CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2025 |
In 1874 organiseerde Heinrich von Herzogenberg (1843-1900) een Brahms-festival in Leipzig, waar de twee mannen al snel vrienden werden. Brahms (1833-1897) ontmoette er ook de Nederlands componist Julius Röntgen (1855-1932), wat leidde tot wat bekend werd als de ‘Brahms-kring', waartoe ook de pianiste Elisabeth von Herzogenberg, Clara Schumann, de violist Joseph Joachim, de dirigent Hans von Bülow en de (gevreesde!) muziekcriticus Eduard Hanslick toetraden. Brahms gold als de centrale figuur in dit zowel professionele als vriendschappelijke 'netwerk'. Tussen 1874 en 1892 stuurde hij bijna al zijn manuscripten naar Elisabeth von Herzogenberg (1847-1892), zijn voormalige pianoleerlinge die met Heinrich von Herzogenberg was getrouwd. Hij waardeerde haar als musicienne en nam haar advies maar al te graag ter harte, zoals hij zich dienaangaande ook tot Clara Schumann wendde, een andere toonaangevende figuur en niet alleen in die kring. De bijeenkomsten van de groep stelden Brahms bovendien in de gelegenheid om, als het hem zo uitkwam, zijn piano- maar ook kamermuziekwerken uit te proberen voordat ze in première gingen of de gang naar de drukker maakten. Waar nog bijkwam dat Elisabeth von Herzogenberg een uitzonderlijke muzikaal geheugen en talent had dat haar in staat stelde om stukken die ze had gehoord voor de vuist weg te spelen. Of die kring voor Brahms' erkenning als componist, zoals in het cd-boekje wordt gesteld, een belangrijke rol heeft gespeeld mag echter worden betwijfeld: daar had hij dit netwerk echt niet voor nodig. Met dit uitstekend samengestelde programma werpen Isabel Gehweiler en Fiona Hengartner een bijzonder licht op de kring rond Brahms, die ook voor andere componisten van belang was. Zo plaatste Joseph Joachim het werk van Herzogenberg naast dat van Brahms, er was hij er vast van overtuigd dat Röntgen een grote toekomst wachtte. De op dit album vastgelegde cellosonates passen in dit beeld, al maakt ook dit album duidelijk dat Brahms als componist met kop en schouders boven Herzogenberg en Röntgen uitstak. Dit zijn subtiele en van expressieve kracht vervulde vertolkingen, fraai van toon en vrij van sentimentaliteit. Het is een vrij strakke lezing zoals we die we bij meer musici van de jonge(re) generatie tegenkomen: geen al te nadrukkelijk exposé van eigen kunnen, geen overdreven romantiseren, genuanceerd en welsprekend. Dat er in het discografisch topsegment diepgravender uitvoeringen te vinden zijn doet niet af aan dit fraai gestileerde duo-spel. index |
|