CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2021 |
De jonge Italiaanse pianist Filippo Gorini (1995, Bergamo) heeft het vorige maand aangedurfd: een live-uitvoering van Bachs ‘Die Kunst der Fuge' (in Bachs handschrift 'Die Kunst der Fuga'). Het evenement vond plaats op 12 september in het slot Belvedere in Weimar in het kader van de Thüringer Bachwochen. De recensies waren lovend en in die zin in lijn met wat hij al eerder in ander repertoire presteerde, in Europa's meest gerenommeerde zalen. Bach het 'Die Kunst der Fuge' op vier notenbalken genoteerd, in respectievelijk de sopraan-, alt-, tenor- en bassleutel. Dat doet veronderstellen dat het bij uitstek geschikt is voor een instrumentaal ensemble, maar daarbij moeten we wel bedenken dat het eerder een musicologische notatie betreft, wat in die tijd niet ongebruikelijk was: zo schreef menige Italiaanse meester zijn fuga's bij voorkeur op vier notenbalken. Mogelijk heeft Bach alleen de bedoeling gehad om de uiterste grenzen van deze zo aparte kunst (fuga en canon) te verkennen. Voor menige kenner is het werk echter juist geschreven voor het manualiter, het klavier zonder pedaal (orgel, klavecimbel). Enfin, de discussie erover heeft eigenlijk nooit opgehouden te bestaan. Dat het voor een enkele musicus (hij beschikt immers over slechts twee handen) een enorme opgave is om het werk in een strikt heldere en logische toonzetting over het voetlicht te brengen zal, denk ik, evenwel niemand willen of kunnen bestrijden. Waarbij hij wel zelf deels de volgorde van de in totaal 20 deeltjes mag bepalen. Dat Bach het werk - om welke reden ook (ook daarover lopen de meningen sterk uiteen) - onvoltooid heeft achtergelaten laat gelukkig ook Gorini horen: hij heeft er geen zelf bedacht slot aan gebreid. Ik laat de achtergronden van het opus verder voor wat die zijn (daarover is op onze site al eerder ruimschoots bericht) en wil slechts vaststellen dat Gorini een prestatie van formaat heeft neergezet. Of dit ‘Bach op zijn best' is wil ik bewust buiten beschouwing laten omdat een dergelijk omschrijving volkomen zinloos is: Bachs muziek kent teveel verschillende facetten die een dergelijke – sowieso nogal simpele stelling – zouden kunnen rechtvaardigen. Bovendien speelt ook het gebruikte instrument een belangrijke rol, zoals in dit geval de ‘gewone' concertvleugel. Dat zet het werk in een geheel ander perspectief (niet alleen qua klank!) dan bijvoorbeeld klavecimbel of orgel. Dan zijn er kwesties als frasering, articulatie, stemvoering, dynamiek, tempo, enz. De ‘vrijheid' die Bach zijn interpreten in dit opzicht gunt maakte iedere uitvoering van ‘Die Kunst der Fuge' zeker op dit vlak een regelrechte uitdaging maar ook lonkt het avontuur voor zowel vertolker als toehoorder. Ook Gorini heeft zich de coronaperiode ten nutte gemaakt en Bachs meesterwek tot in detail eigen gemaakt. Hij was er al eerder aan begonnen, in 2013, maar het waren die lange coronamaanden die hem aanmerkelijk dichter bij dit onvoltooid gebleven meesterwerk brachten. Dat verdient dit opus ook, een ware triomf van intellectualisme, expressie en niet in de laatste plaats vakmanschap, ver uitstijgend boven theoretische bespiegelingen door wie ook, hoe complex contrapunt en canon ook mogen zijn. Op Gorini's website valt over het project zo het een en ander te lezen. Al snel zal de geïnteresseerd ook stuiten op Gorini's poëtische gaven op het gebied van de literatuur! Alleszins de moeite van een bezoek waard. Filippo Gorini is een buitengewoon getalenteerde pianist die niet beter verdient dan de best mogelijke opname en een geconcentreerd publiek. Opname producer Martin Sauer, ‘Tonmeister' Thomas Bößl en de helaas onbekend gebleven pianotechnicus hebben hem wat dat eerste betreft op zijn wenken bediend. Nu het publiek nog dat maar liefst ruim anderhalf uur ondergedompeld wordt in een wereld die uitsluitend uit pure schoonheid bestaat… index |
|