In memoriam Jan Kool

 Op veler verzoek:

B&W 801 Matrix driewegluidspreker

 

© Jan Kool, Luister, september 1988

 

Dat 'op veler verzoek' vertrouw ik nooit als ik het als smoes hoor voor het (goedkoop!) herhalen van een tv-programma. Het heeft meestal dezelfde waarde als 'velen met mij' in ingezonden brieven, maar ik kan u verzekeren dat er ditmaal zelfs om werd gezeurd. Telkens weer, vooral op de telefoonuren, werd mij gevraagd om de zeer fors uit de kluiten gewassen 801 eens onderhanden te nemen. Vooral natuurlijk omdat de geïnteresseerden door hebben, dat ik ook veel met de machtige KEF RR 107 werk. Nu ik toch met de goedkope 800-serie in de weer was, heb ik tot slot die reuzen eerst bij de importeur en daarna voor langere tijd thuis beluisterd. Dat betekende wel enige verhuizerij! Maar na de 107 en het zware werk van de Celestion 6000 ontkom je niet meer aan de 801, die gelukkig op wielen stond.

Een echte nieuwe

Velen blijken te veronderstellen dat de 801 Matrix alleen maar een wat gemodificeerde 801 is, maar dat is een vergissing. Het gaat echt om een geheel nieuwe luidspreker, die uiterlijk niet veel lijkt veranderd (misschien was een duidelijker uiterlijk verschil wel verstandig geweest). Om te beginnen is het al geen gesloten systeem meer, maar een basreflex met een zeer laag afgestemde poort zodat het vrije veld -6 dB punt op liefst 17,5Hz is komen te liggen, bijna een vol octaaf lager dan de vroegere 801. Dan zijn alle drie de eenheden, via het C(omputer) A(ided) D(esign) systeem, geheel nieuw en natuurlijk is de behuizing door het Matrixsysteem totaal anders en kan het geen enkele eigen kleuring toevoegen. Een en ander leidt dan ook tot een gewicht van 50 kg! Een 30 cm bas-, 12,6 cm (Kevlar) midden- en 26 mm metalen koepel hoogweergever verzorgen het hier letterlijk ongelimiteerde bereik. Het is de derde luidspreker waar ik de 16,3 Hz van mijn test-CD mee hoorbaar kan maken, net als de twee andere natuurlijk flink verzwakt, maar er is ook geen kamer waar het echt op sterkte zou kunnen.

Voor mijn oren is het óók een geheel nieuwe luidspreker. Ik leefde lange tijd met zijn voorganger, maar met de baseenheden nog in mijn eigen behuizingen, zoals velen van u nog wel weten. Die bijna asociale geweldenaars wekten vaak bewondering (en afgunst!), maar dit nieuwe systeem slaat het vorige nog met stukken. En daarmee zit je meteen met het probleem 'Wat is er dan zoveel beter?' Bovendien verlangt men beslist van mij een vergelijking met de KEF 107 en de Celestion 6000. Nu is hij voor f 4998,- (zeg maar: f 5000,- per stuk) ook nog de kostbaarste, al zal in die categorie voor de gelukkige, die zich één van die drie kan veroorloven, een prijsverschil nauwelijks bepalend zijn voor de keuze.

We zitten hier echt met zo'n geval als bij drie 'beste' CD-spelers. Er zijn waarneembare verschillen maar we zijn ook bezig op een soort maximum kwaliteitsniveau waar het eigenlijk voortdurend alleen maar genieten is. De winst t.o.v. de oorspronkelijke 801 is duidelijker aan te geven. Ten eerste is dat natuurlijk het ongelimiteerde laag, maar - voor mij belangrijker - een zeer uitgesproken winst aan detaillering. Dat geldt niet alleen voor de bas, die echt enorm veel strakker en beter getekend is dan bij de eerste 801, maar ook de 'koppen' hebben veel gehad aan wat men leerde tijdens de ontwikkelingen van de eerste Matrixen, waarbij toen ook geheel nieuwe midden- en hoogeenheden noodzakelijk bleken. Ook is nu, door die nog betere detaillering en het uiterst vlakke frequentieverloop, de 801 nog 'onthullender' geworden voor de opnamen die men afspeelt. En dan: beter dan een van die twee andere? Héél moeilijk! Ik werk vaak met de 107, gebruikte lang de Active One, op mijn werkkamer nu vooral de CM-2, en ik heb bij de 801 het gevoel, dat er een nog wat strakkere bas is dan in de 107, niet meer. Het bereik is hetzelfde maar het lijkt nog gemakkelijker, bijna als vanzelfsprekend te gaan. De KEF heeft nog een actieve ingreep nodig via de Kube, maar of dàt nou veel uitmaakt betwijfel ik. Iets dergelijks had ik ook bij de System 6000 van Celestion, maar je zit bij alle drie met zo'n prachtig compleet en natuurlijk geheel, dat ik echt geen absolute winnaar durf aan te wijzen. Als ik moest kiezen voor eigen gebruik? Ik geloof de 801 maar als de 107 er weer staat barst ik beslist niet in tranen uit! Wel geloof ik, dat we met deze drie zeer dicht bij het beste zitten, dat met 'conus'-luidsprekers mogelijk is en ze tonen aan dat alle pogingen om met veel meer eenheden of zeer ingewikkelde constructies eigenlijk steeds een bewijs van machteloosheid zijn. 3-Weg, optimaal toegepast, zoals bij deze Britten, leidt tot verbijsterend mooie resultaten, vooral muzikaal mooi. Alleen totaal andere systemen zullen een nog transparanter midden en hoog kunnen leveren (zoals elektrostaten natuurlijk), maar hoe je er tegelijk zo'n machtige bas, zo prachtig gedefinieerd bij moet krijgen is me een raadsel. De kat prefereert de 801 omdat de bovenkant zo lekker zacht is (speciaal het rechterkanaal), mijn vrouw prefereert hem omdat hij met 100,8 cm flink lager is dan de 107 en dus minder opvalt, maar geen van beiden geeft mij een geldige muzikale reden. Misschien dat Rob Gerritsens visie u nog wat meer houvast geeft.

Rob Gerritsen

Daar ben ik mooi mee opgeknapt, met dat houvast! Maar vooruit, laat ik eens proberen om nog wat zinnigs toe te voegen.

Allereerst luisterde ik met 'verse oren' naar deze Matrixen, in die zin dat ik de oude 801-en niet ken en daarmee dus ook niet kan vergelijken. Wèl natuurlijk met andere, ook behoorlijk prijzige luidsprekers. De KEF 107 bijvoorbeeld heb ik al vaak bij J.K. gehoord, evenals de Active One. En steeds valt dan op, bij dit soort luidsprekers-van-de-bovenste-plank, dat ze allemaal zo'n air van moeiteloosheid over zich hebben, zoiets van 'mij maak je niet gek, wat je me ook voorzet'. Dat uit zich dan nooit in imponeergedrag (dat werkt heel even wel leuk, daarna wordt het snel vermoeiend), maar juist in een soort natuurlijke vanzelfsprekendheid waaraan je snel de ècht goede herkent. Hier nu is er natuurlijk op de eerste plaats dat inderdaad ongelimiteerde bereik, dat ontstellend achteloze naar beneden maar doorgaan zonder dat het ook maar één moment geforceerd klinkt. Op dat punt scoort de 801 voor mij een fractie hoger dan de 107, denk ik, maar dan ook niet meer dan een fractie. Het lijkt allemaal nét iets makkelijker te gaan. Hoe goed een ontwerp uiteindelijk is, hangt vervolgens van het middengebied af: niet alleen de weergever, ook hoe het filter een en ander aan elkaar past. Op beide punten kan het vanuit deze benadering eigenlijk niet beter zou ik zeggen. Zo glad, strak en alweer zo vanzelfsprekend, het kan hoogstens geëvenaard worden. Hetzelfde geldt voor de aansluiting midden-hoog. Het behoort tot het allerbeste dat met deze techniek, met dit type eenheden mogelijk is. Zo langzamerhand lijkt dit me echt wel de standaard voor een driewegsysteem met 'conventionele' conus-/dome-eenheden en passief filter.

Overigens vind ik dat niet onvermeld mag blijven, dat de faselineaire opstelling van deze drie eenheden ook voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor zo'n topweergave. Al vaker is aangetoond dat dezelfde weergevers in faselineaire behuizing ten opzichte van 'gewoon alles op dezelfde plank geschroefd', om het maar eens ongenuanceerd te zeggen, maar verder wel dezelfde inhoud, demping etc. een duidelijk beter eindresultaat gaven op punten als impulsweergave, definitie, spreiding, diepte en algehele doorzichtigheid. Nu is de 801 zeker niet de enige luidspreker met zo'n filosofie (de 107 werkt er ook mee), maar die is beslist niet weg te denken uit dit geweldige ontwerp. Ik word bijna wat ongemakkelijk van deze opsomming van superlatieven, maar wat moet je anders als die allemaal verdiend zijn'! En daarna is het genieten geblazen: wat je ook voor muziek uit deze kasten laat komen, het klinkt alles even (h)eerlijk. En soms ook genadeloos onthullend, laten we wel wezen. De beste opnamen kunnen niet beter klinken, de mindere vallen min of meer door de mand. Nog nooit hoorde ik de vleugel van Ashkenazy zo sprankelen in de ruimte, zo zingen in de laagte bij zijn Chopin-Études. Nooit hoorde, zag ik bijna zoveel bassnaren vibreren bij dat prachtige derde deel van Mahler IV (CGO/Solti op Decca), die ik zo gaarne misbruik voor dit soort gelegenheden, ook omdat daar de hoge strijkers, het koper, de percussie allemaal zo magnifiek klinken. Maar u weet inmiddels dat ik ook wel koekjes van heel ander deeg lust. Die heb ik, tot ongenoegen van Jan Kool, uiteraard ook even geprobeerd. '" En steeds opnieuw zoiets van: juist, zo klinkt dat dus eigenlijk, die tinkeitjes bij Steely Dan, die bassdrums bij... Ach, laat ik maar niet verder gaan, want ik dreig in herhalingen te vervallen. Alleen nog dit. Nooit eerder had ik het gevoel dat ik al direct bij de 801 had, namelijk van 'dit is'm dus'. Preciezer: 'dit is dus mijn toekomstige luidspreker'. Een onthutsend gevoel als daar tweemaal een prijskaartje van vijfduizend gulden aan hangt... ben ik even blij dat het met die quadrafonie nooit wat is geworden! En waarom nou juist déze luidsprekers? Die andere klonken toch óók prachtig? Zeker, zeker. En alle waar naar z'n geld natuurlijk. Verder ben ik niet op slag ongelukkig met wat ik heb, nu ik deze luidsprekers gehoord heb. Ik vind ze qua uiterlijk ook beslist niet de mooiste. Een vriendin van mij sprak, niet geheel onbegrijpelijk, zelfs over 'die wasmachines'. Gelukkig is mijn huidige woning te klein voor twee van deze knapen. Maar de hypotheek van mijn volgende, grotere, huis zal zo'n tienduizend gulden hoger uitvallen dan voor het pand zelf strikt noodzakelijk is. Dat mag u van me aannemen. En ook dat ik daarna samen met die twee oud hoop te worden.

Prijs: f 4998.- per stuk.

Importeur: Audioscript, Soest.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links