridge op. 10

Bridge: Lament H 117

Berkeley: Serenade for Strings op. 12

Bliss: Music for Strings F 123

Sinfonia of London o.l.v. John Wilson
Chandos CHSA 5264 • 65' • (sacd)
Opname: januari 2020, Church of S. Augustine, Kilburn, Londen

   

De mogelijkheden voor een instrument met vier snaren (van laag naar hoog de G-, D-, A- en E-snaar) en een strijkstok zijn vrijwel onbegrensd. Laat staan als er groot aantal van beschikbaar zijn, zoals in een strijkorkest. Voorbeelden ervan te over, componisten die voor het strijkorkest hebben geschreven, met in willekeurige volgorde bovenaan de ranglijst: Stravinsky, Bartók, Grieg, Respighi, Suk, Dvorák, Mozart, Tsjaikovski, Händel (Concerti Grossi!), Penderecki en Gade, Dan zijn er de absoluut niet weg te denken Engelsen: Elgar, Holst, Berkeley, Bridge, Britten en Bliss. Ze hebben allemaal de zowel kleurrijke als virtuoze mogelijkheden van het strijkorkest tot op de bodem verkend, de speltechnische mogelijkheden ervan uitgebuit. En dan heb ik het nog maar niet over de talloze bewerkingen die de weg hebben geopend van het strijkkwartet naar het strijkorkest. Teveel om op te noemen, hoewel niet altijd overtuigend (maar dit terzijde).

English Music for Strings, het onlangs verschenen Chandos-album, bevat vier werken die uitsluitend voor strijkorkest zijn geschreven. Het is deels ook een goed bedoelde competitie tussen leraar en leerling: Britten studeerde immers bij Bridge en steekt met zijn Variations (1937) zijn voormalige docent duidelijk naar de kroon (wat in dit geval niet zo verbazingwekkend is want van Bridge horen we alleen zijn nog geen vier minuten durende treurzang uit 1915).

Lennox Berkeley componeerde zijn Serenade (een dankbaar genre voor het strijkorkest) in 1938/39 en je zou denken dat de donkere wolken die zich dan al duidelijk boven Europa uitstrekken in deze muziek is terug te vinden maar niets van dat alles: Keep calm and go on lijkt het devies te zijn. Zelfs in het afsluitende Lento is van enige bekommernis geen sprake en mag de lyriek rijkelijk vloeien. De snelle delen zijn technisch beslist niet voor de poes en vragen het uiterste van het ensemble. Maar ook de muziek van Britten en Bliss stelt hoge eisen aan intonatie, articulatie, samenspel en balans. Bij Bliss is ook de transparantie een belangrijk punt: zijn Music for Strings (1935) is tamelijk dik geïnstrumenteerd en daardoor ligt het gevaar op de loer dat de stemvoering niet altijd even helder is. Concertmeester Andrew Haveron en dirigent John Wilson lijken dit overigens met verve te hebben aangepakt en opgelost. De bijzonder goed geslaagde opname deed de rest.

Sinfonia of London in januari 2020 in Church of S. Augustine, Kilburn, Londen

De strijkerssectie van het Sinfonia of London lijkt deze stukken werkelijk op het lijf geschreven te zijn: de afwerking is volmaakt, de gloed en het engagement stralen er vanaf, en de expressie is van zeer hoge orde. Ik stel me zo voor dat deze stukken in de tijd rond hun ontstaan voor de toenmalige strijkorkesten eigenlijk nauwelijks goed uitvoerbaar moeten zijn geweest: dat ze meer toekomstgericht waren dan we nu misschien veronderstellen.

De door Ralph Couzens in de kerk van de Augustijnen in het Londense Kilburn gemaakte opname is in de typische Chandos-stijl: warm en sonoor, maar wel gedetailleerd. In de surround-modus is de proportionaliteit tussen de vijf kanalen, mits zelf goed ingesteld natuurlijk, precies goed (in stereo is dat slechts zelden een thema).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links