CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2022 |
Deze uitgave betekende voor mij de eerste kennismaking met de Russische pianist Alexander Kashpurin (1996, Volzjski, Volgograd), door sommigen, waaronder de Canadese pianist Louis Lortie, zo las ik elders, van het predicaat ‘pianovirtuoos' voorzien. Alsof dat tegenwoordig de belangrijkste aanbeveling zou zijn! Gelukkig blijkt uit zijn pianospel dat er heel wat meer tussen de muzikale hemel en aarde te constateren valt. Op het internet wat verder zoekend kwam ik zijn bepaald niet geringe artistieke doopceel tegen (hier te lezen). Het was Kashpurins vertegenwoordigster in ons land en tevens de producer van deze cd, Joke van Veen van Musica Pygmalion in Maarssen die mij van deze uitgave, tevens Kashpurins debuut-cd, op de hoogte bracht. Zij leerde hem kennen tijdens een aantal masterclasses van Willem Brons en sinds 2019 vertegenwoordigt zij hem hier. Jammer genoeg was er COVID dat ook in zijn geval de nodige strepen door allerlei rekeningen haalde, waaronder een aantal geplande concerten en een optreden bij Podium Witteman. Toen kwam tot overmaat van ramp de Russische inval in Oekraïne vanuit Poetins machtshonger (waarmee de pianist geen enkele verbintenis heeft). Toch is Kashpurin regelmatig hier en geeft hij concerten, die hem inmiddels een trouwe schare fans heeft opgeleverd. Deze cd maakt duidelijk waarom. Wat het op dit album vastgelegde programma betreft: daarover kan men van mening verschillen. Ik vond het een minder geslaagde mix, eigenlijk meer een ratjetoe zonder kop of staart. Niet alleen wat de gekozen pianowerken betreft, maar ook met als laatste twee werken Barbers bekende Adagio op. 11 (voor strijkorkest) en de voor cello en strijkorkest bewerkte Vocalise op. 34 nr. 14 van Rachmaninov (de naam van de cellist blijft voor ons verborgen). Waarom niet ‘gewoon' een compleet, afgerond en vanuit logische dwarsverbindingen (eventueel met de nodige kruisbestuivingen) opgebouwd pianorecital en verder niks? De pianowerken werden opgenomen in Amsterdam, de beide orkestwerken in Sint-Petersburg. De onvermijdelijke akoestische verschillen doen er in dit verband niet toe omdat het immers piano solo versus strijkorkest is (afgezien van de opmerking dat dergelijke verschillen tegenwoordig knap ‘weggepoetst' kunnen worden). Zeker, Kashpurin doet zijn naam als virtuoos alle eer aan, met uiteraard Liszts ‘Dante-lezing' in de hoofdrol, maar zoals gezegd is deze Rus ook een bevlogen interpreet die voor zeer sfeervolle vertolkingen borgstaat. Een excellent voorbeeld daarvan is Beethovens op. 111 dat onder zijn handen een indrukwekkende afwisseling vormt van vroeg-romantische expressiviteit en pure klassieke stijl. Ook de sfeervolle, contemplatieve maar tegelijkertijd weerbarstige Arietta slaagde wondermooi. Tsjakovski's Pas de deux uit de Notenkraker in de fenomenale bewerking van Mikhail Pletnev komt als een betoverende kleurenwaaier uit de speakers. Op grond daarvan alleen al had ik die beide orkestwerken graag ingeruild, veel liever meer van zijn kwaliteiten als pianist gehoord. Bovendien, in deze Barber en Rachmaninov wordt al zoveel gegrossierd, al is ‘Infinitum' weliswaar Kashpurins eigen, in Sint-Petersburg gevestigde (kamer)orkest waarmee hij ongetwijfeld goede sier wil maken. En dat is hem tussen deze pianistische bedrijven door zeker gelukt! Over de opnamen niets dan goeds, met een apart compliment voor de sonoriteit en helderheid van de vleugel (Joeri Saal in Amsterdam). De (solo)cello- en strijkerklank (Georgii Soloviev, Sint-Petersburg) had naar mijn smaak meer warmte verdiend. Zeker op elektrostaten komt het tamelijk pittig tot gelding. index |
|