CD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2024 |
Bach Minimaliste, zo op het eerste gezicht een nogal vreemde titel, al legt dirigent en arrangeur Simon-Pierre Bestion het in het cd-boekje wel keurig en met de nodige overtuigingkracht uit:
Of ik het er wel of niet mee eens ben doet er niet zoveel toe. Bestion and zijn ensemble hebben het kompas scherp willen stellen op Bachs Klavecimbelconcert, waarvan het openingsdeel (Allegro) dient als vertrekpunt en waartegen de hier vertegenwoordigde twintigste-eeuwse componisten met hun toonzettingen - zij het naar mijn smaak eerder in mindere dan meerdere mate - tegenaan leunen. Alleen het Klavecimbelconcert op. 40 van de Pool Henryk Górecki verhoudt zich door het sterk ritmische en fugatische karakter, de toonsoort (eveneens die van d-klein), de sonoriteit en de staccatostijl nog het beste tot Bachs pendant en mag zich daarom kameleontisch en overtuigend door dit programma bewegen (zie de inhoudsopgave). Anders dan misschien verwacht heeft Bestion het langzame deel uit BWV 1052 weggelaten, wat in die opzet althans stilistisch correspondeert met Górecki's Klavecimbelconcert (dat uit slechts twee snelle delen bestaat, met het solo-instrument bovendien elektronisch versterkt). Het wonderschone Adagio is dus jammer genoeg weggelaten. Daarom heb ik zomaar voor de aardigheid dat Adagio - uiteraard 'geplukt' van een andere opname - alsnog 'ingevlochten' in het programma, op verschillende plekken, om vervolgens tot de conclusie te komen dat het daarin wel degelijk had gepast (ook wat betreft de tijdsduur: hoogstens zeven minuten). Al kan er uiteraard over van mening worden verschild wat binnen de gegeven context nu wel of wat niet (of minder) passend is, wat overigens met evenveel recht geldt voor de beroemde Passacaglia BWV 582 (hier in de bewerking van Bestion) en ter afsluiting het koraal Vor deinen Thron tret' ich hiermit BWV 668. Terwijl je anderzijds ook kunt zeggen dat contrastwerking een belangrijk ingrediënt van dit programma vormt. Een goed voorbeeld daarvan zijn track 3 en 8, eerst de puur instrumentale versie van Immortal Bach van Knut Nystedt (1915-2014) en dan de (gezongen) koraalversie van dezelfde componist, beide in de bewerking van Bestion. Bach - dit toch maar voor alle duidelijkheid - was verre van een minimalist en dat etiket moet zijn muziek zeker niet worden aangehangen. Het repetitieve element in zijn muziek heeft zeker niet de kenmerken van dat van minimalisten als Steve Reich, John Adams of Philip Glas. Zoals ook Simeon ten Holts Canto Ostinato geen enkel raakvlak heeft met het ongelooflijk inventief uitgewerkte basso ostinato, de repetitieve baslijn, in Bachs Passacaglia. Een titel zegt per slot van rekening (hoegenaamd) niets over de uitwerking ervan. Maar afgezien van dit soort bespiegelingen: over de uitvoering hoeft niemand de wenkbrauwen te fronsen, want die speelt zich op het hoogst denkbare niveau af. Dat geldt dus zowel voor de speltechnische als voor de interpretatieve aspecten, terwijl de opname evenmin iets te wensen overlaat. Bestions bewerkingen en transcripties zijn bovendien smaakvol en volop getuigend van zijn kennis van het oorspronkelijke werk, al zal zeker de orgelliefhebber zeker wat de Passacaglia betreft wel even moeten 'omschakelen': van orgel naar strijkersensemble en klavecimbel... En o ja, vrijwel alle instrumentale muziek van de grote Meester uit Leipzig leent zich uitstekend voor welke bewerking ook. Zelfs na bijna driehonderd jaar blijft haar aantrekkingskracht ook in dit opzicht ongeëvenaard. index |
|