Audiotechniek Akoestiek in de luisterruimte (1) © Theo Wubbolts, september 2019
|
|||||||||||||||||||||||
Akoestiek - 50% bepalend voor het resultaat: resonantiesMen zegt vaak dat luidsprekers de belangrijkste schakel zijn in een HiFi-installatie. Dat is slechts ten dele waar. Beter is het te spreken over de moeilijkste schakel. Want ga maar na; u bent niet altijd in staat om de luidsprekers op de ideale plek te positioneren in een ruimte als de woonkamer, dat wil zeggen in een gelijkbenige of gelijkzijdige driehoek tussen het luidsprekerpaar aan de ene kant en de luisterpositie er tegenover. Je moet rekening houden met de wensen van de huisgenoten en de inrichting van diezelfde woonkamer, tenzij je in de gelegenheid bent om een aparte muziekkamer er op na te houden. Daarnaast is het zaak dat de luidsprekers geen of nauwelijks 'last' van reflecties van zowel zijmuren, plafond en vloer mogen ondervinden. Deze reflecties verstoren immers het directe geluid dat uit de luidsprekers moet komen. Zeker in een akoestisch 'harde' kamer - weinig meubilair en stoffering - spelen deze reflecties een uitermate storende rol in het genieten van muziek. Die hardheid van de kamer is trouwens gemakkelijk te duiden als u en uw huisgenoten veel galm ondervinden tijdens de conversatie. Verder in dit artikel wordt dieper ingegaan op de specifieke problematiek, maar voor nu eerst een paar praktische tips.
Dan nu een uitgebreide verhandeling over akoestiek in een interview met Frank Imholz, oprichter en eigenaar van Rivasono onder de veelzeggende naam: 'Tot u spreekt de kamer' Aangezien in die jaren de akoestiek van de ruimte van weergave - lees: de huiskamer - door de aankleding en inrichting vaak een andere was dan vandaag de dag, speelt het juist nu een steeds prominentere rol in de weergave van (eigen) spraak en muziek afkomstig van de HiFi-installatie of het zelf te bespelen instrument. Maar ook al ben je tevreden over je set en is de akoestiek van de ruimte van weergave naar eigen dunken goed, toch is er nog een enorme 'slag' te maken met relatief kleine ingrepen die bovendien interieur-vriendelijk zijn. Van belang hierbij is je te realiseren dat akoestiek geen 100% exacte wetenschap is; het is niet zwart-wit, er zijn altijd uitzonderingen. Daarbij hoort iedereen anders en heeft een eigen smaak en verwachtingspatroon. Akoestiek, is dat belangrijk? Hoe kleiner de kamer, hoe sterker het geluid dat van de wanden teruggekaatst wordt. Omdat geluid tijd nodig heeft om een zekere afstand af te leggen (denk maar aan het verschil tussen het zien van de bliksem en het horen van de donder), zal de reflectie van de wand in een kleine kamer dus sneller na het oorspronkelijke geluid je oor bereiken dan in een grotere kamer. Naast andere zaken, gebruiken we dit effect onbewust om te kunnen horen of we ons in een grote of kleine ruimte bevinden. Maar hoe is de verdeling van dat geluid? Natuurlijk geldt ook hier 'garbage in = garbage out', dus het is van belang dat het geluid uit de speakers op zich van goede kwaliteit is. Maar omdat de kamer zo'n grote invloed op het totale hoorbare geluidsbeeld heeft, is het van belang aandacht aan de akoestiek te besteden. Oók als je overweegt een nieuw apparaat of kabels aan te schaffen, op zoek naar beter geluid of omdat je bepaalde problemen wilt voorkomen. Is de kamer daarmee een belangrijke audiocomponent? Omdat de akoestiek zo een grote invloed heeft, kunnen we vaak met relatief kleine en ten opzichte van de kosten voor de meeste apparatuur, relatief voordelige aanpassingen al duidelijk hoorbare verbeteringen realiseren. Gelukkig zijn er steeds meer producten die in de huiskamer 'onzichtbaar' kunnen worden toegepast, waardoor het er niet als een studio eruit hoeft te zien en ze toch hun goede werk doen. In een aantal artikelen richt ik mij specifiek op de effecten van akoestiek bij weergave van stereo en surround. Vele akoestische verbeteringen hebben echter ook een gunstige invloed op weergave van tv-geluid, een betere spraakverstaanbaarheid en meer rust in huis. Geluid in de huiskamer, luisterruimte en thuisbiosocoop; akoestiek, is dat belangrijk?
Je legt dus als het ware een akoestiek over een akoestiek? De eigen akoestiek van een 'levendige' kamer zal in het algemeen de weergave van klassiek en akoestische live-opnamen gunstig ondersteunen, terwijl een meer 'droge' kamer beter werkt voor studio-opnamen van elektronische instrumenten en drums. Ook persoonlijke smaak; een breed, ruimtelijk stereobeeld of een meer diepe en precieze weergave kunnen gewenst zijn. In de praktijk hou ik hier bij mijn akoestische adviezen rekening, temeer omdat deze effecten met akoestische aanpassingen (binnen grenzen) te beïnvloeden zijn. Zo zal ik, nog afgezien van muzieksmaak en voorkeuren, iemand met speakers in de lengterichting in een Amsterdamse pijpenla anders adviseren dan iemand die over de breedte van kamer luistert. Overigens gelden de in deze artikelen beschreven akoestische zaken zowel voor de huiskamer, de luisterruimte als de thuisbioscoop. Het zijn immers allemaal kamers waarbij reflecties optreden. Ook de door mij geadviseerde oplossingen zijn in alle gevallen toepasbaar, hoewel de akoestische tuning van een thuisbioscoop anders kan zijn dan die van een luisterruimte, waarin uitsluitend muziek wordt weergegeven. In een aparte kamer voor een thuisbioscoop of luisterruimte kunnen vaak meer 'zichtbare' akoestische aanpassingen worden gedaan, dan in een huiskamer, waardoor het resultaat nog meer 'op smaak' kan worden gebracht en er bijvoorbeeld van een kleine kamer een veel groter klinkende kamer gemaakt worden. Als je daarin na enige tijd luisteren weer je ogen open doet, schrik je weer van de nabijheid van de wanden... Op een van je lezingen hoorde ik je "The Good, the Bad and the Ugly" aanhalen. Wat bedoel je daarmee? Een deel van het oorspronkelijke geluid wordt hierdoor geabsorbeerd, een deel in één richting gereflecteerd en een deel naar allerlei richtingen verstrooid. (En een, hopelijk klein deel, van het geluid gaat ook door de wanden. Het zijn daarbij overigens vooral lage tonen, deze hebben hier meer energie dan hoge tonen. Vandaar dat we, als we iets van de buren horen, het de lage tonen zijn). Bij audioweergave in de huiskamer en luisterruimte kunnen we de belangrijkste akoestische issues opdelen in drie gebieden. Twee daarvan moeten we in zien te voorkomen dan wel verminderen en één kan juist veel bijdragen tot een betere weergave. Vandaar dat ik ze hier "The good, the bad and the ugly" noem. Lage tonen resonanties / transitiefrequentie, van klankkast naar spiegelzaal Op de meting van de geluidsdruk op de luisterpositie zijn deze twee gebieden duidelijk te onderscheiden. Onder de 250Hz grote uitslagen in de geluidsdruk; daarboven veel minder sterk en meer geleidelijk.
Resonanties Bij geluid in afgesloten ruimtes treedt een bijzonder effect op: geluid waarbij de helft van de lengte van de golf gelijk is aan de afstand tussen de uiteinden, zoals de tegenoverliggende wanden, zal daardoor enorm worden versterkt. In de akoestiek wordt dit de resonantiefrequentie genoemd. Bijvoorbeeld een kamer met een lengte van 6 meter heeft een resonantiefrequentie van ca. 28Hz. Als we in deze kamer geluid laten horen met deze frequentie zal dit op bepaalde plekken in de kamer zeer sterk worden waargenomen, terwijl geluid met een frequentie van bijv. 20 of 35Hz niet specifiek harder te horen is. Dit sterk resoneren komt overigens vaker voor; als je het water in bad op een bepaalde snelheid heen en weer beweegt, klotst het over de rand. Muziekinstrumenten ontlenen vaak hun eigen, herkenbaar, geluid aan de eigenresonantie van de snaar en/of kast. Het kan ook ernstiger vormen aannemen, zoals in de jaren '40 in America, waarbij een brug instortte nadat deze door de wind in eigenresonantie was gekomen. Gelukkig zal dit in de huiskamer of luisterruimte niet zo dramatisch eindigen, maar er is een aantal zaken om rekening mee te houden. Harmonischen Drie dimensies Er zijn dus drie resonantiefrequenties: tussen de voor- en achterwand, de zijwanden en het plafond en vloer. Naast deze drie resonantiefrequenties komen ook de daarbij optredende harmonischen van 2x, 3x, 4x de resonantiefrequentie voor. In een normale kamer met drie dimensies hebben we hierbij dus in de praktijk te maken met 3x5=15 frequenties die in de gaten gehouden moeten worden, alle onder 250Hz. Samenvallend Het meest ongunstig hierbij een kamer met gelijke dimensies of waarbij de breedte bijvoorbeeld de helft is van de lengte. In deze situaties zullen er enorme uitslagen zijn in sterkte van het waargenomen geluid. Wat horen we dan? Minstens zo storend is een effect dat de weergave in het bereik 100 tot 200Hz te sterk is. Het gehoor is gevoelig voor deze frequenties en deze toonhoogten komen relatief vaak in de muziek voor (veel vaker dan de allerlaagste tonen). Als muziek in dit gebied te sterk wordt weergegeven, dan wordt vaak het afspeelvolume hierop afgestemd en worden muziekdetails die rondom dit bereik liggen gemaskeerd en te zwak weergegeven en zijn daardoor niet goed hoorbaar. Ze zitten wel in de CD, plaat of stream, maar zijn niet goed hoorbaar. Als je het slecht treft dan is er zowel een 'te dikke' weergave in het bereik tussen 100 en 200Hz en tegelijk een dip rond 50-60Hz, waarbij voor je gevoel het ene effect het andere nog sterker hoorbaar maakt. Een dik hoger-laag en geen echt diep en rustig laag. Deze effecten treden op, ook en juist bij grote speakers en bij topkwaliteit audiocomponenten, omdat hiermee de kamer-resonanties goed worden aangestuurd en opgewekt. Wat zijn de oplossingen? Omdat we meestal op gelijke afstand van de linker en rechter speakers luisteren en vaak in een huiskamer, luisterruimte of thuisbioscoop in het midden van de breedte van de kamer, kunnen we daar niet zoveel aan veranderen. Dat geldt ook voor de hoogte. De enige richting waarin we kunnen variëren is in de lengte van de kamer. Het naar voren of naar achteren schuiven van de luisterpositie heeft veel invloed op de pieken en dalen in de sterkte van de resonantiefrequenties. Oplossing 1: 38% Op deze 38% zijn de pieken en dalen bij de lage tonen, veroorzaakt door de resonanties, zo gelijkmatig mogelijk verdeeld. Dit is een vuistregel die geen rekening houdt met de werkelijke kamer en kamerinrichting, maar wel een bruikbaar startpunt biedt. Vanaf deze luisterpositie van 38% van de lengte, kan daarna nog een halve meter naar voren of naar achteren geschoven worden, hierbij letten op een zo gelijkmatige weergave van lage tonen. Als daarna de beste luisterpositie gevonden is, dan (in de ideale situatie) de luidsprekers zo opstellen dat er een driehoek ontstaat met gelijke afstanden tussen de linker- en rechter luidspreker en tussen ieder luidspreker en de luisterpositie. Het kan zijn dat er daarna een opstelling ontstaat waarbij men relatief ver in de kamer zit en op een op het eerste gezicht ongewenst grote afstand van de achterwand. Dit is echter behalve voor de meest gelijkmatige laag-weergave ook erg gunstig voor het waarnemen van de reflecties van de achterwand, zowel wat betreft de strekte als het tijdsverschil tussen het directe en gereflecteerde geluid (hierover later meer). Overigens werkt de 38% uit het plaatje ook goed tegen overmatig waargenomen resonanties... Oplossing 2: demping met bass tubes Als we het niet over de allerlaagste frequenties hebben, maar vanaf 60Hz, dan kan een bass-tube helpen. Het moet dan wel een echt werkende zijn, gevuld met dempingsmateriaal met verschillende dichtheid. Voor Rivasono heb ik bass-tubes ontwikkeld die vooral de laagste tonen absorberen en hiervoor voorzien zijn van een buitenkant die de hoge tonen niet dempt, maar verstrooit in de kamer. Omdat lage tonen, zoals eerder beschreven, lange golflengtes hebben dient de bass-tube ook voldoende dikte te hebben, wil het effectief zijn. In de praktijk minimaal 40 cm diameter. Een veelvoorkomend misverstand is om schuimblokken of driehoekige bass-traps in de hoeken van de kamer te plaatsten. Nu is het zo dat geluidsabsorptie vrijwel altijd berust op het afremmen van luchtbewegingen. En waar is de luchtbeweging het laagst, in de hoeken van de kamer! Op deze plek is dus weinig luchtbeweging om af te remmen. Ondanks alle beloften werken bass-traps geplaatst in de hoeken, dus vrijwel niet. Er is een verschil tussen deze luchtbeweging en geluidsdruk (hoe hard het klinkt). Ondanks dat lage tonen vaak in de hoeken van de kamer het hardst klinken, hebben ze daar wel veel druk maar weinig beweging en zijn absorbers daar erg weinig effectief voor de laagste frequenties. De best mogelijke oplossing om voor frequenties tussen ongeveer 60 en 250Hz iets te doen is een bass-tube geplaatst op een positie met een zekere afstand van de hoek en zijwand. Een absorber is in dit verband het meest effectief op een afstand van de hoek/wand van ¼ van de golflengte van de te dempen frequentie. Bij 250Hz is dat 34 cm uit de hoek, bij 100Hz is dat al 85 cm uit de hoek. Gelukkig is het niet zwart/wit, dus een goede, echt werkende bass-tube van voldoende diameter op 40 cm uit de hoek, een goede oplossing. Oplossing 3: dubbele wand Samen met een meubelmaker heb ik een houten HiFi meubel en een thuisbioscoop-meubel ontwikkeld die optisch dicht zijn maar akoestisch open voor het dempen van lage tonen. Apparatuur en kabels kunnen hiermee ook onzichtbaar worden weggewerkt. Oplossing 4: bij verbouw of nieuwbouw op verhouding van afmetingen letten Het gaat hier te ver om deze bouwkundige zaken te behandelen. Indien u nieuwbouw of verbouw overweegt, is het zeer raadzaam om vooraf even met ons contact op te nemen. Soms voorkomt een 10 cm. grotere of kleinere wandafstand later veel problemen! Ten slotte Nog een keer een vervelend maar veel voorkomend effect, in het tweede artikel: galm en verschillen in het tijdsdomein. In het derde en laatste artikel van deze reeks de leuke dingen: de korte reflecties. index |
|||||||||||||||||||||||