CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2025

Just Biber

Klik hier voor het inhoudsoverzicht

Rachel Podger (viool), Brecon Baroque: Marcin Świątkiewicz (klavecimbel, orgel). Elizabeth Kenny (teorbe, gitaar), Daniele Caminiti (luit), Reiko Ichise (gamba), Fred Thomas (drum, rebolo)
Channel Classics CCS 48525 • 70' •
Opname: St Peter's Church, Great Haseley (VK)

 

Van aartsbisschop Maximilian Gandolf zullen weinigen ooit hebben gehoord. maar van Heinrich Ignaz Franz von Biber (1644-1704) des te meer.

Maximilian Gandolf Graf von Kuenburg was van 1668 tot 1687 de 'Fürsterzbischof' van Salzburg, toen niet alleen religieuze maar ook seculiere macht uitstralend. In 1686 volgde zijn beroeping tot kardinaal onder de heerschappij van paus Innocentius XI.

Maximilian Gandolf Graf von Kuenburg (ca. 1674)

Aan het hoofd van de diocese in Salzburg, toen een belangrijk religieus centrum binnen de grenzen van het Heilige Roomse Rijk, speelde de aartsbisschop een grote rol tijdens de Contrareformatie. Dat gold ook het verdrijven van de protestanten uit Salzburg. Maar naast het bevorderen van de bouw van kerken en kloosters speelde de aartsbisschop ook een stimulerende rol in de culturele ontwikkeling en trad hij op als mecenas van componisten als Biber en Georg Muffat en schilders als Johann Michael Rottmayr.

Dat cultuur in het bisdom vooral dankzij de invloed van Gandolf een belangrijke rol speelde blijkt niet alleen uit diens rol als beschermheer maar ook uit de regelmatig terugkerende meerdaagse festiviteiten op het gebied van muziek en theater, zij het niet gericht op het 'gewone' volk, maar op de aristocratie.

Ook Biber heeft hierin zijn rol gespeeld, de uiterst virtuoze violist (of iets nauwkeuriger: 'violonbass' en 'viola da gamba', zoals beschreven in de archieven van Kromerí˛) en zeer gewaardeerde componist, die in dienst was van de aartsbisschop en als zodanig aan het hof was verbonden. Biber was er dankbaar genoeg voor om zijn ook technisch uitdagende, in de periode 1670 en 1680 gecomponeerde Rozenkrans- of Mysteriesonates (ze zijn eveneens door Rachel Podger en Brecon Baroque op cd gezet en hier door mij besproken) aan hem op te dragen.

Maar al eerder was Gandolf voorzien van een belangrijk werk van Biber: de in 1676 verschenen Sonatae, tam Aris, quam Aulis servientes, de eerste aan de aartsbisschop opgedragen bundel van zijn hand. De verzameling bevatte werken die Biber gedurende meerdere jaren voor een groot ensemble had geschreven.

De in 1681 voltooide Sonatæ Violino Solo is in die zin bijzonder opmerkelijk dat Biber serieuze pogingen in het werk stelde om slechts een enkele viool een 'concert voor veel instrumenten' te laten imiteren. Daar kwam een 'modieuze' techniek aan te pas: scordatura, met de viool afwijkend gestemd (dus niet in alleen reine kwinten: G-D-A-E). Maar anders dan in zijn reeds genoemde Rozenkranssonates van tien jaar eerder paste Biber in de bundel van 1681 het scordatura alleen toe als incidentele 'kleurentoets' en dus niet als fundamenteel experiment.

Heinrich Ignaz Franz von Biber (1644-1704)

In zijn opdracht aan de aartsbisschop - het blijkt uit de eerste publicatie in 1681 - noteerde Biber dat hij hoopte dat de sonates zouden worden gewaardeerd 'tot eerbetoon opdat zij zouden weerklinken' ('in obsequium ut resonarent'). De onderdanigheid die eruit spreekt was niet zo bijzonder: veel kunstenaars waren immers afhankelijk van de goedheid (en de luimen!) van hun opdrachtgever of beschermheer.

'Resonarent' zegt ook het nodige over hoe harmonie toentertijd werd ervaren: als iets kosmisch, vibrerend in een door God gegeven resonantie, als verbintenis tussen mens, instrument en hemellichamen. In de vroegmoderne tijd - en ook daarin geef ik de samensteller van het tekst boekje. Mark Seow, volkomen gelijk - werd het snaarinstrument immers gezien als menselijk lichaam, met hals, buik en ribben. Die belichaamde metafoor was verweven met medische en wetenschappelijke opvattingen: gezonde lichamen trilden in harmonische samenklank, terwijl zieke lichamen leken op een ontstemd of defect instrument met een gesprongen snaar.

De sonates waren daarom niet alleen bedoeld om te verrukken, maar ook om te balsemen en te helen; Biber beschreef de sonates aldus als een vorm van gebed voor de levensduur en gezondheid van de aartsbisschop.

Ik merkte het al eerder op: Biber mag dan bekend staan als violist, de rol van gambist komt hem eerder toe. Zijn opus 1, een reeks gambasonates waarvan het enige exemplaar verloren ging tijdens een brand in 1735 – bevestigt die achtergrond. Seow durft het aan om de 'duivelse technische moeilijkheidsgraad' van de vioolsonates daarmee te verklaren, maar ik ben daar minder zeker van. Al kan zeker wel worden onderschreven dat 'van de uitgebreide dubbelgrepen tot sprankelende passages in stylus fantasticus de sonates een bewijs vormen van Charles Burney's vaak aangehaalde uitspraak dat Bibers solosonates “de moeilijkste en meest fantasierijke muziek waren” die hij uit die periode kende.

Seow wijst er in zijn betoog op dat de sonates niet alleen 'affectief resoneren met de ontvanger', maar ook een soort technische dominantie vestigden: het instrument moest 'gehoorzaam resoneren naar de wil van haar meester. Die gehoorzaamheid wordt nog vreemder in de Sonata representativa, waarin de viool verschillende dieren imiteert.' Over het auteurschap bestaan echter twijfels: sommige muziekwetenschappers menen dat het eigenlijk het 'Vogelgezang' is dat Bibers tijdgenoot Johann Heinrich Schmelzer (ca. 1622-1680) ooit beloofde aan zijn beschermheer, en dat Biber slechts een afschrift maakte van Schmelzers reeds bestaande werk. Wie de auteur ook was: de componist kende zeker Athanasius Kirchers verhandeling Musurgia universalis (1650), een gigantische tweedelige theoretische verhandeling van meer dan duizend pagina's. De motieven voor de vogelgeluiden werden aangepast uit een tabel van Kircher – en als bonte toevoeging voegde de componist een kikker en kat toe.

Seow: 'De sonate is op punten duidelijk humoristisch bedoeld. En de grap? Hoe is het überhaupt mogelijk dat een viool zo kan klinken! In al deze sonates geniet Biber ervan om te buigen – van het ontstemmen van de viool tot vreemde spanning en krachteloosheid, tot het laten kakelen als een kip. Hij speelt met het idee van wat een viool eigenlijk is, en rekt de klankmogelijkheden zowel letterlijk als metaforisch op – en doet ons, luisteraars, meereizen in een caleidoscoop van resonantie.'

Het spel van Rachel Podger noch het door haar n 2006 opgerichte ensemble Brecon Baroque behoeft eigenlijk een nadere toelichting. Er wordt uiterst kleurrijk en geanimeerd gemusiceerd, rijk genuanceerd en met de nodige vaart, waarbij zich qua virtuositeit in dit voortdurend meeslepende betoog ware mirakels voordoen. Jared Sacks heeft deze 'fantastische' (en net zo fantasierijke) sonates het - zoals 'vanouds' - onder het toeziende oog en oor van producer Jonathan Freeman-Attwood al even 'fantastisch' vastgelegd.

__________________
Een fragment van Just Biber vindt u op YouTube.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links