CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2022 |
Van dit viertal musici waren er twee voor mij geen onbekende: de pianist Antoine Mourlas en de celliste Cyrielle Golin, waarvan ik in februari 2020 in lovende bewoordingen het album Un moment musical chez les Schumann besprak (klik hier). Ditmaal is er evenwel naast de violist Hector Burgan nog een pianiste in het spel: Mary Olivon. Hoe zit dit precies, zeker ook gezien de titel van deze uitgave: Quatuors pour trois instruments, uit te leggen als een contradictio in terminis? Het laat zich evenwel gemakkelijk verklaren, want we hebben hier te maken met weinig bekende kwartetten voor piano vierhandig (dit maakt dus samen twee), viool en cello. Wat dit album nog eens extra aantrekkelijk maakt is, afgezien van het uitstekende spel dat deze vier musici ten beste geven, de sfeer die ermee wordt opgeroepen: die van de in de negentiende eeuw zo populaire 'salonmuziek' zoals die in Duitsland vaste grond onder de voeten had gekregen, met als belangrijke voortrekkers de componisten Hermann Berens (1826-1880) en Ferdinand Hummel (1805-1847), maar ook bewerkers als Carl Burchard (1818-1896), die op dit album is vertegenwoordigd met een arrangement van Mendelssohns Ruy Blas ouverture op. 95. Het was in die tijd dat voor het eerst de bezetting van piano vierhandig, viool en cello opdook, waarvoor ook anderen, waaronder Friedrich August Kummer (1797-1897) en Friedrich Hermann (1828-1907), een groot aantal transcripties publiceerden. Het bleek een genre dat ook buiten Duitsland een zekere mate van aantrekkingskracht uitoefende. Zoals in Wenen, waar Anton Diabelli (1781-1858), niet alleen geboekstaafd als bekend componist maar ook als vooraanstaand muziekuitgever, twee van dergelijke werken aan de openbaarheid prijsgaf: zijn sonates Sehnsucht nach dem Frühling en Resolution. Ook elders groeide de belangstelling: zelfs Jean Sibelius (1865-1957) waagde zich eraan, met het Ljunga Wirginia Kwartet. Andere namen zijn die van Josef Nesvadba (1824-1876), Edouard Destenay (1850-1924) en Ferdinand Manns (1884-1922). In de eerste helft van de vorige eeuw taande belangstelling evenwel aanzienlijk en uiteindelijk verdween het genre vrijwel geheel uit zicht. Niet zo lang geleden probeerde Charles Halka (1982) met zijn Round and Round het genre opnieuw leven in te blazen. Laten we in ieder geval blij zijn met deze aanwinst in een speelveld dat al lang en breed niet meer in de belangstelling staat, maar wel op zijn minst aangename en soms zelfs verrassende luistermuziek oplevert. De opname is bovendien een klasse apart. index |
|