CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2020

Beethoven: Pianoconcert nr. 4 in G, op. 58 - Symfonie nr. 7 in A, op. 92

Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Lahav Shani (piano)
Warner 0190295177669 • 73' •
Live-opname: 3-4 oktober 2019, De Doelen, Rotterdam

 

Het lijkt wel alsof Lahav Shani (1989, Tel Aviv) weinig op heeft met de historiserende uitvoeringspraktijk, want zijn Beethoven is, zowel wat de Zevende symfonie als het Vierde pianoconcert betreft, die van de ronkende sonoriteit waarin voor hoekigheid geen plaats is en de contrasten niet zozeer van de fraseringen en de ritmiek maar eerder van de dynamiek moeten komen. Dat betekent ook dat de expressieve intensiteit zoals we die van bijvoorbeeld Gardiner en Harnoncourt kennen, op een lager pitje is gezet. Ongetwijfeld doelbewust omdat uit alles blijkt dat Shani opteert voor de meer traditionele Beethoven-stijl zoals we die zo goed kennen van dirigenten als bijvoorbeeld Böhm, Walter, Wand, Karajan, Konwitschny, Blomstedt en Barenboim (met Haitink en Abbado vrij laat in hun carrière in een soort van tussenpositie).

Bij Shani is het door de bank genomen gelukkig wel vormvast en strak aangelijnd, de tempi niet in wisselwerking met de expressie (zoals bij Furtwängler en Mengelberg), maar anderzijds toch ook weer minder precies en tegelijkertijd verbeeldend en energiek dan Carlos Kleiber (hij leverde een in alle opzichten superieure Zevende af, zowel met het Concertgebouworkest als later met de Wiener Philharmoniker).

Positief is zeker Shani's aandacht voor het instrumentale detail zonder daarbij de grote lijnen uit het oog te verliezen, wat ook goed naar voren komt in zijn lezing van het Vierde pianoconcert, waarin hij de dubbelrol vervult van solist en dirigent. Ik blijf het een waagstuk vinden, althans vanaf het Derde pianoconcert, waarin voor pianist, dirigent en orkest alle hens aan dek moet om de balans tussen solist en de verschillende orkestgroepen niet alleen consistent te waarborgen, maar ook om ontsporingen in het notenbeeld zelf te voorkomen. Dat vraagt veel aandacht en dat gaat hier duidelijk ten koste van finesse, articulatie en dynamische proportionaliteit. Het gehele profiel is weliswaar niet log, maar op het scherp van de snede wordt er niet gemusiceerd. Toch komt het geheel aanzienlijk beter uit de verf dan wat Daniel Barenboim in dezelfde (Doelen)zaal eind september 2018 presteerde, nota bene tijdens Shani's inauguratieconcert (als nieuwe chef-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest en daarmee opvolger van Yannick Nézet-Séguin), toen zijn niet alleen door hem gevierde mentor in het Derde pianoconcert weliswaar bevlogen maar helaas ook slordig spel ten beste gaf. Het moet toen voor Shani en het orkest een behoorlijke heksentoer zijn geweest om de stramme Barenboim toch naar behoren van repliek te dienen, een probleem dat zich in het Vierde pianoconcert gelukkig niet voordoet.

Jaren geleden zou deze uitvoering van zowel de Zevende symfonie als het Vierde pianoconcert mogelijk zelfs tamelijk hoge ogen hebben gegooid, ware het niet dat de discografie sindsdien enorm uitgebreid (en er was al zoveel). Bovendien zijn we - tevens door het zicht op de historiserende uitvoeringspraktijk - intussen behoorlijk verwend geraakt. Hoewel: Toscanini's Beethoven uit de jaren twintig en dan vooral dertig aan actualiteit en urgentie nog maar nauwelijks heeft ingeboet. Zo maken die overgeleverde opnamen duidelijk hoe spiritueel en gedreven het er ook toen al in Beethovens symfonische oeuvre aan toe kon gaan, met wervelende tempi (wat de dirigent zelfs het verwijt opleverde dat 'het klonk als een ouverture van Rossini'), stevig contrasterende dynamiek, scherp gestoken ritmiek (ook in de tutti!) en betoverend opbloeiende lyriek; en dan ook nog uitwaaierend over een discours dat een consistente helderheid uitstraalt en waarin een onfeilbaar gevoel voor proportie een van de belangrijke toonaangevende elementen is. En dat negen symfonieën lang! Nee, dat zie ik Shani (voorlopig) nog niet doen, maar hij heeft het in de beide werken ook niet nagestreefd. Het is zijn - zij het in de traditie wortelend - stempel dat hij erop heeft gedrukt en zo hoort het in feite ook, wat er ook verder van mag worden gedacht. Het is allemaal ongetwijfeld goed overdacht en gerepeteerd, maar echt spannend wordt het helaas niet. Het is bovendien een vergissing dat het tempo het in dit opzicht toch vooral zou moeten doen. Dat heeft menige uitvoering uit het verleden helaas overvloedig bewezen. De live-opname, samengesteld uit twee concerten (op 3 en 4 oktober 2019) is uitstekend geslaagd.

Dan nog dit. Warner Classics heeft volgens een persbericht een meerjarig contact gesloten met het Rotterdams Philharmonisch Orkest en Shani, waarvan dit vandaag (27 november) verschenen, kersverse Beethoven-album het eerste resultaat is.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links