CD-recensie
© Aart van der Wal, augustus 2020 |
In muziek gevatte, bijzondere herinneringen van Lisa Batiashvili (1979, Tbilisi) dat dit 'City Lights' getitelde album te bieden heeft. Ze is van oorsprong Georgische, maar al meer dan een kwarteeuw wonend en werkend in Duitsland, het land dat voor haar nog steeds de ideale uitvalsbasis vormt voor haar wereldwijde concerttournees als topvioliste. Haar grote talent en twee docenten, Ana Chumachenco in München en Mark Lubotsky in Hamburg, waren de wegbereiders voor wat op zijn minst een 'glanzende carrière' mag worden genoemd. Misschien herinnert u zich nog wel dat zij in het seizoen 2016-17 artist-in-residence was bij het Koninklijk Concertgebouworkest, een prestigieuze uitnodiging die haar onder meer in staat stelde haar eigen concertprogramma's samen te stellen; wat ze overigens al eerder had gedaan bij de Bamberger Symphoniker, het Tonhalle Orchester in Zürich en de Romeinse Accademia Nazionale di Santa Ceclia. Niet zo vreemd als u bedenkt dat violiste van dit niveau dergelijke belangrijke uitnodigingen in de schoot krijgt geworpen. En zoals het meestal gaat: het succes op het concertpodium vermenigvuldigt zich nog eens dubbel en dwars dankzij de vele opnamen die van haar verschenen (en omgekeerd natuurlijk). Synergie te over dus. Het idee van deze 'muzikale reis' dook voor het eerst op tijdens een gesprek tussen Batiashvili en de met haar bevriende componist en arrangeur Nikoloz Rachveli, beiden een grote fan van de muziek van Charlie Chaplin. En zeker niet toevallig was het in 2019 precies 130 jaar geleden dat hij werd geboren. In de woorden van Batiashvili: "Chaplin was, toen ik een klein meisje was, heel populair in Georgië. Hij was een multitalent dat niet alleen acteerde en films maakte, maar ook heerlijke muziek schreef. Voor mij vertegenwoordigt hij de creatieve verbeelding van de twintigste eeuw." We kunnen het daar wel of niet volmondig mee eens zijn, haar toewijding en enthousiasme was wel de motor achter dit bijzonder aardige album. Dat dit in een aantal voor Batiashvili belangrijke 'sleutelsteden' geworteld muzikaal-autobiografisch concept, hoe spontaan de indruk ervan ook mag zijn op de luisteraar, is tot in de kleinste puntjes overdacht. De aldus in beeld komende steden liggen, wie de loopbaan van de Georgische enigszins kent, uiteraard voor de hand: Tbilisi waar ze is geboren, München waar ze studeerde en zich voor het eerst intensief aan haar Bach-studie wijdde, Helsinki waar na het Sibelius Concours haar indrukwekkende internationale loopbaan van start ging en Berlijn, de stad die zij als haar 'spirituele thuishaven' beschouwt. Maar er zijn ook andere steden in het spel (zoals u in de kop van dit artikel kunt zien) omdat er bijzondere herinneringen aan kleven, bijvoorbeeld door architectuur, musea, bijzondere ontmoetingen met andere musici, enz. Dat het door deze opzet een waar ratjetoe is geworden zal sommigen wellicht tegenstaan, maar toch moet worden gezegd dat de samenstelling van dit programma mij wel aansprak. Niet alleen is er meer dan voldoende afwisseling tussen de stukken (feitelijk miniaturen), maart ze vullen elkaar op een aantal punten ook aan. Batiashvili rept in het boekje van "een symbiose tussen verschillende stijlen", en wat dat betreft heeft ze wat mij betreft het gelijk aan haar kant. Het overwegend afwisselend luchtige, dansante en twinkelende programma eindigt echter onverwacht in de sombere klanken van haar landgenoot Gija Kantsjeli's, door Nikoloz Rachveli gearrangeerde medley. Batiashvili: "The last few bars of the whole album recall the pain and anxiety of this small country, which has been in conflict most of its history, at the crossroads of bigger powers that always wanted something from us. It's an endless story that is still relevant today. This is a special statement and when I was playing it, I had to hold myself back from crying, because it's the story of my people and my country." Dat laatste werd ook, zij het op een geheel andere manier, op 13 september 2014 weerspiegeld in de Rotterdamse Doelen, toen zij in het kader van het Rotterdamse Gergiev Festival daar optrad met het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van degene aan wie het Festival zijn naam heeft te danken: de Russische dirigent Valery Gergiev die nauwe banden onderhoudt met president Vladimir Poetin. Gergiev had een brief ondertekend waarin hij onverbloemd de Russische annexatie van de Krim had onderschreven. Al eerder, in 2008, had Gergiev, van huis uit Osseet, in het conflict tussen Georgië en Zuid-Ossetië de kant van Poetin gekozen (Rusland had er een legereenheid gestationeerd). Hij zou in de onderhandelingen tussen de partijen zelfs een belangrijke rol hebben gespeeld. Batiashvili nam daarover publiekelijk geen standpunt in, maar ze besloot na afloop van het Eerste vioolconcert van Prokofjev wel een sterk gebaar te maken door als encore het door de Georgische componist Igor Loboda in haar opdracht geschreven 'Requiem voor Oekraïne' te spelen. Wat zal Gergiev toen hebben gedacht, al luisterend in zijn bekende peinzende houding linksachter op het podium? Ik kon het, denk ik, wel raden. Sombere boven- en ondertonen dus ter afsluiting van dit magnifieke album dat zich tevens mag verheugen in een uitstekende opnamekwaliteit. De verschillende arrangementen vallen onder de noemer 'geslaagd' en wordt met grote passie en engagement gemusiceerd. index |
|