CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2025 |
De violiste Nicola Benedetti werd op 20 juli 1987 in het Schotse Westy Kilbride geboren uit een Italiaanse vader en een Schots-Italiaanse moeder. In het gezin speelde muziek en andere culturele uitingen een belangrijke rol en dus ging ze op jonge leeftijd muziek studeren om al op haar negende te worden toegelaten tot de illustere Yehudi Menuhin School in het Britse Stoke d'Abernon, Surrey, opgericht in 1963 door haar naamgever, de violist en dirigent Yehudi Menuhin, en met als huidige ‘director' is de Britse pianist Ashley Wass. Benedetti wilde, aldus de toelichting in het cd-boekje, Beethovens Vioolconcert benaderen met een frisse geest en een open hart, maar ook beschouwt ze haar verkenning als een persoonlijke reis om het werk terug te halen uit wat zij ziet als een verkeerde voorstelling van zowel het concerto als de componist. Om eraan toe te voegen dat de solopartij is geboren uit een geest van improvisatie, met een lichte toets die al spoedig uit de mode zou raken, en met een virtuositeit die is geworteld in integriteit en beheersing. Dat was echter niet het beeld dat zij als muziekstudente van het stuk kreeg. Benedetti: “Veel van ons violisten is opgegroeid met een ongezond soort eerbied voor Beethoven, die al snel verandert in angst en een onnatuurlijke benadering van zijn muziek. Dat kan ons vermogen aantasten om zijn humor op te merken en te omarmen, zijn ontembaarheid — en misschien nog belangrijker: de diepgang en kracht van zijn band met improvisatie.” Nu hebben de Britten een bekende, gevleugelde uitspraak: ‘The proof of the pudding is in the eating', en wat dat betreft maakt niet alleen Benedetti haar muzikale visie op dit werk volledig waar, maar ook het Aurora Orchestra onder leiding van de Brit Nicholas Collon (*1983), tevens de oprichter van het ensemble en daarnaast chef-dirigent van het Finse omroeporkest. Ze hebben elkaar in dit concerto duidelijk gevonden, de soliste, de dirigent en het orkest. In deze warmbloedige, spirituele en bij vlagen zelfs speels-lichtvoetige vertolking maken we kennis met een andere maar zeker interessante kijk op dit discografisch sterk vertegenwoordigde opus, nog versterkt door het stevig ingeperkte vibrato en de in hyn historische context geplaatste, knetterende pauken. Het is zeker even schrikken van de uitbundige paukenroffel aan het begin van de cadens (die van Beethovens eigen pianoversie) in het openingsdeel!
Is aan de uitvoering af te lezen dat de orkestleden, de meeste van hen staande, uit het hoofd spelen, het 'handelsmerk' van het Aurora? Niet alleen met de partituur erbij blijkt dat zo te zijn, want ook uitsluitend op het gehoor worden de fraseringen met vloeiend gemak over de maatstrepen getild en zijn de accenten soms aan de nogal vrijpostige kant. Maar het maakt wel onlosmakelijk deel uit van deze levenslustige aanpak, zowel van de zijde van de solist als van het orkest, wat op de luisteraar een onweerstaanbare indruk maakt. Bij deze zeker niet alledaagse belevingswereld past naadloos de schitterende opname die tevens de fraai gerealiseerde detaillering in houtblazers en strijkers onderstreept. Zo hoor je dat niet vaak. Wel jammer dat alleen het Vioolconcert werd vastgelegd en de speelduur bij 41 minuten blijft steken. Laat ik er maar niet over speculeren welke aanvulling(en) hier zeker toepasselijk zou zijn geweest. index |
|