CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2009

 

 
 

Batalha | Iberische orgelmuziek

Anoniem (Cabanilles?): Tiento ileno 2e tono - Batalha Famoza - Ligaduras de 3° tono (para la elevación).

Araújo: Consonãncias de 1° tom - Batalha famosa.

Auroxo: Todo el mundo en general.

Braga: Batalha de 6° tom.

Bruna: Tiento sobre la letania de la Virgen.

Cabinelles: Corrento Italiana.

Carreira: Canção a quattro glosada.

Castellana (Cabanilles?): Obra de 8° tom de dous tiples.

Coelho: Variaties op 'Suzanne un jour'.

Coutinho: Obra de 1° tom.

Seixas: Sonate in D.

Ton Koopman op het Collon-orgel van de Sint-Lambertus-kerk in Woluwé-Saint-Lambert, België.

Challenge Classics CC72320 • 77' •

www.challenge.nl


De titel van deze cd, ‘Batalha’, verwijst naar de strijd of veldslagen waardoor zeventiende-eeuwse Spaanse en Portugese componisten zich lieten inspireren. Ze konden zich uitleven in korte, maar in letterlijke zin vurige werkjes vol met al even vurige effecten, waarbij ze in die tijd zowel direct uit het manuscript als geïmproviseerd van zich deden ‘spreken’. Briljant getoonzet, virtuoos gespeeld en met het instrument ‘op maximum’, met een overvloedig gebruik van de horizontaal gerichte trompetten ('en chamade', letterlijk het trompetsignaal uit lang vervlogen tijden, dat vanuit de belegerde vesting klonk en waarmee werd aangegeven dat men over de overgave wilde onderhandelen), moet het in die kleine kerkjes buitengewoon imposant hebben geklonken, en niet minder dankzij hun schitterende fluit-, prestant-, kornet- en tongregister. Dat blijkt eens te meer uit de drie op deze cd verzamelde ‘batalha’s’: van Antonio Correa Braga, Pedro de Araújo en een anoniem gebleven componist.

Deze miniaturen maken deel uit van een enorme verzameling orgelstukken waarvan alleen het handschrift van de desbetreffende componist bewaard is gebleven. Ze waren toen niet in gedrukte vorm beschikbaar: ze waren alleen bedoeld voor eigen gebruik door de componist annex organist. Pas veel later, in de twintigste eeuw, bereidden musicologen op basis van al die handschriften gedrukte uitgaven voor, al moet worden gezegd dat een aantal van deze edities inmiddels sterk verouderd is, met name door speltechnische aanduidingen die betrekking hebben op de piano, in plaats van op het orgel (waarvoor die stukken uiteindelijk bedoeld zijn). Daarnaast is er het nodige mis met de muzieknotatie, de ficta. Kortom, zorgen genoeg dus, maar Ton Koopman is niet alleen een uitmuntende dirigent en organist, maar ook een musicoloog die zich niet alleen al jarenlang in muziekmanuscripten verdiept, maar bovendien zijn aldus opgedane kennis ‘heel gewoon’ in de dagelijkse muziekpraktijk kan toetsen, een voordeel dat voor vrijwel geen enkele muziekwetenschapper is weggelegd.

Waarom heeft Ton Koopman eigenlijk gekozen voor het uit 1985 stammende Collon-orgel in de Sint-Lambertus-kerk in het bij Brussel gelegen Woluwé-Saint-Lambert? Delen van die kerk gaan terug tot de twaalfde eeuw. De zijbeuken zijn achttiende-eeuws, maar meer tastbare geschiedenis vinden we er helaas niet, want in de jaren dertig van de vorige eeuw werd de kerk op volkomen nieuwe leest geschoeid. Mogelijk heeft de ‘Spaanse stijl’ van het instrument hier een doorslaggevende rol gespeeld, want orgelbouwer Patrick Collon heeft zich bij het ontwerp en klankkarakter ervan duidelijk laten inspireren door de Spaanse orgelbouwkunst uit de zeventiende en achttiende eeuw. In het cd-boekje wordt ook gewag gemaakt van een soort wederzijdse kruisbestuiving: Vlaamse orgelbouwers en organisten die in de loop van de zestiende eeuw in Spanje een stevige voet aan de grond kregen; en omgekeerd de Spaanse orgelcultuur die een eeuw later in het Vlaamse land een prima voedingsbodem vond. Het is al met al een brok historie die Collon in het orgel in de Sint-Lambertus als het ware heeft ingebouwd en dat – vindt Koopman – ‘praat met een licht Brussels accent.’

Met de buren tijdens de vakantie ergens in een vakantiewoning op de Mokerhei kunt u de volumeregelaar stevig opdraaien en met volle teugen genieten van een werkelijk grootse orgelklank zoals die door Koopman en zijn opnamentaf op superieure wijze werd vastgelegd. Maar naast de Spaanse pepers biedt dit uitgelezen programma ook voldoende poëzie om op de zachte klanken van dit prachtige orgel even weg te dromen. Hier horen we deze begaafde musicus weer op zijn best: geïnspireerd, verfrissend, kraakhelder, letterlijk alle (zeer kleurrijke) registers opentrekkend en met een altijd kritisch oog en oor voor de innerlijke structuur van deze muziek.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links