Boeken over componisten
© Aart van der Wal, april 2020
|
||||||||
U weet het misschien nog wel, de serie tv-programma's waarin presentator Tijl Beckand in de voetsporen van Bach trad en ons aldus deelgenoot maakte van de belangrijkste 'levensstations' van de beroemde Thomascantor. Waarbij de beelden wel interessant waren en uitgesproken teksten nauwelijks. Waardoor het eerder neerkwam op een bonte verzameling toeristische tips dan dat we echt kennis konden maken met leven en werk van ongetwijfeld de belangrijkste componist uit de Barok. Popmusici die zich later tot de 'klassieken' bekeren, zijn meestal toch al niet zo detailgericht. Misschien had het programma die pretenties ook niet en was het slechts bedoeld om de muziekliefhebber aan te sporen om meer over Bach te weten te komen: cd', dvd's en boeken over Bach en zijn muzikale familie in overvloed, al is alleen al de weg erin vinden een uitdaging op zich. Wat dat betreft had Beckand het, al lopende door het Midden- en Noord-Duitse landschap, heel wat gemakkelijker. Als er al een uitdaging was, dan gold dat het soms zeer slechte weer, met heel veel regen.
De Nederlandse programmamaker en Bach-kenner Govert Jan Bach (1947, inderdaad een verre nazaat) pakte het heel anders en vooral 'gründlicher' aan met zijn 'Grote Bach Atlas' (de naam van het boek lijkt te zijn ontleend aan de bekende 'Grote Bos Atlas', maar misschien ook in navolging van de 'Grote Van Gogh Atlas ' en 'Grote Gauguin Atlas', waarvan de laatste twee bij dezelfde uitgever verschenen). Hij moet al geruime tijd met het idee hebben opgelopen, want al in juni 2017 sprak hij met mij erover, in een van de pauzes tijdens het door Peter Wollny (ook al zo'n groot Bach-kenner!) georganiseerde Bach-symposium in Leipzig. De inleiding vat het perfect samen: Bach die van jongs af aan tot in zijn laatste jaren door heel Duitsland, in die tijd een politieke en sociale lappendeken van tientallen stadstaatjes, graafschappen en vorstendommen, reisde. De componist en uitvoerend musicus die tijdens die reizen de meest uiteenlopende indrukken opdeed, geboren uit een muzikaal geslacht en het eerste famielid dat zich losmaakte van diens geboortestreek in de deelstaat Thüringen. Nauwelijks veertien jaar ging hij al op weg naar het ver gelegen Lüneburg om daar, aan de gerenommeerde koorschool, zijn opleiding te ontvangen. Het zou het begin worden van een grootse carrière die, al is het dan postuum, tot de huidige dag voortduurt. Het zijn die reizen die het uitgangspunt vormden voor dit schitterende, door Yolanda Huntelaar vormgegeven boekwerk (waarom ontbreekt haar naam, terwijl die van redacteur Peter Smit wel in bovendien grote letters is afgedrukt?)
Die reis begint in Wechmar, met de molenaar Veith Bach als 'stamvader', door Johann Sebastian keurig opgetekend in zijn 'Ursprung der Bachisch-musikalischen Familie', het stamboomonderzoek waaraan hij in 1735, hij is dan vijftig, begon. Vervolgens gaat de reis verder, naar Erfurt, Eisenach, Ohrdruf, Lüneburg, Arnstadt, Lübeck, Mühlhausen, Weimar, Köthen en ten slotte Leipzig, Bachs laatste en meest beroemde 'Werkstatt'. Het zijn de pleisterplaatsen met hun eigen verhalen, anekdotes en muzikale omzwervingen. Het wordt door Govert Jan in woord en beeld gedetailleerd weergegeven en verantwoord, maar klopt het ook allemaal? Niet alle opgenomen informatie laat zich immers ruim drie eeuwen later nog afdoende verifiëren of er ontbreken belangrijke documenten, waaronder een aantal doopregisters. Wat niet wegneemt dat de auteur afkomst en opleiding niet verloochent en deze theoloog, psycholoog, psychotherapeut en muziekkenner alles in het werk heeft gesteld om de onderste steen boven te halen. Dat weten we niet alleen dankzij dit boek, maar ook door zijn vele bijdragen voor de Concertzender ('Geen dag zonder Bach') en de luisterboeken (zeg maar hoorcolleges) die hij speciaal samenstelde over Bachs drie belangrijkste oratoria: de Matthäus- (klik hier) en Johannes-Passion, en het Weihnachtsoratorium. Zoals hij ook een voortreffelijke verhandeling schreef over twee grensverleggers: Bach en Luther (klik hier voor de recensie). De kracht van de atlas schuilt vooral in de overvloed van historische afbeeldingen (portretten, documenten, manuscripten, landkaarten) en de daarbij passende verhelderende teksten, al pakken die soms ietwat wijdlopig uit of is de formulering net niet precies genoeg. Incidenteel ontbreken ook de nodige kritische kanttekeningen, zoals bij het verhaal omtrent de beroemde Goldberg-variaties. Hij lijkt zich ook weinig te hebben aangetrokken van wat misschien wel de grootste Bach-kenner, Christoph Wolf, in zijn riante Bach-biografie over de Kunst der Fuge heeft opgemerkt. Vreemd maar waar. Wat echter gelukkig weinig afdoet aan de grote kwaliteiten van het boek. Absolute meerwaarde bieden ook de bij ieder hoofdstuk aangegeven muzieksuggesties, die in hun geheel beschikbaar zijn op Spotify onder de titel 'Muzieklijst De Grote Bachatlas - Govert Jan Bach', in totaal 86 tracks met een tijdsduur van maar liefst ruim 7 uur! index | ||||||||