CD-recensie

 

© Aart van der Wal, januari 2022

Marietta Petkova - Piano Recital (Ernen 1996)

Mozart: Pianosonate in F, KV 332

Rachmaninov: Études-Tableaux op. 33 nr. 2, 3, 5-8

Schubert: Impromptus D 899 nr. 1-3

Bartók: Pianosonate (1926)

Chopin: Mazurka in cis, op. 30 nr. 4

Marietta Petkova (piano)
Suisa • 74' •
Live-opname: 17 juli 1996, Kirche St. Georg, Ernen (Zwitserland)

www.mariettapetkova.rocks

 

Ik denk niet dat er een professionele musicus te vinden is die niet tot in de puntjes voorbereid met zijn programma het concertpodium betreedt. Wat overigens niet wil zeggen dat er dan niets aan het toeval overgelaten wordt. Een musicus als robot doet zijn professie in feite geweld aan.

Ik sprak erover met de Noorse pianist Leif Ove Andsnes, jaren geleden in Brussel, die mij toen vertelde dat hij in ieder recital altijd wel ruimte zag voor een 'uitdijend muzikaal heelal'. Al vond hij wel dat het 'klassieke recital' geen echte toekomst meer had. Dat het zonder beeld (projectie) alleen maar moeilijker kon worden (hij was in de Belgische hoofdstad om er samen met de Zuid-Afrikaanse graficus Robin Rhode het project Pictures Reframed te introduceren, waarover u hier meer kunt lezen).

In latere vraaggesprekken met musici ging het over het essentiële verschil tussen een live-recital en een studio-opname, waarbij steevast naar voren kwam dat de laatste werd gezien als een 'blijvende stip aan de horizon' en een podiiumoptreden als een unieke gebeurtenis die uitstekend risico's verdroeg. Waar nog bijkomt dat er een enorme kloof gaapt tussen zo'n eenmalige gebeurtenis in een concertzaal mét publiek en een steriele studio-omgeving zónder.

Hoe sterk zo'n uniek evenement in het hoofd (of het harrt) van degene die erbij was doorwerkt blijkt wel als van het concert een opname is gemaakt die later wordt uitgezonden of op cd/dvd verschijnt. Dat het dan, in een andere omgeving en onder andere omstandigheden, juist behoorlijk tegen blijkt te vallen. Een interessant fenomeen!

Wie dat live-concert niet zelf heeft meegemaakt en het alleen kent van de gemaakte opname zal het uiteraard uitsluitend met die perceptie moeten doen: er is immers geen herinnering, maar daardoor ook geen sta-in-de-weg. Edoch, het tegenovergestelde gebeurt natuurlijk ook: na beluistering het jammer te vinden er toen niet bij te zijn geweest!

Dat laatste bekroop mij sterk tijdens het luisteren naar het recital van de Bulgaarse ( ze werd op 28 januari 1968 geboren in Ruse) pianiste die alweer lang geleden ons land als haar nieuwe vaderland koos en aan wie wij op onze site al eerder tamelijk veel aandacht hebben geschonken: Marietta Petkova.

In het interview (klik hier) dat ik in mei 2021 met haar had sprak ze van ‘musiceren als waarheid op dat moment'. Het was een van de vele uitspraken die zijn van de indringende lessen van haar docent György  Sebök (1922-1999) had overgenomen. Dát probeerde ze sindsdien ook in haar spel te leggen: dat het bij de muziek ging om ‘understanding in action', met als belangrijkste vertrekpunt muzikale integriteit. Of anders gezegd: de musicus áchter de componist en niet ervóór.

Men kan echter nog zo integer zijn, nog zoveel waarheid op dat moment (willen) creëren, het is toch – afgezien van de als vanzelfsprekend veronderstelde techniek – de affiniteit met de uitgevoerde muziek die althans in mijn beleving de dominante factor vormt; en misschien ook wel dat unieke mengsel van affiniteit en intuïtie waarmee de ‘waarheid op dat moment' mede aan het licht wordt gebracht. Op zich ook al zo'n interessant thema: waar de les eindigt en waar de intuïtie begint.

Het zijn deze zo wezenlijke elementen die in dit recital zo overtuigend worden weerspiegeld, in een programma dat op zich al bijzonder van samenstelling is. Want wie durft een combinatie van werken als deze aan? Mozart, Rachmaninov, Schubert, Bartók, Chopin? Op papier de indruk van een weinig aanlokkelijk allegaartje, maar in werkelijkheid de contrastrijke verbinding van het ene avontuur met het andere. Met de aantekening dat anders dan op de cd Petkova niet zes maar de complete (dus acht) Études-Tableaux op. 33 van Rachmaninov uitvoerde, naast de eveneens complete set Impromptu's van Schuberts op. 90 (D 899).

De locatie: het pittoreske kerkje van Sankt-Georg in het Zwitserse Ernen was voor dit recital niet toevallig gekozen, want in dat lieflijke dorp hield Sebök zijn bekende zomercursussen die ook door Petkova werden bijgewoond.

Blik op het interieur van St.Georg in Ernen

Het is een uitermate kleurrijk recital dat wordt gepresenteerd. Waarbij we er best weleens bij mogen stilstaan dat de piano (of concertvleugel, zoals hier een Bösendorfer) van nature qua koloriet minder meegaand is, al leent het instrument zich wel uitermate goed voor esthetisch gevormde klankvirtuositeit. Dat weet een uitmuntende pianiste zoals Petkova als geen ander. Daaraan ontleent zij immers een grote suggestieve kracht . Het klankbereik wordt weliswaar op de proef gesteld, maar dankzij het geraffineerde toucher, het dito pedaalgebruik en de dynamische controle wordt nobele toonvorming niet in de waagschaal gesteld. Het is in deze betoverende wereld van uiterst gevarieerde en gelaagde sonoriteit waarin de pianistische techniek als een vanzelfsprekendheid geldt.

Treffend is ook dat het niet uitmaakt welke componist, welk stuk Petkova onder handen heeft. Neem bijvoorbeeld de Pianosonate van Béla Bartók uit 1926 (het is de tweede: de eerste schreef hij al in 1896, maar het is bij een weinig bekend jeugdwerk gebleven), die het zonder vaste toonsoort moet stellen (dus geen voortekens in het manuscript genoteerd), de maatindeling is uitermate complex, de dissonanten vliegen je om de oren en de piano wordt soms onbarmhartig als percussie-instrument ingezet (in de jaren dertig en veertig zou dit nog aan betekenis winnen). Hier gaan volksmuziek en clustertechniek hand in hand, al blijven de traditionele vormschema's volledig intact.

In het tweede deel, Sostenuto e pesante, heeft Bartók in zijn manuscript twee noten toegevoegd: F en As, die toen alleen konden worden gespeeld op een Bösendorfer van het type Imperial. Het idee voor die ultra-lage noten ontstond rond het Weense fin-de-siècle en kwam van Ferruccio Busoni, die de Weense pianofabrikant te kennen had gegeven dat hij voor de pianobewerking van een aantal van Bachs orgelwerken méér nodig had dan wat het gangbare klavier tot dan te bieden had. Er dienden kortgezegd negen extra basnoten aan te worden toegevoegd om enigszins in de buurt te kunnen komen van de suggestie van het 16- en 32-voet van het orgel. Bösendorfer stemde ermee in en leverde vervolgens zijn Model 290, de Imperial. Bartók maakte in 1926 van deze nieuwe mogelijkheid eveneens dankbaar gebruik.

De negen extra bastoetsen op de Bösendorf Imperial

Petkova vertolkt Bartóks sonate terecht streng, maar niet zonder een natuurlijk gevoel voor elasticiteit. De tempi zijn, evenals in de overige werken op deze cd, volkomen natuurlijk gedimensioneerd, de harmonische en ritmische maatvoering kent grote precisie, de vormgeving is vlekkeloos en een uiting van eenheid in verscheidenheid. De abrupte overgangen zijn logisch ingebed maar toch met verrassend effect, het betoog als geheelgeënt op een voorbeeldig gevoel voor klankschildering.

Ook elders is Petkova volkomen in haar element, van het brede expressiespectrum in zes van de acht Études-Tableaux op. 33 van Rachmaninov of de fraai afgewogen naar de Weense klassieke stijl gemodelleerde Sonate KV 332 van Mozart tot het sterk evocatieve karakter van de Schubert-impromptu's en met als fraaie toegift Chopins Mazurka gehuld in naturelle elasticiteit.

Het is lastig om nu precies te duiden wat nu het ‘geheim' van Petkova's pianospel is. Zeker, het is flitsend muzikaal, er is volop sfeer, de stemmingswisselingen raken niet structureel op drift, het kleurengamma is fenomenaal, maar dat kan niet het gehele verhaal zijn. Laat de rest maar zweven, denk ik dan.

Toen dit recital werd opgenomen was Marietta Petkova voor mij een volkomen gesloten boek. Mijn eerste kennismaking was pas in april 2005 (klik hier voor de recensie), bijna een decennium na haar recital in Ernen (hoewel zij toen al een groot aantal prijzen en de nodige concertervaring achter zich had).

Ik heb die recensie maar ook de cd die erop betrekking heeft er nog eens bijgenomen en wat mij daarbij opviel was dat herkenbaarheid en verrassing daarin net zo eendrachtig bleken samen te vallen als in dat live-recital in Ernen. Je zou met recht mogen zeggen dat ze daar, in Ernen, al héél erg goed was, waarbij die fraaie klank van de Bösendorfer Imperial (er moet een goede pianotechnicus hebben verkeerd) haar ongetwijfeld mede geïnspireerd zal hebben.

Marietta Petkova stuurde mij deze cd zomaar spontaan toe, met als begeleidende notitie dat dit haar laatste exemplaar was. Een eindejaarsgeschenk zogezegd, maar gelet op de muzikale inhoud ervan heb ik haar vervolgens aangeraden de cd opnieuw te laten uitbrengen of om een andere passende oplossing te vinden (een download bijvoorbeeld), want echt: dit recital verdient het om in wijde kring bekend te worden. U kunt er binnenkort op de website van Marietta Petkova wellicht meer over lezen.

Tot slot nog dit. Het is bepaald niet gemakkelijk om muzikale indrukken goed onder woorden te brengen, een 'handicap' overigens die menige recensenten treft. Vaak worden er allerhande metaforen gebruikt om bepaalde indrukken weer te geven (waarvan ik overigens geen voorstander ben). Maar dan de interpreet die de partituur ‘onder woorden moet brengen'. Die heeft het nog veel moeilijker! Petkova heeft met dit recital bewezen dat ze werkelijk onder de huid van de componist kan kruipen; of dat zij althans die suggestie weet te wekken. Vertolkingen die zo muzikantesk zijn dat ze de indruk geven van ‘hautnah' te zijn. Het is allemaal even sterk, even overtuigend, even idiomatisch, even pianistisch. De schoonheid is er, niet incidenteel maar voortdurend, daarover wat mij betreft geen enkele twijfel.

De pianistiek is zo voorbeeldig dat ik voor de zekerheid toch nog maar bij haar heb nagevraagd of met behulp van patches achteraf alsnog foutjes waren gecorrigeerd. Dat bleek echter niet het geval. Des te meer reden om van dit recital diep onder de indruk te zijn.

In het cd-boekje wordt aan de muziek zelf geen syllabe gewijd, maar des te meer aan de pianiste, wat ik in het kader van deze bijzondere en ongetwijfeld voor een kleine kring bestemde uitgave geen echte omissie vind.

De opname in dat intieme kerkje is zeer geslaagd: de sonoriteit van de Bösendorfer Imperial komt er uitstekend in tot leven, de helderheid komt nergens in het gedrang. Daarom alleen al had deze opname prima gepast in de sublieme reeks releases van het Nederlandse muzieklabel Bloomline, decennialang bestierd door de helaas in 2020 overleden Leo de Klerk, grondlegger, bevlogen producer, luidsprekerontwerper, opnametechnicus en zeker niet in de laatste plaats Petkova's levensgezel. Alsnog een aanvullend postuum eerbetoon aan Leo de Klerk, en misschien tegelijkertijd ook aan haar leermeester György Sebök? Ik heb het haar niet willen vragen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links