CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2021


Beethoven - The Complete Variations, Bagatelles & Clavierstücke

CD 1
Bagatellen op. 33 (1802) - Bagatellen 1795-1804 - Bagatellen op. 119 (1822) - Bagatellen 1810-1825 - Bagatellen op. 126 (1824)

Ronald Brautigam (fortepiano: replica van Paul McNulty naar Walter & Sohn ca. 1805; naar Conrad Graf ca. 1819)
Opname: aug. 2013, Osteråker Kerk (Zweden)

CD 2
Variaties WoO 71 (1796)- Variaties WoO 72 (1797) - Variaties WoO 73 (1799) - Variaties WoO 75 (1799) - Variaties WoO 76 (1799) - Variaties WoO 77 (1800) - Eroica-variaties op. 35 (1802)

Ronald Brautigam (fortepiano: replica van Paul McNulty naar Walter & Sohn ca. 1805; naar Conrad Graf ca. 1819)
Opname: aug. 2010, Osteråker Kerk (Zweden)

CD 3
Variaties WoO 63 (1782) - Variaties WoO 64 (ca. 1790) - Variaties WoO 65 (1791) - Variaties WoO 66 (1792) - Variaties WoO 68 (1795) - Variaties WoO 69 (1795) - Variaties WoO 70 (1795)

Ronald Brautigam (fortepiano: replica van Paul McNulty naar Walter & Sohn ca. 1805)
Opname: aug. 2011, Osteråker Kerk (Zweden)

CD 4
Rondo WoO 48 (1783) - Rondo WoO 49 (1783) - Rondo Kinsky-Hahn Anh. 6 - Rondo op. 51 nr. 1 (1797) - Rondo op. 51 nr. 2 (1800?) - Rondo a Capriccio op. 129 (1795-1798?) - Ecossaise WoO 86 (1825) - Ecossaises WoO 83 (ca. 1806?) - Andante WoO 57 (1809) - Fantasie op. 77 (1800?) - Polonaise op.89 (1814) - Für Elise (1810/1822, ed. Barry Cooper) - Andante Maestoso (1826)

Ronald Brautigam (fortepiano: replica van Paul McNulty naar Walter & Sohn ca. 1805; naar Conrad Graf ca. 1819)
Opname: aug. 2013, Osteråker Kerk (Zweden)

CD 5
Variaties op. 34 (1802) - Variaties WoO 78 (1803) - Variaties WoO 79 (1803) - Variaties WoO 80 (1806) - Variaties op. 76 (1809) - Zwei Präludien durch alle Dur-Tonarten op. 39 (1789) - Driestimmige Fuge Hess 64 (1795) - Präludium WoO 55 (1803?) - Menuett WoO 217 (1794) - Allemande WoO 81 (1794) - Anglaise WoO 212 (1794) - Menuett WoO 82 (1802) - Walzer WoO 84 (1824) - Walzer WoO 85 (1825)

Ronald Brautigam (fortepiano: replica van Paul McNulty naar Conrad Graf ca. 1819)
Opname: aug. 2014, Osteråker Kerk (Zweden)

CD 6
Diabelli-variaties op. 120 (1823) - National Airs with Variations op. 105 (1819)

Ronald Brautigam (fortepiano: replica van Paul McNulty naar Conrad Graf ca. 1822)
Opname: aug. 2015, Osteråker Kerk (Zweden)

BIS 2403 SACD (6 sacd's)

   

Het is al meerdere malen door mij aan de orde gesteld: of er werkelijk kan worden gesproken van drie scheppingsperioden bij Beethoven. Het wordt veelal gehanteerd, maar iedere poging tot strikte afbakening is niets anders dan een slag in de lucht. Niet alleen loopt de ene periode geleidelijk over in de andere, maar ook is de inventie niet aan een bepaald tijdvak gebonden. Dáárvoor was Beethoven te veel een vrije geest. Als goed voorbeeld dient de vaak aangehaalde, zogenaamde eerste periode, die ook de tussen 1793 en 1802 gecomponeerde pianowerken omvat. Dat is dus vanaf de eerste drie sonates opus 2 (die aanmerkelijk minder haydenesque zijn dan nog steeds voetstoots wordt aangenomen) tot en met de drie sonates op. 31. Terwijl in zowel de sonate op. 26 (met de treurmars) als de beide sonates op. 27 en de drie sonates op. 31 al een andere toon wordt aangeslagen. Eerst met de ‘Waldstein'-sonate (op. 53), gecomponeerd in 1803/04 te midden van de ‘Eroica', is duidelijk sprake van een breukvlak, maar dat is niet meer dan een jaar na de voltooiing van op. 31 (1802), tevens de laatste maal dat de componist zijn pianosonates in groepen van drie liet publiceren.

Er is echter nog een ander argument dat zich tegen een te strikte indeling verzet: de ‘lotsverbondenheid' tussen alle sonates. Iedere sonate heeft wel een of meerdere kenmerken van (de) andere, terwijl iedere sonate wel degelijk een wereld op zichzelf vormt. Dat is geen paradox maar een bevestiging van Beethovens ongekend grote genie. Puur geredeneerd vanuit pianistisch perspectief kan dan wel weer worden gezegd dat de moeilijkheidsgraad van de sonates met het klimmen der jaren toeneemt, culminerend in de ‘Hammerklavier'-sonate en wat de overige pianowerken betreft, in de ‘Diabelli'-variaties.

Wie zich binnen de grenzen der conventie richt op de ‘vroege', ‘midden' en ‘late' Beethoven zal daarin ongetwijfeld ook de (vele!) variatiewerken, de bagatellen en de losse pianostukken betrekken en dat is precies wat deze heruitgave, maar nu als set van 6 cd's, te bieden heeft (u kunt de voltooiingsdata aflezen van het bovenstaande overzicht).

Samen met de pianosonates en de pianoconcerten heeft Ronald Brautigam met deze 'losse' pianowerken de laatste hand gelegd aan de vastlegging van het volledige piano-oeuvre van Beethoven. Het is niet alleen in kwantitatief opzicht een ware Hercules-prestatie, maar nog belangrijker is de intense muzikaliteit in combinatie met een vlekkeloze techniek die de kritiek mijlenver achter zich laat. Ik ken trouwens geen enkele pianist uit heden en verleden die de fortepianist Brautigam met zijn Beethoven-vertolkingen in de schaduw stelt. Dit is zo goed gedaan, zo fenomenaal tot in het kleinste detail uitgewerkt en toch zo spontaan in de uitwerking dat het bijna zeven uur lang puur genieten is. Het spelplezier, de frisheid, de uiterst geraffineerde contrastwerking, het ravissante spel van licht en donker, de sublieme articulatie, de volmaakte frasering de volkomen natuurlijke tempi, maar ook de zucht naar avontuur, het expansieve, gedurfde en grillige: alles werkt mee om een overweldigende indruk te maken én na te laten. Want nog ruim nadat de laatste noten zijn verklonken blijft dit spel nazinderen. Fenomenaal is ook dat Brautigam zoveel affiniteit toont met de verschillende scheppingsstadia en wij daardoor Beethovens 'Werdegang' in dit genre feitelijk op de voet kunnen volgen. Sterk is ook de suggestie die Brautigam weet te wekken van Beethoven als grote improvisator.

Kortom, dit is een onmisbare set voor iedere liefhebber die Beethoven, maar ook de fortepiano als medium een warm hart toedraagt. Voor zover hij of zij al niet eerder de zes losse delen heeft aangeschaft, want dit betreft een heruitgave waaraan BIS niet al te veel moeite heeft besteed: de doos bevat zelfs alle originele boekjes (zes in totaal) en de sacd's zijn nog voorzien van zowel het oorspronkelijke catalogusnummer als het volumenummer (10 t/m 15). Aan de muzikale waarde van het geheel doet het vanzelfsprekend niets af.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links