![]() In memoriam Jan Kool Een kleintje dat aardig met de groten mee kan pratenCelestion Ditton 10
© Jan Kool, Luister, mei 1966
|
Door stereo en de daarbij behorende ruimteproblemen gedwongen, is er langzamerhand een hele generatie kleine, om niette spreken van miniatuur, luidsprekerkastjes ontstaan. Diverse fabrikanten hebben met meer of minder succes het axioma "hoe groter hoe beter" genegeerd en luidsprekers op de markt gebracht, die niet zelden verbazen, door het machtige geluid dat zij uit zeer kleine behuizingen weten te produceren. Het zou echter verkeerd en unfair zijn van deze dwergen dezelfde kwaliteiten te verwachten, als van hun zoveel forser gebouwde familieleden. Een directe vergelijking met een veel grotere kwaliteitsluidspreker valt altijd in het voordeel van de laatste uit. Maar wel kan men zeggen dat zij prestaties leveren, die nog niet zo lang geleden voor onmogelijk werden gehouden. Grote conus-bewegingen Nieuwe methoden van conusophanging, zeer lage eigen resonanties en lange spreekspoelen, die weer grote conusbewegingen toelaten, stelden de ontwerpers in staat met zeer kleine behuizingen toch nog een zeer redelijke basweergave te bereiken. Listig en zorgvuldig ontworpen "crossover filters" helpen dan nog de frequentiekarakteristiek wat in de hand te houden zodat een alleszins te waarderen weergave het resultaat is. De Ditton is een typische representant van dit nieuwe ras, dat vooral in Engeland met veel succes wordt gekweekt. De Goodmans "Maxim" en de KEF "Celeste" zijn al oudere bekende voorbeelden. Spectaculaire muziekEen merkwaardig verschijnsel is, dat de kleintjes met "grote" muziek er het beste afkomen. Ook nu weer is het bepaald verrassend en indrukwekkend te horen hoe de Ditton bijvoorbeeld het volle orkest in de negende van Dvorák tot zijn recht laat komen. Het zal dan ook wel geen toeval zijn dat bij demonstraties altijd de meer spectaculaire muziek als programmamateriaal gekozen wordt. Voor het testen van een luidspreker is echter een andere muzikale keuze en vooral een gevarieerde van belang. Het machtig geluid van orkestrale tutti kan heel wat tekortkomingen verbergen. De menselijke stem, een strijkorkest, piano en vooral ook gesproken woord vertellen veel meer over een luidspreker Uitvoerige luisterproeven, waarbij ook andere oren werden "geleend" en eveneens andere luidsprekers van ongeveer gelijke pretenties en prijs werden vergeleken, brachten me alle tot de conslusie dat de Ditton een uitstekende vertegenwoordiger van zijn klasse is. Gladde weergaveKleuring van het gesproken woord is verrassend gering, de strijkersklank gaaf en zonder pieken en met een beetje "bas op" ook mooi sonoor. Zangstemmen zijn zeer natuurlijk zonder hinderlijke "essen" wat wijst op een gladde weergave door de kleine hoge-tonen speaker. Zoals ook bij de speakers die ter vergelijking werden gebruikt komt de piano er het minst gunstig af. Daar laat de kleine afmeting zich het sterkste voelen. De grote klank van een concertvleugel laat zich toch nooit geheel door een klein kastje reproduceren. Maar het is meen ik niet geheel eerlijk dit van een dergelijke luidspreker te verwachten. De meeste proeven werden stereofonisch genomen. Bij mono worden de beperkingen opvallender. Het komt me voor dat men voor mono weergave toch wat extra voor de luidspreker kan reserveren en een wat groter exemplaar aanschaffen. De "miniaturen" zijn tenslotte ook pas ontstaan ten behoeve van de stereofonie. Technische uitvoeringDe lage-tonenweergever is een 5 inch speaker met een zeer soepele ophanging van zacht neoprene, een soort kunstrubber. Het chassis is zwaar gietwerk en de magneet een fors feroba exemplaar. Merkwaardig is de conventionele papieren conus. Men is geneigd aan te nemen dat voor deze luidsprekers ook wel weer een revolutionair materiaal zou worden gebruikt zoals bij Leak of KEF maar bij deze kleine diameters kan men toch nog zonder gevaar voor verlies aan stijfheid, het gebruikelijke papier toepassen. De eigen resonantie ligt zeer laag bij 30 Hz wat in de kast tot ongeveer 68 steeg bij de recensie-exemplaren. De "tweeter" is een 1 1/2 inch drukkamer eenheid, die het werk boven 3500 Hz overneemt. Het filter is een 4-elements zgn. half-sectie netwerk. De kast, een weids woord voor zo iets kleins ("doos" gebruikt men eerder), is bijzonder degelijk uitgevoerd. Paneelresonanties zijn praktisch uitgesloten door de inwendige bekleding met een soort "gebitumineerd" vilt. Een bijna volledige vulling met dempende acetaat vezel voorkomt het ontstaan van staande golven. Samenvattend kan men de Ditton en geslaagd ontwerp noemen, dat vele deugden van grotere soortgenoten bezit en weinig laat merken van de beperkingen die een zo nietige afmeting nu eenmaal mee moet brengen. Het laag, dat met 12 db/oct. afvalt beneden 80 Hz, is gaaf en wat belangrijk is, het blijft vrij van vervorming en frequentieverdubbeling beneden de systeemresonantie van ca. 70 Hz. Met wat laag óp en wat hoog af levert hij een zeer muzikaal geluid, wat vooral in wat kleinere kamers de mogelijkheid schept tot uitstekende stereoweergave zonder ruimte te moeten opofferen. Importeur: Tempofoon, Tilburg index |