![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2017
|
Verenigd Koper, in het Nederlands bekt het gewoon niet. Brass United wel, hoewel ik United Brass misschien net iets beter zou hebben gevonden. Een kwestie van smaak, denk ik. 'What's in a name,' schreef Shakespeare. Het is de naam van het ensemble koperblazers dat in de top van dit toch nog steeds wel tamelijk bijzondere segment musiceert. De vijf instrumentalisten hebben een staat van dienst om van te watertanden. Jörgen van Rijen is eerste trombonist bij zowel het Koninklijk Concertgebouworkest als het Lucerne Festival Orchestra. De hoornist (en inmiddels ook dirigent) Jasper de Waal verruilde de eerste lessenaar bij datzelfde KCO voor die van het Chamber Orchestra of Europe, een niet minder prestigieus ensemble. Voor de trompettist Wim van Hasselt geldt bijna hetzelfde, zij het dat hij les geeft aan het conservatorium ('Musikhochschule') van Freiburg. Stéphane Labeyrie is dé tubaïst van het Orchestre de Paris en ontsluit op het conservatorium van Lyon voor zijn leerlingen alle geheimnissen van zijn instrument (en ongetwijfeld nog meer dan dat). Tot slot is daar dan Alexandre Baty, eerste trompettist bij het filharmonisch orkest van Radio France en van Seoul. Vijf mannen die muzikaal wel heel stevig van wanten weten, wat door deze cd in alle denkbare instrumentale geuren en kleuren - ik zou haast zeggen: uiteraard - wordt bevestigd. Ik neem gelijk maar diep de hoed af voor de fantasierijke arrangementen van Steven Verhelst. Hij creëerde een heuse Pulcinella-suite met de toevoeging 2.0, naar het voorbeeld van de toen tijdelijk in de neoklassiek grossierende Stravinsky, en maakte van Jacob TV's Pitch Black voor ghettoblaster en saxofoonkwartet een arrangement voor koperkwintet, met ingekleurd de stem van Chet Baker. Dan is er de tubaïst van het gezelschap die Albéniz' Suite Espagñol en Bartóks Roemeense dansen zeer creatief onder de loep nam. Hoe fabelachtig mooi een ensemble koperblazers kan klinken was al in het zestiende-eeuwse Venetië bekend. Ik hoef slechts naar Giovanni Gabrieli en Claudio Monteverdi te verwijzen. Het lijken misschien instrumenten die niet zo goed overweg kunnen met wat ik dan maar de 'lyrische nuance' of 'genuanceerde lyriek' noem, maar wie dat denkt komt gelukkig bedrogen uit: het bewijs ligt vóór mij en straks misschien vóór u, zoals James MacMillans 'A New Song' duidelijk laat horen. index |
|