CD-recensie © Aart van der Wal, juni 2025 |
De betekenis van de Tsjechische dirigent Karel Ancerl (1908-1973) kan niet hoog genoeg worden geschat. Niet alleen omdat hij een orkestleider van groot formaat was, maar ook omdat hij de uitgesproken Tsjechische orkestklank koesterde en naar grote hoogten stuwde. Dat in het repertoire de Tsjechische componisten een belangrijke plaats innamen spreekt daarbij welhaast vanzelf. Het blijkt uit de vele opnamen die Ancerl maakte met het Tsjechisch filharmonisch orkest, verschenen op het eveneens Tsjechische muzieklabel Supraphon. Wie zich dienaangaande discografisch wil oriënteren weet zich echter voor een niet onaanzienlijke opgave geplaatst: om dubbelaars te voorkomen is het nodige spitwerk een eerste vereiste, maar ook om te kiezen uit het overstelpende aanbod. Waar nog bijkomt dat Supraphon, zoals zoveel labels, menige release uit de roulatie heeft genomen of en (veel) later opnieuw uitbrengt, als heruitgave in andere verpakking of in andere samenstelling. Lastig allemaal. Zo is er de zo'n twintig jaar geleden uitgebrachte ‘Gold Edition', bestaande uit maar liefst 48 cd's van digitaal geremasterde studio-opnamen uit de periode 1950-1968 (in 1968 emigreerde de dirigent naar Canada, na het debacle van de Praagse Lente, met veel geweld door de Sovjets neergeslagen). De set werd zowel nationaal als internationaal enthousiast ontvangen. Een van de prijzen die het ten deel viel was de zeker toen toonaangevende Grand Prix du Disque. Zo bezien kunnen deze beide sets met uitsluitend live-opnamen, vastgelegd door de Tsjechische omroep, als een meer dan welkome aanvulling dienen. Niet dat het er veel toe doet, maar ik wil er wel bij aantekenen dat in de box Live Recordings (15 cd's) niet alleen orkestwerken maar ook solo- en dubbelconcerten zijn ondergebracht. Het was logischer geweest als die in de box Concertos (7 cd's) eveneens een plekje hadden gekregen. De logica van de gemaakte verdeling ontgaat me eerlijk gezegd. De radio-opnamen dateren uit een periode waarin de omroepfaciliteiten zowel kwalitatief als qua technische ontwikkeling nog vrij ver afstonden van wat in die tijd in de studio haalbaar was; wat overigens zeker niet alleen voor de omroepen in het toenmalige Oostblok gold. Zo begon in ons land de eerste officiële stereo-uitzending (FM) eerst op 1 mei 1969, terwijl men in de platenstudio's al medio jaren vijftig met commerciële stereo druk in de weer was. Wat deze beide boxen juist zo interessant maakt is niet alleen de uitmuntende dirigeerstijl van Karel Ancerl (hij acteerde als maestro in die jaren op het hoogste niveau) maar ook de geweldige spelkwaliteiten van het Tsjechische orkest. Waar nog bijkomt dat in de box Live Recordings een aantal werken van Tsjechische toondichters en Ancerls tijdgenoten zijn opgenomen die zelden of nooit op het concertpodium te horen zijn en bovendien niet of nauwelijks discografische historie hebben geschreven. Het inhoudsoverzicht spreekt wat dit betreft boekdelen. Waarin excelleerden dirigent en het orkest? Voorbeelden te over, maar daartoe behoren zeker de fenomenale grip op de werkstructuur, de spanningsopbouw, de scherp geprofileerde ritmiek en articulatie, de volmaakt gekozen tempi, de dynamische precisie en wat tevens direct aanspreekt: de frisheid die van deze vertolkingen uitgaat. Wat daarbij eveneens blijkt zijn de meesterlijk evoluerende spanningen die zich in de studio slechts zelden zo overtuigend laten realiseren, daar ten prooi aan het redresseringsproces dat een geheel andere focus met zich meebrengt; niet alleen voor de musici, maar ook voor de luisteraar thuis. Hoe goed dirigent en orkest in die jaren was blijkt ook uit iets anders: de talloze solisten van naam en faam die ermee optraden, waarvan dit Concerto-album een ware staalkaart biedt, met onder anderen Svjatoslav Richter, Wilhelm Kempff, Ivan Moravec, Emil Gilels, Henryk Szeryng en Ida Haendel. Natuurlijk vervulde het orkest ook een cruciale rol in het vormgeven van de internationale reputatie van de Tsjechische muziek. Het muntte uit in de symbiose van een eigen klank en nationale muzikale folklore op het hoogste niveau. En dan te bedenken dat er ampele uitdagingen waren binnen het repressieve communistische systeem, een heerschappij die ook in artistiek opzicht menige beperking met zich mee bracht. Maar ook onder die omstandigheden bleef de status van het orkest onaangetast en kon het zich ook internationaal blijven manifesteren. De tijd schrijdt voort, met mede als gevolg dat grootse muzikale prestaties uit het verleden steeds verder op de achtergrond raken. Het is de wereld van alledag die de wereld van gisteren meedogenloos op achterstand zet. Maar gelukkig is er Supraphon die met deze uitgaven daartegen een dam heeft willen opwerpen. Het succes ervan is aan u. index |
|