CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2025

Ach, was ist doch unser Leben? - Johann Sebastian Bach - Organ Works

Klik hier voor het inhoudsoverzicht

Pietro Paganini (orgel)
Challenge Classics CC720013 • 72' •
Opname: sept. 2024, Waalse Kerk, Amsterdam

 

Het is op zijn zachtst gezegd merkwaardig dat van Bachs orgelwerken nauwelijks autografen bestaan. We moeten het daarom doen met veelal later vervaardigde afschriften, menigmaal van onbekende hand, hetgeen geen absolute duidelijkheid verschaft omtrent de oorspronkelijke maker van al dat moois dat ons desondanks is overgeleverd.

Dit nieuwe album bevat tenminste drie omvangrijke én zonder enige twijfel van Bach stammende stukken, te beginnen bij de Toccata en Fuga in C, BWV 564*, ontstaan tijdens zijn verblijf in Weimar. Hoewel van het werk Bachs handschrift ontbreekt, bestaat er wel een door een van zijn leerlingen, Carl Gotthelf Gerlach, gemaakt exemplaar van rond 1725, doorspekt met vingerzettingen en versieringen die overeenstemmen met Bachs eigen speelstijl en daardoor de meeste twijfel omtrent de authenticiteit wegnemen.

Eveneens door Bach in Weimar gecomponeerd is de (beroemde) Passacaglia in c, BWV 582, waarvan het hoofdthema is afgeleid van de eveneens op dit album vertegenwoordigde orgelmis van André Raison (ca. 1640-1719). In het stuk zijn invloeden van Diet(e)rich Buxtehude nog duidelijk aanwijsbaar, maar Bachs vroege stijl is aanmerkelijk dynamischer, met daarnaast de uitzonderlijk compacte, puur op het motief gestoelde ontwikkeling van de variatievorm. Bijzonder is ook de uitbreiding van het ostinato-thema van vier naar acht maten.

Ook over de Triosonate in c, BWV 526, de tweede van de zes triosonates BWV 525-530, bestaat nauwelijks twijfel. Het trioprincipe wordt door Bach strikt gehanteerd, maar toch wist hij ruimte te scheppen voor elementen van het (vrijere) concerto. Deze drie sonates vormen een ware uitdaging voor iedere organist, maar Paganini neemt de vele hindernissen met bijna spreekwoordelijk gemak.

De koraalfantasie Jesu, meine Freude BWV 713a is muzikaal inhoudelijk weliswaar authentiek te noemen, maar dit verklaart niet waarom de ons overgeleverde versie een hele toon lager is getransponeerd, met de cantus firmus in het pedaal. Of Bach daarin de hand heeft gehad vermeldt de geschiedenis niet.

Wat ons bij het merendeel van de overige werken brengt waarvan Bachs auteurschap niet vaststaat (vandaar de aanduiding 'deest'). In het tekstboekje wordt dit door de Bach-kenner Peter Wollny (hij is als directeur verbonden aan het Bach-Archiv in Leipzig) overtuigend toegelicht. Gelukkig is er ook aandacht voor de antecedenten van het uit 1734 daterende Müller-orgel in de Waalse Kerk, met tevens opgave van de huidige dispositie.

Het zijn niet meer vooral Franse organisten die in dit repertoire uitblinken. Pietro Paganini behoort tot de meest toonaangevende organisten en klavecinisten, niet alleen in zijn geboorteland Italië, maar ook tot ver daarbuiten. Hij heeft zich gespecialiseerd in de barokmuziek en gebruikt daarbij het liefst historische instrumenten.

Hij is vooral actief in ons land, een verbondenheid die ongetwijfeld samenhangt met zijn studieperiode bij Ton Koopman en Tini Mathot (tevens de producer van deze uitgave), twee andere specialisten die zich hebben toegelegd op het streven naar authenticiteit in klank en stijl.

Paganini is onder meer organist van Ons' Lieve Heer op Solder, de zeventiende-eeuwse schuilkerk in het hartje van Amsterdam, dat tegenwoordig als museum dient. Hij geldt bovendien als een belangrijke bruggenbouwer tussen muziek en beeldende kunst, naast het 'bewaken' en uitdragen van andere aspecten van ons culturele erfgoed. Zijn optredens gaan vaak samen met andere kunstuitingen, waaronder exposities, zoals in 2022 The end of flower is not the end of beauty van de fotografe Marjolein Lensink-Neijzing (klik hier).

Samengevat mag u rekenen op een uiterst kleurrijk en daardoor imponerend orgelrecital.

_______________
* BWV 565, de Toccata en Fuga in d, is veel beroemder geworden, gecomponeerd in de fameuze Stylus Phantasticus volgens het 'recept' van Noord-Duitse componisten als Buxtehude. Dat het werk door Bach is geschreven wordt in musicologische kringen echter ten zeerste betwijfeld. Dit aan de hand van een aantal typische, niet aan Bach gerelateerde, stijlkenmerken. De oudste bron is een kopie, toegeschreven aan de Duitse componist en organist Johanns Ringk (1717-1778), door hem vervaardigd ná Bachs dood.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links