CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2018

 

Deep in a dream

Schumann: Liederkreis op. 24

Grieg: Sechs Lieder op. 48

Sibelius: Serenad - Drömmen - Demanten pa marssnön - Den första kyssen - Var det en dröm? - Flickan kom ifran sin älsklings möte - I natten

Berg: Vier Gesänge op. 2 - Schliesse mir die Augen beide (eerste versie)

Raoul Steffani (bariton), Gerold Huber (piano)
Challenge Classics CC72785 • 62' •
Opname: maart 2018, Westvest, Schiedam

   

Aan zijn naam valt het niet af te leiden, maar de bariton Raoul Steffani is wel degelijk Nederlander van geboorte: hij zag in 1992 het levenslicht in Limburg. Hij studeerde zang aan de conservatoria in Amsterdam, Tilburg en Wenen, maar hij vond ook de weg naar een van de belangrijkste zangcoaches die ons land rijk is: Margreet Honig. En dan waren uiteraard de vele master classes die hij volgde, bij onder anderen Elly Ameling, Christa Ludwig en Thomas Hampson. Het lijkt er soms op dat men tegenwoordig niet meer zonder kan, als een extra ster op de conduitestaat. Een gedegen opleiding, een groot talent en dus won hij een groot aantal prijzen. U kunt hier zijn biografie lezen.

Maar maakt hij de verwachtingen met deze debuut-cd ook waar? Want misschien kent u dat verschijnsel wel: de biografie van de artiest die klinkt als een klok, maar waarna de praktijk toch spelbreker blijkt te zijn. Door indispositie of door iets anders wordt op het podium of in de studio niet waargemaakt wat die zo positief gestemde doopceel in het vooruitzicht stelt.

U kunt echter gerust zijn: dit debuut is van een uitzonderlijk hoog gehalte, waar ik de pianist, Gerold Huber, ook uitdrukkelijk bij wil betrekken. Natuurlijk staat de zanger in de spotlights, maar ieder liedrecital is pas echt geslaagd als de interpretatie van zanger en pianist volmaakt met elkaar in evenwicht is. Waarbij de pianist vaak vooruitloopt op het 'verhaal' dat de zanger nog moet gaan vertellen; of aan het slot nog even namijmerend, of afsluitend met enige ferme akkoorden. Hoe storend is het niet dat soms dat instrumentale slot niet eens wordt afgewacht, het applaus al losbreekt alvorens de laatste noten zijn verklonken.

Steffani blinkt niet alleen uit in vocale techniek, maar is ook in stilistisch opzicht een groot zanger. Hij doet wat een liedzanger per definitie behoort te doen, maar daar vaak niet in slaagt: de dichterlijke teksten muzikaal tot groot expressief leven wekken zonder te overdrijven. De verbeelding moet voortdurend aan het woord zijn, met de techniek naar de achtergrond verschoven. Een kwestie ook van proportionaliteit, van timing, van het plaatsen van de juiste accenten, van frasering en souplesse. Het is er allemaal, vanaf het eerste lied op deze cd.

Wie de techniek zodanig beheerst dat hij die achter zich kan laten, zich kan toeleggen op de gevoelvolle schildering van de liedtekst, heeft het pleit vrijwel gewonnen, kan met zijn expressie feitelijk alle kanten op. Waar het dan nog om gaat is de (enig) juiste kant. En dat betekent in geen geval epateren, flamboyante ontladingen of overdreven sensitiviteit (vaak verward met sensualiteit). Het moet gaan om wendbaarheid, diepgang, verscheidenheid en affect (niet effect!) Vocale schoonheid? Ja, maar wel ten dienste van de interpretatie en niet als doel op zich. Alleen maar een glanzende huls brengt al snel verveling voort. Echte ontroering, vrij van iedere plichtmatigheid, komt echt aan bij de toehoorder. Zeker de liefhebber van het kunstlied kent zo het verschil tussen het een en het ander.

Steffani is groots in de plastische details, het feilloos creëren van stemmingsbeelden, de nuances in stemkleuring, het oplichten van de sterk wisselende evocaties waaraan het liedrepertoire zo rijk is. Hij raakt daarbij schijnbaar moeiteloos de kern van ieder lied, zet het in een geheel eigen daglicht, maar - het is een kunst op zich - zonder het idiomatische karakter ervan aan te tasten. Het zeer positieve beeld wordt afgerond met een perfectie dictie en uitspraak (geen sinecure waar het de liederen van Sibelius betreft). Dat is grote liedkunst, daarover geen enkel misverstand.

Wat dit recital nog eens extra interessant maakt zijn de liederen van Sibelius, die je te weinig van een bariton hoort, laat staan van een Nederlandse bariton. Wie al bij voorbaat schrikt van de naam van Alban Berg op dit programma kan ik geruststellen: in deze vijf liederen is de Laatromantiek (nog) aan het woord; zij het dat in de Vier liederen op. 2 de poort naar de atonaliteit al op een kier staat.

Dat de hoge kwaliteit van deze debuut-cd mede wordr gedragen door de Duitse pianist Gerold Huber (1969) staat buiten kijf: in hem heeft Steffani een formidabele partner.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links