![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2018
|
Hoe deze opname precies tot stand is gekomen weet ik niet, maar wel dat de Russische pianist Boris Berezovsky (1969) zowel in het Brahms- als in het Stravinsky-concert de dirigent heeft thuisgelaten. Over de reden kan alleen worden gegist, maar een feit is wel dat dit orkest, het Russisch Staats Symfonie Orkest 'Evgeny Svetlanov' wel degelijk over een vaste dirigent beschikt en bepaald niet de minste: Vladimir Jurowski. Het is nogal wat: met name het Brahms-concert spelen als dirigeren (tenzij de concertmeester het leeuwendeel van de orkestbegeleiding voor zijn rekening heeft genomen, wat ik overigens niet waarschijnlijk acht). Maar zelfs Stravinsky's Concert voor piano en blaasinstrumenten vraagt in feite om een dirigent. Dit zijn geen vroege Mozart-concerten! Een krachttoer dus, zoveel is wel zeker. En dan ook nog live opgenomen (met misschien 'patches' achteraf), Maar om er enthousiast over te worden? Bepaald niet. Technisch staat Berezovsky heus wel zijn mannetje, maar interpretatief gebruikt hij zijn niet geringe technische arsenaal voor niet veel meer dan een eendimensionaal gericht discours, met weinig aandacht voor detail, soms zelfs grof gebekt, zoals in de finale van het Brahms-concert, waarin de frases bovendien lijden onder het jachtige tempo (de tempo-aanduiding Allegro ma non troppo wordt niet gerespecteerd). De contemplatieve lyriek van het Adagio is door de oppervlakkige aanpak van zowel solist als orkest ook al kind van de rekening. Grootse momenten vallen er niet te registreren. Het openingsdeel mist momentum en verloopt uitgesproken vlak. En dan hoef ik niet eens te memoreren hoeveel uitstekende uitvoeringen er van dit concert bestaan. Denk alleen maar aan de 'klassieke' Curzon/Szell op Decca en de bevlogen Gilels/Jochum op DG. index |
|